Cultuur & boeken

Geen gesprek met Ida Gerhardt

Titel:

Dr. Pieta van Beek
28 August 2002 09:44Gewijzigd op 13 November 2020 23:46

”In gesprek met Ida Gerhardt: Interview, brieven, gedichten en beschouwingen”
Auteur: Maria de Groot
Uitgeverij: Ten Have, Baarn, 2002
ISBN 90 259 5272 0
Pagina’s: 128
Prijs: € 12,90. Al voor haar heengaan op 15 augustus 1997 was er een groeiende belangstelling voor het werk van Ida Gerhardt: in rouwadvertenties werden gedichten geciteerd, de ”Verzamelde Gedichten” en bloemlezingen uit haar werk beleefden herdruk op herdruk en kunstenaars als Nelleke de Laat, Bert Kersten en Henk van Ulsen putten er rechtstreeks inspiratie uit.

Na Gerhardts dood vond haar werk nog meer weerklank. Er verschenen brievenboeken en studies, zoals ”Uren uit het leven van Ida Gerhardt” (Hans Werkman), ”Gebroken dialoog” (Ad ten Bosch), ”Brieven aan Celeste” (Ben Hosman), ”Brieven aan Bastet” (Parelduiker) en ”In gesprek met Ida Gerhardt” (Maria de Groot). De uitgave van deze boeken is mogelijk gemaakt door de gulle opstelling van de literaire erfgenamen Ad ten Bosch en Ben Hosman. Zij wilden geen ’weduwe Gerhardt’ zijn en daardoor is er een unieke situatie in literair Nederland aan het ontstaan. Het komt immers zelden voor dat er meteen na het overlijden van een groot schrijver zo veel primair materiaal beschikbaar komt.

In deze recensie beperk ik me tot ”In gesprek met Ida Gerhardt” van Maria de Groot. Dat is een prachtig uitgegeven boek. Mooie omslag. Mooie afdrukken van brieven in haar toen nog zo steile en strakke handschrift. Mooie foto’s, vooral die van haar en Marie als twee protestantse nonnen. Er staan fraaie stukken in, zoals het interview dat De Groot met Gerhardt hield en dat het begin van hun vriendschap markeerde. Maar het boek heeft als ondertitel ”Interview, brieven, gedichten en beschouwingen” en daar wringt de schoen.

Het boek is namelijk een mengeling van primair materiaal (onder meer brieven van Ida Gerhardt, gedichten voor Gerhardt, het interview van De Groot met Gerhardt) en secundaire studies (over het werk van Ida Gerhardt). Die verschillende genres zijn helaas niet apart gezet, maar door elkaar geplaatst. Ook al zijn er steeds verbanden -zo laat De Groot bijvoorbeeld Gerhardt in een brief reageren op haar voorafgaande bespreking van een bundel-, juist deze afwisseling van verschillende genres leest erg vervelend, zelfs hortend en stotend. Het boek vormt daarom geen eenheid, daarvoor is het te geconstrueerd.

Geen gesprek
Mijn tweede bezwaar is dat de titel misleidend is: afgezien van het interview is er in het boek geen werkelijk gesprek tussen Ida Gerhardt en Maria de Groot. Ik had na het lezen van de titel verwacht dat ik Maria nu ook eens persoonlijk zou tegenkomen in haar brieven, ik had al zo veel over haar gehoord. In 1992 tijdens een rondleiding om haar huis in Eefde, stopte Ida Gerhardt plotseling midden in het grind bij de roze stokroos van Maria de Groot. We moesten stilstaan bij „de beste dichteres van Nederland.” Natuurlijk word je dan nieuwsgierig.

Nu schijnt er een soort taboe te heersen als het gaat om briefwisselingen met een groot schrijver. Men publiceert alleen de brieven van de grootheid. De tegenstem mag niet gehoord worden, omdat die onbekend of minder bekend is. Of omdat die andere gesprekspartner bang is om persoonlijk te worden. Afgezien van het feit dat zelfs onovertroffen brieven van een dichter na een paar bladzijden al saai en monotoon worden, tast men zo het wezenlijke van een briefwisseling aan. Die is en blijft een dialoog: ”Twee uur: de klokken antwoorden elkaar”.

”Twee uur” is echter ideaal, in het dagelijkse leven gaat het er veel onregelmatiger aan toe. Soms schrijft de een meer, raken er brieven weg, wordt de ander ernstig ziek etc… ”In gesprek” is geen werkelijke dialoog. Je zit als lezer nog steeds met vragen als: waarom schreef Ida Maria? Was de bindende factor de liefde voor taal, voor poëzie? Was het de religie? Dezelfde geaardheid? Wat was de invloed van Gerhardt? Wie ís Maria de Groot? Wat schreef ze nu zelf?

Wankel bruggetje
Uit haar beschouwingen en gedichten voor Gerhardt blijkt duidelijk dat De Groot literair begaafd is. Vooral het essay over de dichtbundel ”Twee uur: de klokken antwoordden elkaar” vond ik prachtig. Maar bij het lezen van haar interpretatie van de bundel de ”Vijf vuurstenen” werd ik me weer bewust van het feit hoe wankel het bruggetje is dat van analyses aan elkaar getimmerd is. Zo probeert De Groot aan te tonen dat het gedicht ”De Afgezant” een Leopoldgedicht, ja zelfs een Christusgedicht is.

Lees echter maar wat er staat in een van de brieven die Ida Gerhardt (in het handschrift van Marie van der Zeyde) mij schreef, naar aanleiding van juist dit raadselachtige gedicht:

De Afgezant:
Een vis met incarnaten voorhoofdsband
met aan de vinnen incarnaat een teken,
zwom tot de donkere meerpaal waar ik stond,
sprong naar mij op en was in zwart ontweken.
Aan u dacht ik; aan wat is omgebracht.

Nog strijdt ge in uw sterreloze nacht
stom om uzelve, om verloren pracht,
om al wat, stralende, had kunnen zijn.
Aan u denk ik, ik denk aan u altijd
en wis het zilt dat in de ogen bijt.

Eefde 30 sept. [1989]
Lieve Pieta,
Dat was een waar feest hier: de komst van je brief met zo goede berichten, vergezeld van de prachtige foto’s […]
Nu over De Afgezant. Het gaat hier over iemand, een vrouw, hoogbegaafd, fijngevoelig en met een fier karakter die in een ongelukkig huwelijk langzaam alles wat zij was en wat zij had verloor. Nooit kan ik aan haar verwonding denken zonder tranen, en nooit aan haar aanvangstijd, of ik zie het incarnaat dat haar eenmaal zo prachtig stond. (”Brieven van Overzee: Ida Gerhardt nabij”, blz. 43.)

Geen woord over Leopold, geen verwijzing naar Christus, maar naar een stralende begaafde vrouw die onderging in een ongelukkig huwelijk, aldus de dichteres zelf. Met dit in het achterhoofd is het moeilijk de andere analyses op waarde te schatten. Gerhardt zelf waarschuwde eens: „Het menen te weten (subs. het menen te moeten weten) ”which is which” e.d. kan ik de lezer niet genoeg ontraden. Met een dergelijke instelling verspert men zich, van het begin af, de toegang tot het vers” (V.G. 1992:818).

Samen klinken
Poëzie wil gelezen worden, in het hart gedragen, uitreiken naar mensen. Poëzie wil niet zo graag het onderspit delven in diepgravende analyses, maar wil liever ook deel uit maken van de prozaïsche dialoog tussen de dichteres en haar omgeving. Ik zie daarom uit naar een brievenboek dat de stemmen van Gerhardt en De Groot samen laat weerklinken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer