Bioplastic heeft veelbelovende toekomst
ROME - Een Italiaanse eco-onderneming heeft het antwoord op plasticvervuiling. De verdiensten van het bedrijf worden erkend door de Europese Commissie.
Catia Bastioli woelt met haar hand door een laagje potaarde. Ze vist de verteerde resten op van wat een plastic bord was. „Het plastic bevindt zich nu zo’n acht maanden in deze aarde,” zegt ze. Over een paar maanden zal er van het verpakkingsmateriaal helemaal niets meer over zijn.Bastioli is directeur van Novamont, een onderneming die de grondstof produceert voor biologisch afbreekbare plastic. Vanwege haar verdiensten werd Bastioli woensdag uitgeroepen tot ”Uitvinder van het Jaar” op het gebied van research. De prijs is een initiatief van het Europese Patentbureau en het directoraat-generaal industrie van de Europese Commissie. Een prijs met inhoud dus.
Bastioli is een gedreven vrouw. Toen de Italiaanse media een paar dagen geleden enthousiast berichtten dat men nu dankzij biologisch afbreekbaar plastic zonder bezwaar afval in de natuur kan achterlaten, hief ze haar vinger op. Nee, zei ze streng, plastic moet hoe dan ook in de prullenbak.
Novamont is een van de belangrijkste producenten van de grondstof voor bioplastic, plastic dat snel en op een natuurlijke wijze wordt afgebroken. Bioplastic is het natuurvriendelijke antwoord op kunststof (plastic), dat in de natuur nauwelijks wordt afgebroken. Bovendien is de grondstof van ecologisch plastic geen fossiele brandstof, maar zetmeel. Dit koolhydraat wordt verkregen uit mais, en in de toekomst ook uit zonnebloempitten.
De belangrijkste toepassingen zijn plastic boodschappentassen, die vooral door supermarkten aan hun klanten worden verstrekt, verpakkingsfolies en verpakkingsmateriaal voor te composteren organisch materiaal (bioafval).
Ook in Nederland wordt Mater-Bi, zoals het sterk gepatenteerde product heet, toegepast. „Biologisch afbreekbare plastic draagtassen zijn vooralsnog alleen verkrijgbaar bij de ecologische supermarkten,” zegt Henk Vooijs, die voor Novamont verantwoordelijk is voor de afzet in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk.
Biologisch afbreekbaar plastic wordt wereldwijd nog slechts mondjesmaat toegepast, maar staat aan de vooravond van een grote doorbraak. Sinds 2002 geldt in Ierland een belasting op plastic draagtassen, hetgeen het gebruik drastisch naar beneden heeft gebracht. België heeft onlangs ook een heffing op plastic ingesteld. In 2010 worden plastic draagtassen in Frankrijk en Italië verboden. Dan mogen alleen nog maar tasjes van biologisch afbreekbaar materiaal gebruikt worden.
Niet alleen moet dat een positief effect hebben op het afvalprobleem, maar ook op de schadelijke uitstoot bij de productie van plastic. Het plasticverbod zal alleen al in Italië leiden tot een reductie van de CO(in2(-uitstoot met 250.000 ton, wat gelijk staat aan 100.000 auto’s minder in circulatie.
In de Nederlandse landbouw is ook belangstelling voor de biologisch afbreekbare folies. In deze sector wordt plastic traditioneel tussen de aanplant aangebracht om groei van onkruid te voorkomen. „Met biologisch afbreekbare folie hebben boeren twee kostenposten minder. Het plastic moet na de oogst van het land worden verwijderd, hetgeen tijd kost. Het folie van het land aftrekken is bovendien een inspannend werk. Daarna moet het plastic professioneel worden afgevoerd,” vertelt Vooijs, een oud-student van Wageningen Universiteit.
Mater-Bi is ook beproefd als verpakking voor organisch materiaal dat tot compost wordt verwerkt, zoals balen voor grootverbruikers en gft-afvalzakken voor huishoudens. Zo’n 3500 Europese gemeenten en honderden buiten Europa maken bij hun gft-verwerking gebruik van biologisch afbreekbare plastic.
Het succes van Mater-Bi en Novamont komt niet uit de lucht vallen. Het bedrijf bestaat al zeventien jaar, en is opgerezen uit de as van Italiës grootste chemische onderneming Montedison, die in de jaren negentig ten onder ging. De enige link met het vroegere moederbedrijf ligt in het feit dat het productiecentrum van Novamont in Terni staat.
In deze industriestad in Umbrië, van oudsher de chemische hoofdstad van Italië, stonden de fabrieken van Montedison. In de meeste gevallen zijn het nu vervallen industriële monumenten. Op een van deze verlaten fabrieksterreinen is dit jaar de derde productie-eenheid van Novamont uit de grond gestampt.
De jaarlijkse productie van Mater-Bi is daarmee opgetrokken tot 60.000 ton grondstof. De afbreekbare plastic wordt in korrels geleverd aan klanten, die er zelf het gewenste product van maken.
Novamont heeft ongeveer honderd medewerkers, waaronder 35 researchers. Indirect geeft de firma werk aan tientallen anderen, zoals boeren die mais verbouwen. Novamonts behoefte aan zetmeel heeft ertoe geleid dat de eerste agrariërs rondom Terni weer zonnebloemen zijn gaan aanplanten. De zonnebloem is een gewas dat op de voedingsmarkt niet winstgevend is, maar nu als grondstof voor de bio-industrie wel economische waarde heeft.
Novamont zette vorig jaar zo’n 40 miljoen euro om.