Dollar heeft ’t ergste wel achter de rug
De Amerikaanse dollar is fors verzwakt tegenover de euro en andere valuta’s. Dit heeft belangrijke consequenties voor bedrijven en beleggers. Een analyse van de voor de wisselkoers relevante factoren leert echter dat de munt waarschijnlijk niet heel veel verder zal wegglijden.
Meevallende Amerikaanse inflatiecijfers in combinatie met positieve berichten over de Duitse economie stuwden de euro-dollarkoers in de afgelopen week op naar het hoogste niveau sinds eind 2004. Er is nog maar weinig voor nodig of de Europese eenheidsmunt bereikt zelfs een recordhoogte ten opzichte van de dollar in zijn overigens nog vrij korte bestaan.Voor Europese beleggers is de zwakke dollar in meerdere opzichten van belang. Ten eerste kunnen de rendementen op Amerikaanse beleggingen gemakkelijk wegsmelten als het valutarisico niet is afgedekt. Zo steeg de Dow-Jonesindex vorig jaar met ruim 16 procent, terwijl daar in euro’s nog maar 4 procent van overbleef. Ook werkt de dollar door in de winstontwikkeling van het Europese bedrijfsleven. Veel ondernemingen ontplooien activiteiten in de Verenigde Staten en de daar behaalde winsten zijn -in euro’s uitgedrukt- niet gebaat bij een dollarverzwakking. Ten slotte betekent een zwakke dollar dat de concurrentiepositie van het bedrijfsleven wordt aangetast.
Een zwakkere dollar heeft ook voordelen. Zo wordt de inflatie getemperd doordat de invoerprijzen minder hard oplopen of zelfs dalen bij een goedkopere dollar. Verder heeft een zwakkere concurrentiepositie een disciplinerende werking op ondernemingen omdat die ze dwingt efficiënter te werken.
Ondanks deze voordelen leidt de zwakke dollar tot geklaag bij ondernemers. Vooral industrietakken met relatief eenvoudige productieprocessen, zoals de voedings- en drankensector en de basismetaalindustrie, zijn gevoelig voor valutaontwikkelingen. Minder goed dan bedrijven met technisch hoogwaardige productieprocessen zijn zij in staat te concurreren op bijvoorbeeld kwaliteit en innovatie.
Maar zal de dollar nog veel verder verzwakken? Een analyse van de voor de wisselkoers relevante factoren leert dat dit waarschijnlijk niet het geval is.
Ten eerste is een blik op de grafiek met de euro-dollarkoers gecorrigeerd voor inflatieverschillen van belang. De theorie leert dat wisselkoersen de neiging hebben te bewegen naar het niveau waarbij in beide economieën dezelfde hoeveelheid producten gekocht kan worden. Hieruit blijkt dat de dollar sterk ondergewaardeerd is. De praktijk leert weliswaar dat de werkelijke wisselkoers soms jarenlang afwijkt van de ”fair value”, maar het is wel een indicatie voor de ontwikkeling op de langere termijn.
Als reden voor de dollarzwakte wordt vaak het omvangrijke Amerikaanse handelstekort genoemd, als gevolg waarvan de rest van de wereld wordt overvoerd met dollars. En waar veel aanbod van is, daarvan daalt de prijs. Maar als de vraag naar dollars eveneens groot is, zal de munt niet onder druk komen. Cruciaal is dus in hoeverre het buitenland bereid is het Amerikaanse tekort te financieren in de vorm van directe investeringen en beleggingen.
Dit zal pas gemakkelijk gaan als de rendementen in de VS hoger zijn dan elders. Hiervoor is het belangrijk dat de economie relatief sterk is en/of de rentetarieven hoger liggen. Vaak gaan deze twee hand in hand en het is om deze reden dat hoge economische groei doorgaans gepaard gaat met een sterke munt.
Wat dit betreft is de huidige situatie weinig hoopgevend voor de dollar. De problemen op de Amerikaanse woningmarkt hebben de groei sterk teruggebracht, terwijl in Europa min of meer sprake is van hoogconjunctuur. In lijn hiermee is het renteverschil tussen Amerikaanse en Europese obligaties in de afgelopen maanden afgenomen, waardoor dollarobligaties aan aantrekkelijkheid hebben ingeboet. En ook het rendement op Amerikaanse aandelen blijft al geruime tijd achter bij dat op de Europese beurzen.
Maar wat verder vooruitkijkend lijken de rollen om te draaien. Zo zijn er in de VS de eerste signalen dat de woningmarkt gaat herstellen en zal de rente niet verder worden verhoogd. In Europa is de ECB waarschijnlijk bijna klaar met renteverhogingen, maar moeten deze deels nog doorwerken in de economie. Daarnaast keert de wal het schip: de sterke euro is negatief voor de exportgroei in de eurozone. Voor volgend jaar zal -zo luiden de prognoses van de meeste economen- de economische groei in de VS weer boven die in de eurozone uitkomen.
De valutamarkt wordt -zoals zo veel markten- ook geregeerd door het sentiment. Zolang er nog angst is voor een recessie in de VS en er over de Europese economieën wordt gejuicht, zal de munt onder druk blijven staan. Maar verder vooruitkijkend lijken de ontwikkelingen in groei, inflatie en rentes de dollar voor een verder wegglijden te behoeden.
voetnoot (u17(De auteur is werkzaam als beleggingsstrateeg bij Theodoor Gilissen Bankiers. Zijn bijdrage is geen aanbeveling of advies om effecten te kopen of te verkopen.