Geheime dienst snuffelde in oud papier IKV
Titel: ”Vooruitgeschoven spionnen”
Auteur: Mient Jan Faber
Uitgeverij: het Spectrum, Utrecht, 2007
ISBN 978 90 274 4549 0
Pagina’s: 276
Prijs: € 19,95.
In ”Vooruitgeschoven spionnen” beschrijft Mient Jan Faber (Coevorden, 1940) zijn persoonlijke ervaringen tijdens het rumoerige kernwapendebat in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Van 1974 tot 2004 was Faber algemeen secretaris van het IKV. Nu is hij bijzonder hoogleraar veiligheidsvraagstukken aan de VU.
Uit het boek blijkt dat hij en andere IKV’ers niet alleen door het Oost-Europese inlichtingenwezen werden geschaduwd, maar dat ook de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), die de vredesactivisten met argusogen volgde. In 1981 werd Faber getipt dat de schoonmaakploeg die het IKV-gebouw opruimde, door de dienst was ingehuurd. De inhoud van de papierbakken werd dagelijks afgeleverd bij de BVD (nu AIVD geheten). Na de tip zette Faber de schoonmakers onmiddellijk op straat.
De belangstelling van de geheime dienst was niet geheel ten onrechte. Sommige vredesactivisten heulden met Oost-Europese regimes, terwijl bepaalde antikernwapenacties regelrecht werden gesteund door de Sovjet-Unie.
Opa Meier
In de herfst van 1981 waren de antikernwapendemonstraties in West-Europa niet van de lucht. De acties waren gericht tegen het besluit van de NAVO 572 Amerikaanse middellangeafstandraketten te plaatsen als antwoord op de SS-20-raketten van de Russen. In Nederland zouden 48 van deze zogeheten kruisraketten worden gestationeerd, de overige in Italië, Duitsland, België en Engeland.
Actiegroepen in de vijf plaatsingslanden wisten enorme mensenmassa’s op de been te brengen. Aan de demonstratie in Nederland op 21 november 1981 namen maar liefst 400.000 mensen deel.
Een van de sprekers was Mient Jan Faber, die in ”Vooruitgeschoven spionnen” verhaalt hoe hij een speciaal welkom heette aan opa Meier. Die ochtend had deze opa in het dagblad Trouw een advertentie geplaatst waarin hij zijn partijgenoten uit het CDA ertoe opriep de vergadering van de partijraad te laten schieten en naar de demonstratie op het Museumplein in Amsterdam te gaan.
De massa reageerde als in extase. „Opa! Opa!” scandeerde de menigte. Het was volgens Faber een overweldigend moment. De kater kwam een week later. De advertentie bleek een creatieve grap van een Amsterdamse student te zijn geweest.