Cultuur & boeken

Liefde voor de beproefde waarheid

Titel: ”Gedenk Zijn grote daden. Een gevarieerde bundel schetsen en verhalen uit de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten”
Auteur: L. Vogelaar
Uitgeverij: Gebr. Koster, Barneveld 2006
ISBN 90 5551 410 1
Pagina’s: 227
Prijs: € 18,50.

Ds. J. M. D. de Heer
28 March 2007 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 04:38

Nog voordat het jubileumjaar van de Gereformeerde Gemeenten aanbrak, verscheen een bundel schetsen over het kerkverband, dat in 1907 ontstond. L. Vogelaar heeft al veel van de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeenten aan de vergetelheid ontrukt. Ook zijn nieuwste boek lijkt dit doel te hebben. Daardoorheen gemengd is een liefde te proeven tot het kerkverband waarin de auteur als derde generatie mag dienen in een ambt. Het boek ”Gedenk Zijn grote daden” bestaat uit vijf hoofdstukken die tamelijk los van elkaar staan. Het zet in met herinneringen aan het ouderlijk huis van ds. G. H. Kersten, de predikant die aan de wieg stond van de Gereformeerde Gemeenten. De herinneringen aan diens ouderlijk huis zijn overigens van zijn jongere broer A. J. Kersten. Dergelijke herinneringen kunnen licht werpen op het latere leven en werk van een persoon.

Ds. Kersten was nog jong toen dr. A. Kuyper een groot stempel zette op een aanzienlijk deel van kerkelijk Nederland. Tallozen dronken zijn beschouwingen over kerk en staat, over verbond en doop in. Zo niet in het gezin waarin G. H. Kersten opgroeide. Van jongs af aan kreeg Henri Kersten juist een diepe afkeer mee van het verbondsoptimisme binnen de Gereformeerde Kerken. A. J. Kersten schreef daarover: „Kwamen de verbondsmannen met een eenvoudig kind des Heeren in aanraking dat met geen redeneringen kon tevreden gesteld worden, dan was hun meewarig oordeel: Ja, we geloven wel dat u God vreest, maar u dwaalt. Dan was het antwoord wel eens: Nou, laat mij maar dwalen, hoor, de Heere brengt mij misschien nog terecht”. Kersten voegde er aan toe: „Die oudjes konden niets aannemen dat hun niet van de hemel geschonken was, en zo is dat nog met al Gods kinderen en zo zal dat ook blijven.”

Tegenover de grootse theologische bouwwerken van Kuyper stonden zulke eenvoudige getuigenissen van kinderen Gods. De jonge Kersten viel voor het laatste. Deze sfeer heeft zijn jonge jaren gestempeld. Het is daarom te begrijpen dat hij, toen hij later predikant was, juist de leer van de verbonden zo heeft uitgediept. De strijd van ds. Kersten tegen de verbondsopvattingen van de Gereformeerde Kerken, van de christelijke gereformeerde ds. J. Jongeleen en de hervormde dr. J. G. Woelderink heeft wortels die teruggaan tot zijn jeugd.

Het tweede, en verreweg langste hoofdstuk van het boek is een chronologisch feitenrelaas rond de vereniging van ledeboeriaanse en kruisgezinde gemeenten in 1907. Het begint in 1899 en loopt door tot eind 1907. Bij dit hoofdstuk dringt zich het beeld op van een hoeveelheid met zorg uitgezochte bouwmaterialen die staan te wachten om verwerkt te worden. Voor veel lezers zal het dan ook niet meevallen de hoofdlijn te ontdekken in de opeenstapeling van gebeurtenissen. Duidelijk is wel dat de kerkvereniging van 1907 niet een zaak van organisatie was, maar van geestelijk naar elkaar toegroeien. Op 25 september 1903 sprak Kersten op een kerkenraadsvergadering van de kruisgemeente te Meliskerke -daar was hij oefenaar- dat de „Ledeboeriaanse gemeenten bijna de enige zijn die met ons zich vastklemmen aan de oude, beproefde waarheid, tegenover de voorwerpelijke leer onzer dagen.” Daar lag voor ds. Kersten het hart van de zaak: de oude, beproefde waarheid. Die erfenis heeft het nu honderdjarige kerkverband meegekregen.

Uit het hoofdstuk over de Gereformeerde Gemeenten in de naoorlogse jaren blijkt dat juist de schriftuurlijk-bevindelijke prediking velen aantrok, vooral vanuit Nederlandse Hervormde Kerk. Naast groei en aantrekkingskracht waren er na de oorlog wel degelijk punten van zorg. Er trad een vermenging op van godsdienst en wereld. Een van de predikanten vatte het kernachtig samen: „Ge kunt dansen, bioscoop gaan, voetballen enz., mét godsdienst.” Zijn bedoeling was duidelijk: dit leert Gods Woord niet.

Het laatste hoofdstuk gaat over de band van de Gereformeerde Gemeenten met de militairen die in Indië hebben gediend. Zij die dienst hebben gedaan in Indië en daar een onvergetelijk deel van hun leven hebben doorgebracht, zullen ook dit stukje herinnering graag tot zich nemen. Het is een voorbeeld hoe de kerk zorg kan dragen voor leden in gevaarlijke omstandigheden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer