Dichter, opiumroker, advocaat, Réveil-man
Een brief in elf talen, voor elke regel een andere. De dichter-geleerde Willem Bilderdijk (1756-1831) schreef er één. Zo wilde hij op een speelse manier zijn grote geleerdheid laten zien. In het Bilderdijk Museum kun je het epistel bewonderen, evenals zijn leunstoel, zijn schrijftafel en een blad met de Nederlandse woorden die hij koning Lodewijk Napoleon leerde.
In het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam is een ruimte ingericht ter nagedachtenis aan Willem Bilderdijk. Het museum etaleert zijn handschriften, boeken en persoonlijke bezittingen. Bij een bezoek word je ontvangen door dr. M. van Hattum, een bekende Bilderdijk-onderzoeker van dit moment. Dr. Van Hattum is neerlandicus en secretaris van de Vereniging Het Bilderdijk Museum. Jarenlang houdt hij zich al bezig met de negentiende-eeuwse dichter. Dat heeft geresulteerd in een reeks publicaties, waaronder twee kloeke banden met brieven van Bilderdijk, uitgegeven onder verantwoordelijkheid van dr. J. Bosch.
„Je hoort vaak dat Bilderdijk verzen bij de vleet produceerde”, zegt Van Hattum, terwijl hij in de vitrine een vel aanwijst met het handgeschreven gedicht ”Vreugde” (1805). „Dat beeld klopt toch niet helemaal. Natuurlijk heeft Bilderdijk veel geschreven, maar hij schreef niet alles in één keer op. Je ziet op dit blad dat er woorden en zinsdelen zijn doorgehaald. Het zou interessant zijn te onderzoeken wat hij exact heeft veranderd. Bilderdijk zocht voortdurend naar verbeteringen in zijn dichtwerk, en ook in dat van anderen die hij vertaalde. Als hij gedichten uit het Frans of het Engels vertaalde, was dat altijd een verbetering.”
Tekenen
Bilderdijk kon ook goed tekenen. In het museum zijn prenten en probeersels te bewonderen, bijvoorbeeld bij de gelijkenis van de verloren zoon. De veelzijdigheid van Bilderdijk leidt ertoe dat hij vanuit diverse disciplines wordt bestudeerd, vertelt dr. Van Hattum. „Dr. Joris van Eijnatten heeft een boek geschreven over zijn denkwereld, zijn theologische en filosofische wortels. Dr. Ton Geerts bestudeert als kunsthistoricus zijn tekeningen, ontwerpen en gravures. Zelf ben ik vooral geïnteresseerd in Bilderdijks biografie, en als neerlandicus in zijn dichtwerk.”
In 1795, met de inval van de Franse legers, wordt Bilderdijk als advocaat gedwongen de verworvenheden van de Franse revolutie te erkennen. Hij weigert dat en moet het land verlaten. Bekend is zijn ”Gebed” (1796), een getuigenis van een gekwetst mens in het eerste jaar van zijn ballingschap, waarvan de autograaf in Amsterdam te zien is:
Genadig God, die in mijn boezem leest!
Ik vlied tot U, en wil, maar kan niet smeken.
Aanschouw mijn nood, mijn neêrgezonken geest,
En zie mijn oog van stille tranen leken!
In Londen ontmoet Bilderdijk de negentienjarige dochter van de schilder Hendrik Willem Schweickhardt, Katharina Wilhelmina. Op haar raakt de reeds getrouwde dichter hevig verliefd. Hoewel de echtscheiding tussen Bilderdijk en zijn eerste vrouw pas vele jaren later een feit zal worden, beschouwt hij Katharina Wilhelmina al in het voorjaar van 1797 als zijn nieuwe vrouw. De episode wordt over het algemeen als een van de weinig fraaie geschiedenissen in Bilderdijks leven aangemerkt. Van Hattum deelt die mening: „Uit correspondentie blijkt dat Bilderdijk zich ten opzichte van zijn eerste vrouw zeer onbeschoft heeft gedragen.” Van Hattum is bezig met een editie van de brieven uit de periode van ballingschap, vanaf 1798 tot 1806. Een aantal jaren geleden heeft hij de eerste twee jaar van de ballingschap, 1795-1797, uitgegeven.
Da Costa
Persoonlijke bezittingen van Bilderdijk passeren de revue. De vele recepten die hij voor zijn -al dan niet denkbeeldige- kwalen nodig had, placht hij zelf uit te schrijven. Hij hield aantekeningen bij over de inkomsten die hij van zijn lessen had, en de uitgaven die hij deed. Hij trok zelf zijn horoscoop, blijkens een papier met neergekrabbelde cijfertjes. Een schilderij toont de oude Bilderdijk op zijn sterfbed.
Tussen de bladen van zijn Bijbel bevinden zich allerlei snippers met krabbels en aantekeningen. „Ze zijn nog niet bestudeerd”, zegt Van Hattum. „Deze snippers zijn interessant onderzoeksmateriaal.” Portretten geven een beeld van zijn familierelaties - zijn eerste en zijn tweede vrouw en de kinderen die uit de huwelijken zijn voortgekomen. Aan zijn acht jaar jongere zusje schreef Bilderdijk eens een langwerpige smalle brief van 2,5 el lang, in dichtvorm. Op zijn schrijftafel ligt een brief aan zijn goede vriend Isaäc Da Costa. Daarnaast een koker met veer, cassette met vouwbeen, pennenmes, pennen en een etui met kleurkrijtjes.
In Leiden gaf Bilderdijk als een soort privé-professor les in de vaderlandse geschiedenis. Zijn voornaamste leerling daar was Isaäc Da Costa, auteur van het geruchtmakende opstel ”Bezwaren tegen den geest der eeuw” (1823). „Zonder meer de interessantste relatie in het leven van Bilderdijk is die met Da Costa”, vindt Van Hattum. „Bilderdijk heeft met veel mensen ruzie gehad, maar deze verhouding is wolkeloos. Terwijl Da Costa later zelf ook met veel mensen problemen heeft gehad. Bilderdijk en Da Costa vereerden elkaar.”
Van Hattum is bezig de correspondentie tussen Bilderdijk en Da Costa uit te geven, een groot project dat inmiddels veertien jaar in beslag heeft genomen. „Het zal één groot boek worden over een driehoeksverhouding. Ik wil namelijk ook brieven van Abraham Capadose erbij betrekken, en van de schoonfamilie van Da Costa. Dan krijgt het geheel reliëf en diepte.” Da Costa heeft destijds eveneens brieven van Bilderdijk uitgegeven, maar hieruit zijn passages weggelaten die Van Hattum juist interesseren. „In mijn uitgave neem ik deze brieven ook op, maar met de zuiver persoonlijke details erbij.”
Bilderdijk was een zeldzaam erudiete en creatieve man. Iemand die taal beschouwde als een geschenk uit de hemel.
O Hemelgift der Taal, gy band der stervelingen!
Verlichaamd slaapt ge in ’t schrift; men roept u, en ge ontwaakt!
Om aarde en oceaan en eeuwen door te dringen.
Het Bilderdijk Museum is gevestigd in het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam, kamer 1B-21. Bezichtiging: maandag-vrijdag 9.00-12.30 en 13.00 -16.45 uur via de afdeling handschriften en oude drukken van de bibliotheek (kamer 1B-41/31). Voor rondleiding en adviezen: dr. M. van Hattum, 020-6454368. Dit is het laatste deel in een serie over schrijversmusea.