Donner sorteert voor op soepeler ontslagstelsel
DEN HAAG - De contouren van de nog voor de zomer te houden participatietop tekenen zich langzaam maar zeker af. Om meer mensen aan het werk te krijgen, moet de vakbeweging volgens minister Donner van Sociale Zaken openstaan voor een soepeler ontslagstelsel. De minister neemt daarmee de touwtjes weer stevig in handen.
Donner deed zijn uitspraken woensdag in Den Haag, waar hij het rapport ”Investeren in werkzekerheid” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in ontvangst nam. In dit rapport, dat al in januari openbaar werd gemaakt, bepleit de raad onder meer dat werknemers die ontslagen worden in plaats van een gouden handdruk het recht moeten krijgen op een betaalde zoekperiode naar ander werk.Het nieuwe kabinet wil graag honderdduizenden mensen aan een baan helpen. In het regeerakkoord hebben de coalitiepartijen bepaald dat het kabinet hierover afspraken gaat maken op een zogeheten participatietop met gemeenten, werkgevers en de vakbeweging. De top, eigenlijk een opgetuigd voorjaarsoverleg, moet nog voor de zomer plaatsvinden.
Heikel punt bij de participatietop is de discussie over het ontslagstelsel. Werkgevers pleiten er al jaren voor om dit soepeler en goedkoper te maken. Het huidige ontslagmodel zou te duur zijn en bovendien omslachtig. Ze kunnen het op dit terrein echter maar niet eens worden met de vakbeweging. Zelfs anderhalf jaar van intensief onderhandelen binnen de Sociaal Economische Raad leverde bitter weinig op.
Waar werkgevers eisen dat de discussie over het onslagstelsel moet worden gevoerd op de komende participatietop, vindt de vakbeweging juist dat het onderwerp niet thuishoort op een bijeenkomst die moet gaan over het aan het werk helpen van mensen.
De opmerkingen van Donner zijn in dit verband opmerkelijk. Volgens de minister is het voornemen van de vakcentrales om voor 2025 een half miljoen mensen aan een baan te helpen onmogelijk wanneer er wordt vasthouden aan oude zekerheden. De bonden moeten daarom openstaan voor een andere wijze van het beëindigen van arbeidsovereenkomsten. „Er moet een nieuwe balans worden gezocht tussen dynamiek en zekerheid”, zei hij woensdag.
Op dezelfde bijeenkomst betichtte FNV-bestuurder Wilna Wind het kabinet echter van kiezersbedrog als het zich „voor de kar van de werkgevers laat spannen” en het ontslagstelsel op de agenda zet voor de participatietop. „Dat is vragen om sfeerbederf”, aldus Wind. Zij benadrukte dat er in de verkiezingsprogramma van zowel het CDA als de PvdA niet wordt gerept over versoepeling van het ontslagrecht. „Op de participatietop moet het gaan over: aan de slag. En niet over ontslag.”
Donner is daarmee terechtgekomen in een lastige situatie. Nu het nieuwe kabinet hoog van de toren blaast door voortdurend te benadrukken dat het in de eerste honderd dagen van de regeringsperiode intensief het oor te luister legt in de samenleving, moet deze zoektocht naar consensus wel een succes worden.
Op dit moment hebben de partijen elkaar echter stevig in de houdgreep. Dat er voor de ’poldertop’ zelfs nog geen datum -laat staan een agenda- is vastgesteld, spreekt boekdelen.
Met zijn opmerkingen, waarmee Donner woensdag nadrukkelijk voorsorteerde op een soepeler ontslagstelsel, lijkt hij vastbesloten om de regie toch maar stevig in eigen hand te houden.