Onderwijs kan leren van buurlanden
Bij alle discussie over het onderwijs in Nederland zouden we eens meer naar het buitenland moeten kijken, zegt C. Maris-Grüger uit Heinenoord. Iemand van buitenaf weet uit ervaring dat onderwijs ook anders kan.
Wat mij opvalt in de hele discussie rond het onderwijs, is dat men in Nederland zo weinig over de grenzen van de buurlanden heen kijkt om te vergelijken en misschien iets van hen te leren. Het Belgische onderwijs bijvoorbeeld heeft een erg goede reputatie en zit kwalitatief op een hoog niveau. Is het niet leerzaam eens na te gaan wat daarvan de reden is en hoe het komt dat zij iets hebben wat wij niet hebben? Ook van Duitsland kunnen wij op onderwijsgebied leren, vooral van de deelstaten Beieren en Baden-Württemberg.Ik ben in 1982 vanuit Duitsland naar Nederland gekomen. Voor die tijd heb ik op Duitse middelbare scholen lesgegeven, en dat met veel plezier en enthousiasme. Hier in Nederland ben ik er na één jaar zelf mee gestopt. Geen les meer geven op Nederlandse scholen was voor mij een actie van zelfbehoud. Wat mij toen al opviel, was het schrikwekkend lage niveau in de moderne vreemde talen, met uitzondering van Engels. Leerlingen waren alleen geïnteresseerd in Engels. Duits en Frans waren onbelangrijk. Dezelfde ideeën heersten in het docentenkorps.
Wat mij ook opviel, was het feit dat leerlingen die lessen hardnekkig verstoorden, die met hun grote mond door alles heen praatten en die niet wilden luisteren, vrijwel nooit van school werden verwijderd. Ze kregen wel ”straf”, bijvoorbeeld iets overschrijven, overblijven of het schoolplein vegen. Maar dat soort straf droeg over het algemeen niet bij aan de verbetering van de toestand. Onder het mom van ”leerplichtig” werden leerlingen met opvallend gedrag jaar in jaar uit door de hele schoolperiode heen meegesleept en konden ze hun destructieve werk tamelijk ongestoord uitoefenen. Er ontbrak (ontbreekt) in Nederland een nuchtere aanpak van belhamels.
Nieuwe leren
Wat mij betreft hoeven we op de jaren van vóór de invoering van het ”nieuwe leren” niet trots te zijn. Mijns inziens moet je nog veel verder in de tijd teruggaan om op waardevol gesteente te stoten. Met de invoering van het nieuwe leren werd er natuurlijk nog een schepje bovenop gedaan. Alles wat met kennis te maken had, werd verdacht. Hadden de leerlingen van toen al weinig weet van grammaticale samenhangen, nu werd dat nog minder. Steeds weer kreeg je van de onderwijstechneuten te horen dat we met onze tijd mee moesten gaan.
Wie anders wilde, was ouderwets. Over een nuchtere, wetenschappelijke onderbouwing werd niet nagedacht. De nieuwe filosofie werd als een gierspuit geïnjecteerd. Het pas ingevoerde werd even later weer afgeschaft om plaats te maken voor het allernieuwste. En het allernieuwste werd op zijn beurt weer vervangen door het ”mega-allernieuwste”. Je waande je meegenomen op de wilde vaart. Mensen die met deze vernieuwingswoede wekelijks te maken hadden, verloren elke keer weer een stuk vertrouwen in de politiek, want wie steeds weer verandert, geeft toe dat z’n vorige stap verkeerd was. Niet alleen het vertrouwen in de politiek werd minder, ook een grote onzekerheid in onderwijsland was het gevolg van dit schommelende beleid zonder houvast. Wat gisteren was, telt niet meer. Op naar nieuwe stranden!
Verder sta ik te kijken van het hoge aantal onbevoegde docenten op de scholen. Logisch in feite, want wie kan nou als bevoegd docent onder zulke omstandigheden nog met plezier lesgeven? Of je stapt op bij de eerste kans die zich aandient, of je wacht in stoïcijnse berusting op het verlossende moment van je pensioen.
Schoolverlaters
Er is in de kring van onderwijsbeunhazen veel nagedacht over hoe het komt dat zo veel jonge mensen hun schoolloopbaan voortijdig afbreken. De schuld wordt dan gezocht bij de leerlingen zelf, als zouden zij zich van tevoren niet genoeg hebben geïnformeerd over hun school. Er moet dus betere voorafgaande informatie komen, denkt men. Waarom zoekt men de schuld niet bij de school zelf, of beter nog: bij het systeem waarin deze school ongelukkig zit vastgeklemd?
Jammer dat niet alle vroegtijdige schoolverlaters die het Nederlandse onderwijs heeft verbrijzeld en uitgespuugd, een nieuwe kans in het buitenland krijgen. Je zou het ze zo van harte gunnen.
Ik vraag me wel eens af hoe het komt dat er op Nederlandse scholen zo veel overspannen leraren zijn en zo veel leerlingen met de ziekte van Pfeiffer. Er zou eens onderzoek moeten worden gedaan om na te gaan hoe het er in de buurlanden uitziet. Is er een vergelijkbaar hoog aantal op scholen in Engeland, België of Duitsland? De ziekte van Pfeiffer is op Nederlandse scholen zo gewoon dat niemand er meer raar van opkijkt als je zegt dat je het hebt. Wat zijn hiervan de oorzaken? Hoe komt het dat ze in de buurlanden er zo veel minder last van hebben?
Ik ben niet de enige die het Nederlandse onderwijs in een negatief licht ziet. Velen denken zo, maar praten er niet over. Een flegmatische houding kenmerkt grote delen van het docentenkorps. Ook zullen docenten niet gauw toegeven hoe het er in hun lessen aan toe gaat. Er heerst een taboe op. Niemand krijgt graag het stempel opgedrukt geen orde te kunnen houden. Daarom zeggen ze liever tegen de buitenwacht: „Ik vind lesgeven reuzeleuk, gezellig al die spontane en opgewekte kinderen in de klas, ze zijn veel mondiger dan vroegere generaties.” Maar ze verzwijgen dat ze ’s nachts in bed liggen te huilen van ellende. Want een rommelige les is in Nederland nog steeds de schuld van de leraar, nooit die van een deficiënte ouderlijke opvoeding.
Misère
Ouders hebben de misère in het onderwijs niet gauw door. Misschien moet je buitenlander zijn om de hele omvang van de ellende te kunnen overzien. Iemand van buitenaf weet uit ervaring dat onderwijs ook anders kan. Dat leren plezierig kan zijn, mits er een zekere orde heerst; dat klassikale uitleg en klassikaal interactief oefenen positieve resultaten voortbrengt; dat discipline gunstig uitwerkt, omdat belhamels erdoor in toom gehouden worden, en verlegen, teruggetrokken leerlingen beschermd worden. Zij weten dat het recht van de grootste mond een lokaal beperkt fenomeen is en dat niet overal in Europa zo grootschalig geknoeid is op het gebied van het onderwijs.
Wat ons gezin betreft, wij zullen de mogelijkheden aangrijpen die zich aandienen om onze kinderen op scholen in het naburige buitenland in veiligheid te brengen.