Tja, wie kan bezwaar maken tegen zo’n advies. Hoogstens de concurrent, omdat die ook z’n best doet en graag klanten bindt. Maar Altrex is zonder meer een begrip. Aan de ene kant een ouderwets Nederlands productiebedrijf, anderzijds hypermodern en innovatief, met regelmatig nieuwe snufjes en verbeteringen. ”Relax. Het is een Altrex”, is sinds 2002 de slogan.„Onze afdeling engineering is goed in standaard- en niet-standaardoplossingen”, zegt Hannie Adolf van Altrex. Dat dit niet zomaar een gelikte zin is van een communicatiedame, blijkt bij een rondgang door fabriek, logistiekcentrum en trainingscentrum. In dat laatste komen onder andere dealers, afnemers en brancheverenigingen professioneel oefenen. Want met een klimwerktuig met KOMO-KlimKeur mag niets meer mis gaan. Die sticker zit op de ”Professional”-lijn, die bestaat naast ”Heavy Duty” en ”Home&Garden”. Een Altrexladder is altijd te herkennen aan de ene rode sport die de maximale stahoogte markeert.

Sinds 2003 zitten alle disciplines, inclusief het hoofdkantoor, onder één dak op een terrein van 4 hectare, onderdeel van het Zwolse industrieterrein Hessenpoort. De gebouwen beslaan driekwart van die oppervlakte.

De geschiedenis van Altrex begint in 1950, als in Rijswijk de firma Bijstede start. Zes jaar later verkast het bedrijf naar Nunspeet, om dichter bij de (op dat moment) belangrijkste afnemer van klimmaterialen te zitten: Defensie. De naam verandert dan in Altrex. Het bedrijf fabriceert in het begin ook strijkplanken, wasrekken en droogmolens. Maar dat is vroeger.

Zwolle blijkt begin deze eeuw de ideale plaats voor nieuwbouw. „In Nunspeet liepen we klem, Zwolle bood goede opties. Voor het personeel uit de regio was de nieuwe locatie nauwelijks een bezwaar.” Op dit moment werken er 180 mensen, van wie 120 in de productie. Steeds meer werk gebeurt automatisch, maar de aantrekkende markt zorgt ervoor dat het personeelsbestand toch op sterkte blijft.

In 2003 deed Altrex het eigen Nederlandse verhuurbedrijf Hi-reach van de hand, tegelijk werd dezelfde verhuuractiviteit bij de zusterorganisatie in België afgestoten. „We zijn ons meer gaan concentreren op de dingen waarin we bewezen goed zijn”, zegt Altrexdirecteur Eugène Derksen. Na jaren van stabiliteit is er sinds drie jaar weer sprake van groei, meldt hij. „Gaat het goed in de bouw, zoals nu, dan zien we de vraag naar rolsteigers explosief toenemen. In die zin volgen we de conjunctuur. Wordt er weinig gebouwd, dan zijn er minder ladders en steigers nodig.”

In België en Zweden zitten Altrexzusterbedrijven. Een feitenlijst in het magazijn vertelt dat vijftien trailers per dag de Benelux bedienen, de helft van dat equivalent zwerft wekelijks wereldwijd uit. Anderhalf miljoen stuks -van keukentrapje tot rolsteiger- verlaten jaarlijks de Zwolse fabriek. In orders uitgedrukt zo’n 2000 per week. Derksen: „De omzet beliep afgelopen jaar bijna 45 miljoen euro.”

In Nederland levert Altrex via een breed retailnetwerk. De klimmaterialen voor consumenten zijn te vinden in bouwmarkten en doe-het-zelfzaken. De professionele lijn wordt verkocht via het landelijke Altrex Quality Dealernetwerk van tachtig dealers met 200 vestigingen, vertelt Adolf. „In onder andere Australië, Japan en Amerika hebben we distributeurs. In de VS zijn we marktleider in hangbruggen voor onderhoud, vanwege de vele hoogbouw daar. Ook in Japan doen we op dat gebied veel. Verder is het Midden-Oosten een goede afnemer, ook vanwege ons niet-standaardprogramma.”

Wie iets speciaals zoekt, kan in Zwolle terecht. Podia voor mannenkoren, droogtorens voor tenten van Defensie, hangbruggen voor stadions, rietdekkersteigers en werkbordessen voor tanks en heli’s: Altrex maakt het. Op verzoek geleverd in de firmakleur, zoals bijvoorbeeld het oranje van verhuurder Boels.

Dat de fysieke productie nog immer in Nederland plaatsvindt, heeft twee redenen, zegt Derksen. „De regelgeving en veiligheidseisen zijn hier zeer streng, veel strenger dan waar ook ter wereld. Dat betekent dat je producten automatisch aan de top blijven staan. En om de arbeidskosten te drukken, is er de laatste jaren veel werk geautomatiseerd. De productie nu verloopt compleet anders dan vijf jaar geleden.”

Hij tekent daarbij aan dat het bewaken van de kostprijs een „voortdurend punt van aandacht en zorg” is. „Want je moet je constant afvragen hoe lang de markt jouw prijzen wil betalen. Aan de andere kant zie je ook dat aannemers, schilders, installateurs en ook de consument makkelijk wat meer betalen, omdat ze weten dat ze het topsegment aanschaffen en wat betreft de veiligheid geborgd zijn.”