Eerst geloven, dan begrijpen
Een mens moet eerst geloven en dan zien en begrijpen, zo geeft Augustinus als les. Maar tegelijkertijd wijst hij het verstand zijn plaats. „Over God hebben we het. Vindt u het gek als u het niet begrijpt? Als u het begrijpt gaat het niet over God.”
Genoemd citaat is een passage uit een preek over het evangelie van Johannes. Voor het eerst zijn alle 43 bewaarde preken van Augustinus in het Nederlands vertaald. We danken dit aan het Augustijns Instituut in Eindhoven, dat met voortvarendheid werken van Augustinus in het Nederlandse taalgebied op de markt brengt.Voor wie elke dag iets van de kerkvader wil lezen, is er een dagboek. Ds. Matthias Smalbrugge, protestants predikant te Aerdenhout, gaf een bloemlezing uit met citaten van Augustinus. In de volgorde van de liturgische kalender zijn fragmenten gekozen die inzicht geven in de verschillende aspecten van Augustinus’ denken. Het betreffen mystieke, polemische en theologische fragmenten, die de veelzijdigheid van de kerkvader weerspiegelen. De teksten zijn soms kort, maar kernachtig en direct, zoals we van de kerkvader gewend zijn. Een mooie introductie in het denken van Augustinus voor wie niet gewend is om een heel boek van hem te lezen.
Eenheid
Augustinus’ werk bestaat voor een belangrijk deel uit gelegenheidswerken. Zo gaat hij in ”De strijd van een christen” in op de vraag hoe het komt dat gelovigen dikwijls zo in onmin met elkaar leven. Augustinus had in zijn tijd te maken met de donatisten die de eenheid van de kerk bedreigden. Hun strijd was naar Augustinus’ overtuiging een slechte strijd, omdat christenen erdoor uiteen werden gedreven. Daartegenover stelt hij de goede strijd die de eenheid behoudt of herstelt.
In het genoemde boekje toont Augustinus dat elk mens in zichzelf met het kwade dient te strijden. De christen is verwikkeld in de strijd met de boze machten in de lucht, de wereld en de eigen begeerten. Voor een succesvolle strijd is het geloof een belangrijke voorwaarde. De strijd is belangrijk, want, zo zet Augustinus uiteen, de overwinningskrans wordt alleen maar beloofd aan mensen die strijden.
Het boekje is een fijnzinnige verhandeling over de aard van de strijd die niet uitgevochten wordt op het niveau van het lichaam, met het zwaard, maar op het niveau van de ziel, met het geloof. De kerkvader keert zich tegen de pretentie van de donatisten dat de heilige kerk alleen maar levenskracht in Afrika bezit. De Schrift leert immers dat de kerk van Christus (in Augustinus’ termen ”de katholieke kerk”) onder alle volken is verbreid. „Dat geeft aan dat zij die door het zwaard van een scheurmakerij worden getroffen, slaaf zijn van hun primitieve verlangens. Ze zijn nog niet uitgeleid naar de vrijheid van de Heilige Geest en stellen hun vertrouwen nog steeds op de mens.”
Christus de weg
Het belangrijkste werk dat hier genoemd wordt is de vertaling van alle 43 bewaarde preken van Augustinus. De preken moeten niet verward worden met de 124 verhandelingen van Augustinus over het Johannesevangelie, waarvan ook een integrale Nederlandse vertaling in voorbereiding is. De titel, ”De weg komt naar u toe”, is prachtig gekozen: Christus als de Weg is naar ons toegekomen, zodat we niet meer de weg hoeven te zoeken. Daarbij geeft hij dit advies: „Het is beter over de weg te strompelen dan naast de weg te marcheren!” Je moet pas bang zijn als je náást de weg komt, want daar heeft de vijand de toestemming van God gekregen om valstrikken te leggen, juist om te voorkomen dat we onbekommerd en zorgeloos van de weg afgaan en in de val lopen.
Augustinus roept de mens voortdurend op om zich niet op te houden met de verlangens van deze wereld. Onze harten moeten gericht worden op de hogere zaken van onze ziel en het onzichtbare. God is de bron van het leven en van de wijsheid, Hij is het ware Licht. Ook sommige filosofen hebben van verre gezien dat er een vaste, onwrikbare, onveranderlijke waarheid is, waarin alle beginselen van al het geschapene liggen opgeslagen.
Wie God wil kennen, moet nederig en ootmoedig zijn. God is te groot en te verheven voor de mens, zegt Augustinus. Daarom stelt hij voor om „onderaan” te beginnen, namelijk met Gods nederigheid, zoals die geopenbaard is in Christus. Vandaaruit kan opgeklommen worden naar Gods verhevenheid. „Laat Christus in uw hart wonen door geloof, zoek uw wortels en fundament in de liefde. Dan raakt u geheel vervuld van Gods volheid.”
Vrije genade
De kerkvader legt regelmatig de nadruk op de eenheid van de katholieke kerk. Die eenheid is verspreid over de gehele wereld. Van die eenheid mag u zich niet losmaken, als u deel wilt hebben aan de genezing, schrijft Augustinus. De zonde wordt bij Augustinus vooral gezien als een ziekte, vandaar de nadruk op Christus als de Geneesheer. Toch denkt Augustinus niet optimistisch over de mens. We moeten niet van de gevangenschap van het lichaam bevrijd worden, maar van „de slechtheid van de ziel.”
Augustinus leert de vrije genade tegenover de leer van de pelagianen, een van zijn belangrijkste tegenstanders. De genade van God is een geschenk van God, het grootste geschenk is de Heilige Geest. „Genade is gratie, is gratis”, schrijft de kerkvader, niet een beloning na weging van onze verdiensten. Toch kan Augustinus onbekommerd oproepen tot de daad. „Doe wat u kunt. God verlangt niet van u wat u niet kunt.” „God gaf u ogen in uw hoofd en verstand in uw hart. Schud dat verstand van uw hart wakker, activeer die bewoner van dat innerlijk oog.”
De lezer komt in dit werk de befaamde uitdrukking van Augustinus tegen dat de mens eerst geloven moet en dan zien en begrijpen. „De verborgen geheimen van Gods rijk vragen eerst om geloof en brengen zo de mensen tot begrip. Het geloof is namelijk de opstap naar begrip: het begrip is de beloning voor het geloof.” De mens moet dankbaar zijn dat God hem het vermogen gaf om te zien. Daardoor kan hij geloven wat hij nog niet kan zien. Dat geldt ook ten aanzien van God. Hij is mens geworden zodat de mens in één persoon iets had om te zien en iets om te geloven.
Menselijk verlangen
Typisch Augustinus is dat hij het verstand een plaats geeft die ondergeschikt is aan het geloof. God is ver boven ons verstand verheven. „Over God hebben we het. Vindt u het gek als u het niet begrijpt? Als u het begrijpt gaat het niet over God.” Het is een geloven tegen het zichtbare in. „Geloven is: vasthouden aan wat je nog niet kunt zien. U moet steeds blijven geloven in wat u nog niet ziet. Dan wordt u niet beschaamd als u het ziet.”
Resumerend: onze kennis van de kerkvader is met deze uitgaven opnieuw vermeerderd. Het blijft verbazen dat Augustinus nog steeds zijn weg weet te vinden naar het publiek van deze tijd. De kerkvader is met zijn boodschap van genade en liefde in staat om in te spelen op het menselijk verlangen naar geluk en bevrediging. De kracht van de liefde, het tekortschieten van materiële verlangens in het bereiken van (innerlijk) geluk, de eenheid van de kerk, het zijn alle thema’s die volop actueel zijn. De levendige stijl van de kerkvader en de originele exegese van Bijbelteksten doen de rest.
N.a.v. ”De weg komt naar u toe. Preken over teksten uit het Johannesevangelie”, door Aurelius Augustinus; uitg. Damon, Budel, 2007; ISBN 978 90 5573 767 3; 365 blz.; € 34,90;
”De strijd van een christen”, door Aurelius Augustinus; ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Joost van Neer, Anke Tigchelaar en Izak Wisse; uitg. Damon, Budel, 2006; ISBN 90 5573 728 3; 144 blz.; € 14,90;
”Wijsheid van Augustinus: 365 teksten voor elke dag van het jaar”, samengesteld door Matthias Smalbrugge; uitg. Lannoo, Tielt, 2006; ISBN 90 209 6647 2; 328 blz.; € 19,95.