Ziekenzorg tussen hemel en aarde
Titel: ”Nieuw handboek geestelijke verzorging”
Auteur: Jaap Dolaard (red.)
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2006
ISBN 90 435 1025 4
Pagina’s: 927
Prijs: € 55,-.
„Wij voor ons zouden er nimmer vóór geweest zijn dat in een gasthuis, een gesticht tot verpleging van zieken een predikant werd geroepen; het kwam ons veel doelmatiger en eigenaardiger voor dat er een geneesheer werd aangesteld”, zo schreef het stadsbestuur van Delft toen de medische macht en kunde in de negentiende eeuw toenam. De tijd dat gasthuizen godshuizen waren, lag dan ver in het verleden. Geestelijke verzorging leek overbodig door de opmars van de moderne geneeskunst. Toch kreeg de geestelijke verzorging in de twintigste eeuw van overheidswege weer een plaats in zorginstellingen.
Het eerste deel van het ”Nieuw handboek geestelijke verzorging” beschrijft de ontwikkeling van de geestelijke verzorging door de eeuwen heen. Behalve van de ziekenzorg met geestelijke strekking in Bijbelse tijden bevat het een beschrijving van de ziekenzorg in de Griekse cultuur.
Bij de opkomst van het christendom heeft vooral de kerk zich de zorg voor de zieken aangetrokken. Deze zorg was voor alles geestelijke zorg. Centraal op de ziekenzaal stonden altaar en priesterdienst.
Na de Reformatie waren het de stadsbesturen die geestelijke verzorging voor zieken van groot belang achtten. Eeuwenlang stelden stadbesturen ziekentroosters aan in de gasthuizen.
Verlichting
De verlichting en de opkomst van de moderne geneeskunde leken de geestelijke verzorging overbodig te maken. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd echter steeds duidelijker dat er voor zieken méér is tussen hemel en aarde dan het handelen van artsen en verpleegkundigen. In de jaren tachtig kwam een interdepartementaire werkgroep tot een positief advies over de noodzaak van geestelijke verzorging in zorginstellingen. Dit gaf geestelijke verzorging een vaste plaats van overheidswege in zorginstellingen.
Het ”Nieuw handboek geestelijke verzorging” beschrijft deze boeiende ontwikkeling. Jammer is dat er meer dan eens sprake is van overlapping, doordat verschillende auteurs zich op hetzelfde terrein begeven.
In de huidige tijd vraagt geestelijke verzorging een aanpak gericht op een verscheidenheid aan culturen en religies in ons land. De vraag is dan of je als geestelijk verzorger de vaardigheid moet bezitten om voor iedereen geestelijk verzorger te zijn. Een steeds weerkerende vraag is ook of een geestelijk verzorger een ambtelijke binding moet hebben aan bijvoorbeeld een kerkelijke richting. De verschillende visies worden verwoord.
Werkvelden
Het tweede deel van het boek geeft een omschrijving van de verschillende werkvelden van geestelijke verzorging: ziekenhuizen, psychiatrie/geestelijke gezondheidszorg, revalidatiecentra/verpleeg- en verzorgingshuizen en de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Met ruim 500 bladzijden is dit het omvangrijkste deel van het boek. Tal van geestelijke verzorgers geven aan hoe de geestelijke verzorging vorm kan krijgen.
Behalve geestelijke verzorgers met een christelijke achtergrond komen ook vertegenwoordigers van andere stromingen aan het woord, onder anderen islamitische en humanistische geestelijk verzorgers. Tevergeefs zoekt men naar een reformatorische visie op geestelijke verzorging. Het werken vanuit een Bijbelgetrouwe visie binnen de geestelijke verzorging komt niet aan de orde. Wel wordt onder meer verwoord hoe men in humanistische kring omgaat met de lijdenstijd: als moment om stil te staan bij de moeilijke kant van het leven. Uit Bijbels oogpunt een huiveringwekkende veralgemenisering. Meer dan eens bekruipt je het gevoel dat het gericht zijn op zingevingsvragen van cliënten niet direct een geestelijk verzorger noodzakelijk maakt. Veel van deze vragen kunnen ook worden besproken met bijvoorbeeld iemand van het maatschappelijk werk.
Dit onderdeel van het handboek biedt wel praktische tips die bruikbaar zijn als het gaat om onder meer kringen met ouderen en dementerenden. Tevens staan er waardevolle opmerkingen in over de religieuze gevoelens bij deze groepen; ook ten aanzien van kerkdiensten en preken in een verpleeghuis worden goede adviezen gegeven.
De behandeling per werkveld is aan de ene kant handig en levert herkenning op als men in dat werkveld werkzaam is. Aan de andere kant zijn er ook hier de nodige overlappingen, bijvoorbeeld als het gaat om het belang van de levensgeschiedenis, de terminale zorg, vieringen, advisering en dergelijke.
Kernthema’s
Nadat er aandacht is geschonken aan onderwijs en onderzoek sluit het boek af met de behandeling van een aantal kernthema’s, zoals ziekte en gezondheid, eenzaamheid, medische macht, spiritualiteit en secularisatie. Heel verschillende thema’s, cirkelend om de vragen en het handelen van de betrokken partijen in de gezondheidszorg. De gevoelens van de cliënten, maar ook het gedrag van de geestelijk verzorger krijgen de nodige aandacht. Hoewel er een verbindend thema is, is de keuze van de kernthema’s vrij willekeurig. Andere kernthema’s hadden ook een plaats kunnen krijgen in dit onderdeel.