Cultuur & boeken

Moede van de zee

In juli 1889 stak de elfjarige Meewes Visser de hooiberg bij de boerderij van zijn ouders in brand. Want, zo verklaarde hij tegenover de veldwachter, hij had Michiel de Ruyter nagedaan -de boerderij van diens grootouders ging in vlammen op- in de hoop dat ook hij naar zee kon gaan. Wie weet welk kind dit jaar volgt, want de geboorte van de zeeheld (1607-1676) wordt groots herdacht. Met onder meer een stapel boeken.

Dr. R. P. de Graaf
21 March 2007 08:45Gewijzigd op 14 November 2020 04:37
Voordat Michiel de Ruyter admiraal werd, had hij zich op 45 jarige leeftijd al teruggetrokken uit zeezaken. Zo graag wilde men hem op de oorlogsvloot hebben, dat hij uit plichtsbesef aanbood nog voor één jaar te willen dienen. Het zou een kwarteeuw worden
Voordat Michiel de Ruyter admiraal werd, had hij zich op 45 jarige leeftijd al teruggetrokken uit zeezaken. Zo graag wilde men hem op de oorlogsvloot hebben, dat hij uit plichtsbesef aanbood nog voor één jaar te willen dienen. Het zou een kwarteeuw worden

Dat 2007 Michiel de Ruyterjaar zou worden, was niet vanzelfsprekend. In 1907 werd de geboortedag van Neerlands beroemdste zeeheld nog grootscheeps herdacht, met feesten, toneelvoorstellingen en theelepels. Maar in 1976 was het de dood in de pot. Alleen de marine deed iets van betekenis, maar premier Den Uyl distantieerde zich nadrukkelijk van de plechtigheden. Waarschijnlijk omdat De Ruyter hem in negatieve zin deed denken aan de tijd die onze huidige premier juist instemmend memoreerde toen hij de VOC-mentaliteit aanprees. En inderdaad, ondanks de vele uitmuntende eigenschappen van de gevierde admiraal: aan zijn handen kleefde wel het bloed van kaperij en kolonialisme.Desondanks verwierf De Ruyter zich een plaats in de canon van de Nederlandse geschiedenis. En dan te bedenken dat hij zich op 45-jarige leeftijd als gewoon kapitein uit zeezaken had teruggetrokken, omdat hij, zoals hij zei „moede was van de zee.” Zo graag wilde men hem op de oorlogsvloot hebben, dat hij na aarzelen en uit plichtsbesef aanbood nog voor één jaar te willen dienen. Het zou een kwarteeuw worden.

Bankbiljet
Aan de betekenis die De Ruyter wordt toegedicht, valt overigens wel wat af te dingen. Aan de vlootvoogd -de eerste die als niet-lid van het koningshuis op een bankbiljet werd afgebeeld- is veel toegeschreven waaraan hij in werkelijkheid een veel kleiner aandeel had. Het bekendste voorbeeld hiervan is de tocht naar Chatham in de zomer van 1667, tijdens de Tweede Engelse Oorlog. Nooit werd in de vier oorlogen tegen Engeland meer buit en eer behaald dan toen op de rivier de Medway. Uit recente historische studies blijkt evenwel dat het plan bedacht was door de Hollandse raadpensionaris Johan de Witt en dat het werd uitgevoerd en doorgezet door anderen dan De Ruyter.

De Ruyter bleef in de achterhoede, hij was ziek en had in de krijgsraad gezegd dat de stoutmoedige aanval gekkenwerk was, gelet op het Engelse geschut, de getijden, de ketting over het water en de bochtige rivier. Maar om met de De Wittkenner Luc Panhuysen in Historisch Nieuwsblad te stellen dat De Ruyter blijkbaar geen verbeeldingskracht had en bang was uitgevallen, gaat te ver. Zijn militaire loopbaan bewijst het tegendeel. De Ruyter was niet bang in de zin van laf. Maar net als prins Maurits was hij „bang om de dure militaire middelen te riskeren.”

Buitengewoon mens
Wie geïnteresseerd is in het leven van De Ruyter kan terecht bij het nieuwste boek van de historicus J. G. Kikkert, dat de titel ”Michiel Adriaenszoon De Ruyter. Bestevaer 1607-1676” draagt. Uiteraard is er ook de biografie ”Rechterhand van Nederland” van Ronald Prud’homme van Reine uit 1996, die onlangs in goedkope herdruk verscheen.

In beide boeken treedt een buitengewoon mens voor het voetlicht. Voor wie op zoek is naar de overtreffende trap, is de heruitgave van de eerste biografie van De Ruyter echter een must. Elf jaar na de dood van de vlootvoogd publiceerde dominee Gerard Brandt zijn vuistdikke ”Leven en bedryf van heere Michiel de Ruyter”. Bij Athenaeum - Polak & Van Gennep in Amsterdam verschijnt zaterdag een bloemlezing in hedendaags Nederlands van de hand van Vibeke Roeper en Remmelt Daalder, onder de titel ”Het leven van Michiel de Ruyter”. Voor de fijnproevers brengt Van Wijnen in Franeker in november een fraaie en complete facsimile van dit boek uit.

Brandt was een goede bekende van de nazaten van de admiraal. Zij hadden hem voor dit project gevraagd en hem allerlei stukken uit het archief van De Ruyter ter beschikking gesteld. Brandt schrijft goed, maar pathetisch, in de stijl van Hooft. Hij heeft niets dan lof voor zijn held, die aan meer dan veertig gevechten deelnam, vijftien grote zeeslagen bijwoonde, waarvan de helft als bevelhebber.

Hoewel het boek dus onevenwichtig is, is het als bron onmisbaar. Het bevat ook de beroemde verhalen uit Michiels jeugd. De Ruyters faam was tijdens zijn leven al erg groot, maar nam dankzij Brandt legendarische proporties aan.

Zeer dapper
Om De Ruyter te typeren, grijpt zowel Kikkert als Prud’homme van Reine naar superlatieven. De admiraal was zeer dapper: enkele malen gaf hij anderen het voorbeeld door in een sloep te stappen en aan een stormloop deel te nemen - in de voorste linies. Hij was en bleef bescheiden, veegde zelf zijn kajuit en voerde zijn kippen. Zijn vrouw deed boodschappen op de markt en ze kochten geen kapitaal huis aan de Amsterdams grachten om tussen de kooplui en de regenten te resideren, maar woonden vlak bij de werf en admiraliteit.

De Ruyter was een trouwe echtgenoot (wat allerminst vanzelfsprekend was voor iemand van zijn rang) en een zorgzame vader. Zelfs na zijn dood arriveerden er nog bezorgde brieven aan de kinderen.

Als hoogste aanvoerder kon De Ruyter echter streng straffen als de discipline in gevaar kwam. Hij schuwde ook de doodstraf niet. Anderzijds spaarde hij kosten noch moeite om tientallen dominees en vele anderen van de galeien te bevrijden. Ook was hij intelligent en sprak Spaans, Portugees, Frans, Engels en Iers. Leuk is dat de in Vlissingen geboren zeeman in zijn scheepsjournalen op de gekste plekken een h plaatst of er juist een weglaat.

Vroomheid
Tussen Kikkert en Van Reine zitten flinke verschillen. Kikkert schrijft een vlot verhaal met af en toe een raak gekozen citaat, maar zonder veel diepgang of eigen bronnenonderzoek. Hier en daar is hij niet nauwkeurig.

Van Reines ”Rechterhand van Nederland” is tegenovergesteld. Het steunt op gedegen bronnenonderzoek, jarenlange studie en maakt dat de lezer (onbedoeld?) steeds meer sympathie voor de stoere Zeeuw krijgt. Vooral aan de vroomheid van De Ruyter wordt veel aandacht besteed. Of hij thuis was of in een herberg, of tijdens de krijgsraad of alleen met zijn scheepsjournaal; er ging geen dag voorbij of De Ruyter bad en dankte God - zelfs toen in de slag zijn stiefzoon sneuvelde.

Nadeel is dat vrijwel het hele boek De Ruyter als centrum heeft en houdt, waardoor de anderen een beetje op figuranten lijken. Toch heeft de leesbaarheid er geenszins onder te lijden. Dit boek is een aanrader, maar ”de definitieve biografie”, zoals de uitgever op de achterflap beweert, is het nog niet.

Wat namelijk opvalt is dat er geen analyse plaatsheeft van De Ruyters maritieme strategie. Over de toenmalige doctrine daaromtrent blijft de lezer in het ongewisse, maar ook heeft er geen moderne reflectie plaats. Op de literatuurlijst staat wel het werk van A. Thayer Mahan (”The influence of sea power upon history, 1660-1783”), maar met zijn inzichten wordt niets gedaan. Als Van Reine bijvoorbeeld het werk van de Britse maritiem historicus Julian Corbett bij zijn onderzoek had betrokken, was de vraag beantwoord of de Republiek dankzij De Ruyter ook op een hoger niveau dan dat van de afzonderlijke gevechten, beter af was.

Nu is onduidelijk waartoe een zeemacht in staat is. Wat is het effect van een zeeblokkade geweest? Wat was belangrijker, de handelsvloten beschermen of de vijandelijke oorlogsvloot uitschakelen? Het blijkt dat de gebroeders De Witt lange tijd in de Republiek de lakens uitdeelden. Dus is de vraag gewettigd of zij, en de Staten-Generaal, wel goede strategische inzichten hadden.

Zeeland
Veronica Frenks beschrijft in ”De wereld van Michiel de Ruyter. De trots van Zeeland” vooral, zoals de titel al aangeeft, het Zeeland ten tijde van De Ruyter. Haar boek is gekoppeld aan tentoonstellingen in het MuZEEum in Vlissingen. Vooral voor niet-historici is zij een goede gids door de wereld van kunst en cultuur, visserij, koop- en kaapvaart.

Frenks praat de feiten aan de hand van vele afbeeldingen aardig aan elkaar. Diep gaat het niet, origineel is het evenmin, maar er ontstaat wel een beeld van het Zeeland dat De Ruyter en andere admiraals heeft voortgebracht. Als lezer verwacht je op een kaartje alle bijzondere plekken op Walcheren terug te zien die met De Ruyter te maken hebben, maar helaas. Hoe zat het precies met de kerkbeklimmerij? Waar was die touwslagerij van De Lampsins? Van welke school is De Ruyter verwijderd? Ik wilde daar deze zomer wel eens langs fietsen…

In het Zeeuwse worden we gedeeltelijk verder geholpen met de studie van archivaris Ivo van Loo, ”Kapitein Trouwhand. De Zeeuwse jaren van Michiel Adriaenszoon de Ruyter, 1607-1655”. In wezen gaat het boekje om één ding en dat is de, overigens niet onomstreden, ontdekking dat De Ruyter eerst Trouwhand (tot 1635) geheten zou hebben. Daarna gaven anderen hem de naam De Ruyter en dat vond hij wel best. Toch zou het mij niet verbazen als ook Trouwhand een zogenaamde ”nom de guerre” is. Immers, veel militairen ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog kozen zich namen als Niemandsvriend, Vuurstaal, Onversaagd en Scheefbek. De naam Trouwhand is wel een erg goede typering van ’s mans karakter…

Het leuke van Van Loos boekje is er uit blijkt dat het bronnenonderzoek blijkbaar toch niet is afgerond. Als historici in dit tempo doorgaan, kunnen we met De Ruyter weer honderd jaar vooruit.

N.a.v. ”Michiel Adriaenszoon De Ruyter. Bestevaer, 1607-1676”, door J. G. Kikkert; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2007; ISBN 978 90 5911 529 3; 200 blz.; € 16,95;

”Rechterhand van Nederland. Biografie van Michiel Adriaenszoon de Ruyter”, door Ronald Prud’homme van Reine; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2007 (vijfde, uitgebreide druk); ISBN 978 90 295 6459 5; 424 blz.; € 12,50;

”Gerard Brandt. Het leven van Michiel de Ruyter”, door Vibeke Roeper en Remmelt Daalder (red.); uitg. Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 253 0337 2; 251 blz.; € 19,50;

”De wereld van Michiel de Ruyter. De trots van Zeeland”, door Veronica Frenks; uitg. Walburg Pers, Zutphen, 2007; ISBN 978 90 5730 407 4; 96 blz.; € 19,95;

”Kapitein Trouwhand. De Zeeuwse jaren van Michiel Adriaenszoon de Ruyter, 1607-1655”, door Ivo van Loo; uitg. Zeeuws Archief, Middelburg, 2007; ISBN 978 90 74375 13 9; 32 blz.; € 4,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer