Shell betaalt beleggers in Europa en elders buiten de Verenigde Staten 352,6 miljoen dollar (264 miljoen euro) om de gevolgen van de reservekwestie in 2004 te schikken. De Nederlands-Britse oliemaatschappij doet Amerikaanse beleggers de komende weken ook een aanbod. Dit meldde het concern woensdag. Shell erkent geen schuld in de affaire die het bedrijf op de effectenbeurs een draai om de oren opleverde.Meer dan vijftig Europese institutionele beleggers, waaronder de pensioenfondsen ABP en PGGM, en de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) zijn akkoord met de schikking. De VEB vertegenwoordigt de belangen van particuliere Nederlandse aandeelhouders. Het vergelijk komt uit op tussen de 10 en de 20 eurocent per aandeel Shell, aldus VEB-directeur Peter Paul de Vries. Het gaat om beleggers buiten de VS die tussen 8 april 1999 en 18 maart 2004 aandelen Shell bezaten.

De oliemaatschappij stelt 12,5 miljoen dollar extra beschikbaar om particuliere beleggers te motiveren mee te doen aan de schikking. De VEB gaat ervan uit dat elke particuliere belegger hieruit een basisvergoeding van 100 euro krijgt, ongeacht het aantal aandelen dat hij in bezit heeft of had. De VEB krijgt 6,3 miljoen dollar om beleggers te helpen bij het indienen van claims. Het is onbekend wanneer de schadevergoeding wordt uitbetaald.

De Amerikaanse beleggers krijgen de komende weken een schikking van circa 80 miljoen dollar aangeboden, zei Beat Hess, juridisch directeur van Shell, gisteren in een toelichting. Maar beide schadevergoedingen, binnen en buiten de Verenigde Staten, moeten eerst door de rechter bindend worden verklaard. Daartoe wordt nog een verzoek ingediend bij het gerechtshof in Amsterdam, aldus Hess.

In de Verenigde Staten ontsnapte Shell aan juridische vervolging door goed mee te werken aan een onderzoek en een boete van 120 miljoen dollar te betalen aan de beurstoezichthouder SEC. Het concern heeft de SEC verzocht deze boete uit te keren aan de aandeelhouders. Hieruit zouden Amerikaanse beleggers, een minderheid van de aandeelhouders, circa 24 miljoen dollar ontvangen en aandeelhouders buiten de VS ongeveer 95 miljoen dollar.

De VEB is blij met de bereikte schikking. „Het belang van beleggers in Shell wordt hiermee gediend”, aldus directeur De Vries. „Beleggers die hebben geleden onder de kwestie worden gecompenseerd. Voor de huidige beleggers is het van belang dat Shell deze kwestie achter zich kan laten.”

Het ambtenarenpensioenfonds ABP is ingenomen met de schikking. „Aandeelhouders ontvangen 10 tot 13 procent van de geschatte schade. Dit gaat het gemiddelde in vergelijkbare zaken te boven. We geloven dat voordelen van de schikking opwegen tegen nadelen van een langdurige rechtszaak in de VS tegen Shell”, zei juridisch directeur René Maatman van het ABP.

Begin 2004 kwam aan het licht dat Shell de bewezen olie- en gasreserves volgens de regels van de Amerikaanse beursautoriteit SEC te hoog in de boeken had staan. De bewezen reserves werden destijds met 3,9 miljard vaten ofwel met 20 procent afgewaardeerd. Nadien volgden nog eens twee kleinere neerwaartse bijstellingen. De koers van het aandeel Shell dook omlaag na het nieuws. In de maanden daarna herstelde de koers zich, maar niet volledig, constateerde de VEB.

De kwestie leidde tot het ontslag van de bestuurders Philip Watts en Walter van de Vijver. Twee andere directieleden, onder wie financieel directeur Judy Boynton, werden op een zijspoor gezet.

Na afronding van de schikking in Europa staat er in de Amerikaanse staat New Jersey nog een rechtszaak open waarin een groep beleggers schadevergoeding eist. Het gaat hier om een zogenoemde class action. Als de Amerikaanse rechter het schikkingsvoorstel voor beleggers in de VS bindend verklaart, komt er naar verwachting ook aan deze zaak een einde.

Eerder bereikte Shell al akkoorden met de Britse en de Nederlandse beurstoezichthouders en met het beursbedrijf Euronext.