Geef gevangenen toekomstperspectief
Samen werken, samen leven” is het motto van het coalitieakkoord. Ieder mens telt en iedereen mag meedoen. Het akkoord is gebouwd op zes pijlers. Veiligheid, stabiliteit en respect is de vijfde. Wie het niet zo nauw neemt met deze pijler, zal het weten. „Waar grenzen worden overschreden, volgt een stevige aanpak.” Prima! Neem de overtreder maar serieus. Hoe eerder, hoe beter. Wie verantwoordelijkheid loslaat, laat de mens los. Daar is niemand bij gebaat. De samenleving niet, maar ook criminelen niet.
We hebben toch de reclassering? Inderdaad, maar die levert ’producten’ als taakstraffen en voorlichtingsrapportages. Goed werk en hard nodig, maar onvoldoende om onze samenleving veiliger te maken en herhaling van criminaliteit (recidive) te verminderen. Daarvoor is juist de héle samenleving nodig én de menselijke maat. Daarom ben ik blij met het regeerakkoord. Dat doet een krachtig beroep op de samenleving en wil ook de portemonnee trekken om meer ruimte te geven aan „maatschappelijke verbanden, particulier initiatief en aan vrijwilligerswerk.”
Nu drie tips aan de minister van Justitie. Advies één: Investeer ten aanzien van het gevangeniswezen in de ontwikkeling van een herstelgerichte infrastructuur. De bajes is verdiend, maar doe de deur niet dicht voor bijvoorbeeld vrouw en kinderen. Ik begrijp dat niet iedere gevangene met gezin op woensdagmiddag bezoek kan krijgen, maar geef mogelijkheden voor avond- of weekendbezoek. Zet voorts de deuren nog meer open voor vrijwilligerswerk. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen van buiten het systeem eerder en meer vertrouwen krijgen dan ’ambtenaren’. Onze vrijwilligers ervaren dat elke dag. Het is een krachtig middel op weg naar hernieuwd vertrouwen en perspectief op een toekomst zonder criminaliteit en detentie. Er is zo veel mogelijk, ook intramuraal. Maar voorkom dat de vlam van de filantropische passie wordt gedoofd door een eenzijdig geloof in „wetenschappelijk vastgestelde methodieken die ten grondslag moeten liggen aan effectieve interventies.” Hard werken en stevig studeren kan trouwens ook geen kwaad in een bajes.
Advies twee: Regel nog voor het zomerreces de financiering van opvangplaatsen voor ex-gevangenen. Het is een terugkerend ritueel dat Van der Staaij (SGP) omstreeks september bij de minister aan de bel moet trekken om opvangplaatsen veilig te stellen voor gevangenen die hun straf erop hebben zitten, maar nog niet klaar zijn om zelfstandig de maatschappij in te gaan. Justitie wil ervanaf, en Volksgezondheid wil er niet aan. Intussen dobbert het particuliere initiatief elk jaar tussen vrees en hoop. Dat moet toch op te lossen zijn!
Advies drie: Stel een onderzoek in naar integratie belemmerende factoren. Ik noem zomaar wat. Het Centraal Justitieel Incassobureau blijkt vaak niet coöperatief om mee te werken aan een schuldsanering. Een ex-gevangene die een bedrijfje wil beginnen heeft een grote kans op een gesloten loket bij banken, zo vernam ik uit betrouwbare bron. Hoe zit het met verzekeringen? Is een ex-gevangene welkom bij de overheid? Hoe lang speelt het verleden mee voor een verklaring omtrent gedrag? Maakt een onderwijzer kans om ooit nog voor de klas te staan? Praktijkvoorbeelden doen mij vrezen.
Ik weet eerlijk gezegd niet of we de minister voor alles moeten vragen. We eren de overheid, maar dienen de Koning. Die leert barmhartigheid. Dat vraagt naast om wijsheid ook om durf en geloof.
Mr. Hans Barendrecht, directeur Gevangenenzorg Nederland