Meeste cultuurgeld naar Amsterdam
DEN HAAG - Inwoners van Noord-Holland en met name Amsterdam krijgen de meeste culturele gelden van het Rijk, die van Flevoland het minst. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) noemt de verschillen „te groot.”
Dat bleek woensdag tijdens de presentatie van een onderzoek in opdracht van het IPO.Noord-Hollanders, met cultureel centrum Amsterdam binnen de grenzen, krijgen met 90 euro per persoon het meest uit de rijkspot voor kunst en cultuur. Daar zit jaarlijks 656 miljoen euro in.
Het gat tussen Noord-Holland en de tweede provincie, Zuid-Holland, is groot. Ondanks dat dit landsdeel de culturele centra Rotterdam en Den Haag heeft, krijgen inwoners van deze provincie met 44 euro per persoon minder dan de helft van een Noord-Hollander. Utrecht staat, met zijn „cultureel redelijk bruisende hoofdstad”, met 37 euro per persoon op plaats drie.
Gelderland en Groningen, met de in cultureel opzicht bepaald niet-onbelangrijke hoofdsteden Arnhem en Groningen, komen ook allebei nog boven de 30 euro per persoon uit, de overige blijven tussen de 20 en de 30 euro hangen.
Onder aan de lijst bungelt een aantal provincies dicht bij en ver van de grachtengordel: Flevolanders komen er bekaaid af met 11 euro per persoon. Drentenaren moeten het hele jaar doen met 14 euro en Zeeuwen met 19 euro per persoon.
Het IPO vindt dat de verschillen te groot zijn, aldus de organisatie woensdag bij de presentatie van de bevindingen. „Iedere burger moet in aanraking kunnen komen met kunst en cultuur, ook de inwoner van een kleine provincie.” Het IPO bepleit „behalve artistieke kwaliteit ook spreiding als criteria mee te tellen.” Volgens het IPO wordt er bij de bedeling veel meer gelet op kwaliteit van het gebodene dan op deelname door de inwoners aan kunst en cultuur.
De provincies riepen de Tweede Kamer en minister Plasterk van Cultuur ertoe op met de provincies afspraken te maken over de versterking van de regionale culturele infrastructuur.
De bedragen komen via instellingen die worden gesubsidieerd vanuit de Cultuurnota ofwel het Kunstenplan, de speciale fondsen en andere regelingen.