Echtscheiding in de Bijbel en in de kerk
Bij Grace Publishing House in Veenendaal verscheen een vertaling van het boekje ”For Every Cause” van John Williams. Ik heb het een- en andermaal gelezen, omdat ik het niet gemakkelijk vind om het te bespreken. Ik kan het enerzijds niet slecht noemen, terwijl ik het anderzijds niet iemand die met deze problemen te maken heeft, zal aanraden. Hoe komt dat?
De schrijver heeft dit boekje met een dubbele doelstelling geschreven. Aan de ene kant maakt hij zich zorgen over de acceptatie van het epidemische verschijnsel echtscheiding, terwijl hij zich anderzijds niet minder zorgen maakt over de harde opstelling van gemeenten en kerkleden tegenover gescheidenen. Williams behandelt achtereenvolgens: ”Problemen en maatstaven”, ”Scheidbrief van Mozes”, ”Leer van de Heere Jezus over echtscheiding”, ”De leer van Paulus” en ”Echtscheiding in de kerk”. Deze dubbelheid levert niet altijd een helder beeld op.Let wel, beide doelstellingen zijn legitiem, maar zij hadden duidelijker onderscheiden en apart behandeld moeten worden. Nu zetten ze samen al in het voorwoord de toon. En dat klemt temeer omdat het mijn ervaring is dat mensen die toch hun scheiding willen doorzetten of die na een echtscheiding willen hertrouwen, literatuur zoeken die hen bevestigt. Zinnen worden dan gemakkelijk uit hun verband gerukt.
Juist om die reden moet het antwoord op de vraag wat de Bijbel ons leert in alle rust en helderheid aan de orde komen. Ik beweer niet dat de schrijver dit niet beoogt, maar wel dat het zo niet altijd helder bij mij overkwam.
Dubbelheid
Deze dubbelheid kom ik ook tegen als de schrijver behandelt wat Paulus gezegd heeft over de echtscheiding van een heidense man of vrouw die later christen is geworden, terwijl de wederhelft deze gang niet heeft meegemaakt (1 Korinthe 7:15). Enerzijds zegt Williams dat Paulus niets anders leert dan Christus, anderzijds schrijft hij wel dat hier ruimte is voor echtscheiding en hertrouwen. Uiteraard gaat het hier om een unieke situatie, maar de verbinding tussen de toestemming om te scheiden en het mogen hertrouwen wordt te snel gelegd en keert later als een gegeven her en der terug.
Exegetisch had hier dieper gegraven moeten worden. Paulus gebruikt in 1 Korinthe 7:15 niet het werkwoord ”deoo” dat hij verder in dit hoofdstuk voor ”gebonden zijn” gebruikt, maar het werkwoord ”douleuoo”, slaaf zijn, dienstbaar zijn. Naar mijn overtuiging behandelt Paulus hier niet het aspect van het wel of niet verbonden zijn en mogen (her)trouwen, maar slechts dat de vrouw door het geloof niet in slavernij gehouden wordt bij zo’n heidense man die haar kwijt wil, tenzij ze het geloof loslaat. Ze mag zich geestelijk vrij weten om deze gang te gaan.
Op andere plaatsen gaat Williams exegetisch wel goed op de zaken in, bijvoorbeeld bij de behandeling van de vraag of een gescheiden man een ambt in de kerk mag bekleden. Hij laat zien dat de voorwaarde van Paulus in 1 Timótheüs 3:2 en Titus 1:6 niet op polygamie kan slaan, maar op scheiding en hertrouwen. Ik zou hier aan toe willen voegen dat dit mijn inziens anders ligt wanneer het huwelijk van deze man verbroken is vanwege overspel van zijn vrouw. Uiteraard als hij er zelf niet debet aan was.
Rigide
Tegelijk is het goed dat Williams waarschuwt voor een rigide kerkelijke houding. Als een kerkenraad nooit een tweede huwelijk kerkelijk wil bevestigen, stelt men zich wel aan de veilige kant op, maar het is de vraag of men niet in de steek laat over wie Christus Zich wil ontfermen. Ik word verdrietig als blijkt dat men dit besluit nam zonder eerst een eerlijke, diepgravende studie van de Bijbelse gegevens te maken.
N.a.v. ”Zomaar scheiden?”, door John Williams; uitg. Grace Publishing House, Veenendaal, 2006; ISBN 978 90 7766 910 5; 80 blz.; € 7,95.