Dat staat in een advies van de Algemene Energie Raad (AER) dat woensdag is aangeboden aan minister Van der Hoeven van Economische Zaken.Volgens de AER heeft het de laatste jaren ontbroken aan een degelijke toetsing van de maatregelen voordat die werden ingevoerd. Dat was een belangrijke oorzaak van het zigzagbeleid, aldus de AER in het rapport ”Energietechnologie voor de toekomst, leren en innoveren”.

De toenmalige minister Brinkhorst van Economische Zaken vroeg vorig jaar om het advies. Er was veel kritiek vanuit bedrijfsleven en milieubeweging, omdat het subsidiebeleid te vaak veranderde en daardoor investeerders afschrok. Bovendien wilde Brinkhorst dat de subsidie-euro’s beter besteed zouden worden.

De AER noemt als belangrijke misser bij de subsidies voor het opwekken van groene stroom dat prijsstijgingen van olie en gas, die alternatieve energie aantrekkelijker maken, niet automatisch leidden tot een daling van de subsidies. Deze zogeheten MEP-subsidies werden vorig jaar augustus door toenmalig minister Wijn van Economische Zaken stopgezet omdat de kosten uit de hand liepen. Het nieuwe kabinet moet nog komen met een regeling die beter werkt.

De AER stelt dat de doelstelling om de uitstoot van het broeikasgas CO(in2( te verminderen, centraal moet staan in het beleid. Om tot vermindering te komen, moet er een goede mengvorm zijn van enerzijds verplichtingen en anderzijds subsidies. De raad vindt dat de aanvragers van de subsidies met elkaar moeten concurreren om te bereiken dat de beste projecten gehonoreerd worden. Als voorbeeld van nieuwe verplichtingen wordt genoemd een minimumrendementseis aan cv-installaties en aan auto’s.

Ook stelt de raad voor het systeem van de verhandelbare rechten om CO(in2( uit te stoten, aan te passen. Zo zouden energiebedrijven die bij hun klanten energiezuinige kleinschalige elektriciteitscentrales plaatsen daarvoor beloond kunnen worden met extra emissierechten.

Bovendien stelt de AER voor om nieuwe technologie alleen te stimuleren als die octrooibaar is. Voor niet-octrooibare kennis bestaat in de industrie nauwelijks belangstelling. Het financieren van toegepaste research die geen octrooi kan opleveren is in feite verspilling, denkt de raad. De AER vindt het verder van belang dat niet alleen de overheid, maar ook marktpartijen geld steken in nieuwe technologie. „Dit verkleint de kans dat geïnvesteerd wordt in kennisontwikkeling die uiteindelijk niets oplevert.”