Ondanks dat de bedrijfsnaam anders doet vermoeden, is de Dokkumer Vlaggen Centrale geen pure vlaggenmaker meer. „Langzaam maar zeker zijn we van vlaggenmakers doekbedrukkers geworden”, zegt Hageman, die sinds 2002 als directeur aan het roer staat van het Friese bedrijf. „We leveren een totaalpakket van reclameproducten voor binnen- en buitentoepassing, waaronder spandoeken, gevelbanieren en vloerkleden.”Toch vormt de vlaggenbusiness nog steeds de kurk waar de Dokkumer Vlaggen Centrale op drijft. In totaal verlaten er ieder jaar enkele miljoenen vlaggen het pand, waarvan honderdduizend stuks in de Nederlandse driekleur. Genoeg meters stof om enkele keren de aardbol te omvatten.

Ruim zeventig jaar geleden vormde het wapperende doek de bakermat van het bedrijf. De uit Duitsland afkomstige familie Demes (stoffeerders van beroep) bedachten destijds dat de productie van oranje zwaaivlaggetjes voor het verlovingsfeest van prinses Juliana en prins Bernard wel eens commercieel interessant zou kunnen zijn. De actie werd een succes en in 1936 was de oprichting van de Dokkumer Vlaggen Centrale een feit.

Waren het aanvankelijk landen- en scheepsvlaggen waarmee het Friese bedrijf faam verwierf -de fabriek heeft nog altijd stapels vlaggen van alle landen ter wereld op voorraad-, tegenwoordig komt 80 procent van de omzet uit de verkoop van klantspecifieke producten, zegt Hageman. „Een vlag is een emotieproduct dat zich uitermate goed leent voor het dragen van bijvoorbeeld een bedrijfslogo. In feite maken we visitekaartjes van doek.”

De Dokkumer Vlaggen Centrale is marktleider in Nederland. Hageman: „Zo’n 70 procent van de productie blijft binnen de landsgrenzen.” Toch weten klanten uit de hele wereld het Friese bedrijf te vinden. Het klantenbestand is indrukwekkend: Nederlandse multinationals als Heineken, Shell en Albert Heijn, maar ook wereldomvattende concerns als IKEA maken er deel van uit.

Over de grens zijn onder meer Zwitserland, Duitsland, Engeland en Frankrijk belangrijke afnemers van het in Friesland bedrukte dundoek. Het Midden-Oosten is een duidelijke groeimarkt, stelt Hageman. „Onlangs kregen we een flinke opdracht uit Dubai. Ze doen daar aan de kust relatief veel met doek.”

De deal kostte Hageman aanvankelijk de nodige hoofdbrekens. „Veel zon, veel zand, veel wind. Om dat te kunnen doorstaan is een sterke, kleurvaste vlag nodig. Gelukkig bleek onze vlag de beste.”

De concurrentie in de branche is enorm, erkent Hageman. „Het is hollen of stilstaan.” Om in toenemende mate de prijsdruk uit lagelonenlanden te kunnen weerstaan, verplaatste het Friese bedrijf zijn productie deels ook zelf naar landen als China en Polen. „We hebben zo een potentieel gevaar omgezet in een kans.”

Hageman denkt niet dat de vlaggenmakerij ooit uit Dokkum verdwijnt. „Voorraadproducten zoals landenvlaggen kunnen prima in lagelonenlanden worden geproduceerd, maar in onze branche draait het toch vaak om snelle handel. Wanneer Albert Heijn vandaag een actie verzint, dan moet het bedrukte doek daarvoor morgen worden geleverd. Die productie moet je dus altijd hier doen.”

Vooralsnog gaan de zaken voor het Friese bedrijf -110 vaste medewerkers- crescendo. Vorig jaar werd een nettowinst van 633.000 euro gerealiseerd, zo’n 57 procent hoger dan in het voorgaande jaar. Ook dit jaar verwacht Hageman een fraai resultaat. „Het is waanzinnig druk. De economie trekt duidelijk aan en bedrijven weten ons klaarblijkelijk te vinden.”

Om de concurrent voor te blijven, introduceert de Dokkumer Vlaggen Centrale regelmatig nieuwe producten, variërend van met eigen fotomateriaal bedrukte zitzakken tot hoezen waarmee winkels hun detectorpoorten kunnen verfraaien.

De belangrijkste noviteit van het bedrijf is de ontwikkeling van een doeksoort waarin op korte onderlinge afstand langwerpige gaatjes zijn gestanst. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat een vlag van deze stof geen zoom behoeft, waardoor de vlag minder te lijden heeft van felle wind.

Is de gemiddelde vlag al na een maand of drie aan vervanging toe, de nieuwe stof moet de duurzaamheid flink opkrikken, zegt Hageman. „In het buitenland zijn ze er gek op. Nederlandse bedrijven kijken nog even de kat uit de boom.”