„Nu worden flexwerkers te vaak aan het lijntje gehouden terwijl ze na bewezen diensten veel te gemakkelijk in de WW belanden. Dat moet afgelopen zijn”, vindt Paas. Het CNV wil daarom dat werkgevers investeren in de scholing van flexibele krachten, zodat zij hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.Onder het motto ”Hoe flexibel ben jij” deed het CNV onderzoek naar de ervaringen van werknemers met tijdelijke contracten. Het grootste deel van de ondervraagden blijkt „geen enkele” zekerheid te hebben dat er een vast contract volgt. Het allerergste vinden de werknemers dat ze steeds opnieuw op zoek moeten naar een andere baan, aldus het CNV. Verder lopen ze aan tegen moeilijkheden bij het afsluiten van een hypotheek.

De vakbond meldt dat 44 procent van de nieuwe WW-aanvragen afkomstig is van deze groep. CNV wil werkgevers daarom een hogere WW-premie laten betalen voor werknemers in tijdelijke dienst. Zodra een werkgever investeert in scholing, kan hij de extra kosten terugverdienen.

Paas zei vrijdag dat hij zo de trend wil doorbreken dat bedrijven steeds meer „wegwerppersoneel” gebruiken. Volgens hem dumpen nu te veel werkgevers hun tijdelijke krachten na afloop van hun contract in de WW. „Die is daar nooit voor bedoeld.”

„De hele maatschappij draagt hier de lasten van”, aldus Paas. Hij wil dat rechtzetten en de vervuiler laten betalen. Als werkgevers per se veel flexkrachten willen, heeft dat volgens Paas gewoon zijn prijs. „Alle waar naar zijn geld.”

De CNV-voorzitter bepleit meer zekerheid voor flexwerkers. Via scholing bijvoorbeeld. Maar in tijdelijke krachten wordt meestal juist minder geïnvesteerd dan in vast personeel, zegt Paas, en omdat te veranderen wil hij dat de overheid „desnoods kostendekkend” de opleidingskosten voor flexibele werknemers compenseert.

Volgens de Wet flex en zekerheid kan iemand maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar tijd krijgen. Het mag ook langer als werkgevers en vakbonden dat in cao’s afspreken.

Het ministerie van Sociale Zaken evalueert de zogenoemde Flexwet binnenkort. Paas stelt dat nu vaak personeel na drie contracten als ’wegwerppersoneel’ wordt ingeruild voor anderen. Hij wil dat de wet wordt aangescherpt tot maximaal twee contracten, zodat werknemers niet te lang in onzekerheid verkeren. Vaker verlengen moet wat het CNV betreft alleen mogen als daar een compensatie tegenover staat, zoals extra scholing of een risicobonus. Ook moeten mensen tijdig horen of hun contract wordt verlengd.

Volgens werkgeversvertegenwoordiger Mario van Mierlo van MKB-Nederland werkt de opstelling van het CNV contraproductief. „De vakbeweging wil eerst niet praten over het ontslagrecht en stelt nu voor om de loonkosten te verhogen. Deze moeten juist lager, want dan nemen werkgevers sneller personeel aan.”

Minister Donner (Sociale Zaken) neemt het CNV-plan mee naar de Participatietop. Daar bespreekt hij nog voor de zomer met werkgevers en de bonden hoe meer mensen aan het werk geholpen kunnen worden. Hij waarschuwde wel alvast dat het bieden van meer zekerheid aan mensen met een tijdelijk contract de kansen voor werklozen om nog een baan te vinden kan verkleinen. „Wat voor de een gunstig is, kan de ander juist schade doen.” Hij wijst erop dat werkgevers weer zullen zoeken naar andere vormen van flexibele arbeid.

Vorig jaar september maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend dat de vraag naar flexwerkers in een jaar tijd met 10 procent was toegenomen. Volgens het CBS was dit een gevolg van het aantrekken van de economie. Als de economie aantrekt, zetten werkgevers vaak flexwerkers in, verklaarde het CBS. Pas als de groei doorzet, nemen zij meer vast personeel in dienst.