„Leidraad media geen boek met verboden”
HILVERSUM - Geen boekwerk met verbodsregels, maar een verzameling van journalistieke uitgangspunten. Zo omschrijft de Raad voor de Journalistiek de dinsdag gepresenteerde leidraad voor de media.
In de leidraad staan spelregels voor journalisten. Het zijn ook de regels waardoor de raad zich zelf laat leiden bij de behandeling van klachten tegen journalisten en hun publicaties. De raad beoordeelt naar aanleiding van een klacht over een journalistieke uiting of er grenzen zijn overschreden van wat maatschappelijk aanvaardbaar is.De nieuwe leidraad is niet alleen bedoeld voor journalisten, maar ook voor het brede publiek. Dat weet met de richtlijn in de hand nu wat het van journalisten mag verwachten. De Raad voor de Journalistiek benadrukt dat het wel een aantal handvatten biedt, maar beslist geen beroepsvoorschriften wil opleggen.
Zo is de raad van oordeel dat bij een aantal normen uit de leidraad de journalist daarvan mag afwijken als „een gewichtig maatschappelijk belang dit rechtvaardigt en hetzelfde doel op geen andere manier bereikt kan worden.” Een van deze normen is bijvoorbeeld dat de journalist zich bij het vergaren van informatie als zodanig bekendmaakt. De raad erkent dat dit niet altijd gewenst is als een journalist bijvoorbeeld ernstige misdrijven of misdragingen op het spoor is.
Huub Evers, hoofddocent media-ethiek aan de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg, is blij met de leidraad. „Toen ik dit twintig jaar geleden voorstelde, viel een groot deel van de journalistieke wereld over mij heen. Blijkbaar is de tijd er nu wel rijp voor. Deze code geeft duidelijkheid over normen van de media aan mensen die overwegen een klacht in te dienen over een artikel terwijl ze niet goed op de hoogte zijn van de journalistieke mores.”
Behalve waardering voor de leidraad is er ook kritiek. Zo noemt Henk Blanken van het Dagblad van het Noorden het een gemis dat de Raad voor de Journalistiek nauwelijks aandacht heeft voor internet. „Voor een visie op nieuwe media moeten we niet bij de raad zijn.” Blanken wijst erop dat de domeinen van oude en nieuwe media met elkaar verknoopt zijn geraakt.
„Wil de journalistiek een rol van betekenis blijven spelen, dan zal ze zich iets moeten aantrekken van de meepratende burger die denkt -al dan niet terecht- dat hij het zelf wel kan, zonder klassieke journalistiek”, stelt Blanken. Toch gaan de jongste ontwikkelingen de raad zeker niet voorbij. Een speciale werkgroep bezint zich op dit moment over nieuwe fenomenen zoals burgerjournalistiek.
Journalisten zijn verdeeld over de norm „dat de journalist de etnische afkomst, nationaliteit, ras, religie en seksuele geaardheid van groepen en personen alleen meldt wanneer dit nodig blijkt voor de context van het nieuwsfeit waarover wordt bericht.” Volgens Blanken getuigt dit van een krampachtige houding. Een collega van het Brabants Dagblad vindt dit juist een goede zaak. „Na de schietpartij in de Verenigde Staten vorige week kwam direct uitgebreid in het nieuws dat de dader van Zuid-Aziatische afkomst was. Was dat nu zo relevant?”
Journalistieke vrijheden
- Enkele normen uit de gisteren gepresenteerde leidraad voor de media.
- De journalist en de redactie zijn vrij in de selectie van nieuws.
- De journalist behoeft geen toestemming voor of instemming met een publicatie te hebben van degene over wie hij publiceert. Wel dient hij het belang dat met de publicatie is gediend, af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.
- De journalist die een interview of een ander artikel vooraf ter inzage geeft aan degene over wie het artikel gaat, is vrij te bepalen hoe hij eventuele op en aanmerkingen in het artikel verwerkt.
- Columnisten, cartoonisten en recensenten komt een grote mate van vrijheid toe om hun mening te geven over gebeurtenissen en personen.
- De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden brieven en van reacties die worden geplaatst op de websites van het betrokken medium.