Dat constateert de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, de FAO.Vooral de vissoorten waarop in volle zee, meestal buiten de territoriale wateren, wordt gevist, staan er slecht voor. Het gaat onder meer om ruim de helft van alle haaiensoorten, kabeljauw, blauwvintonijn en heilbot.

De zwaarst beviste gebieden zijn onder meer het zuidoosten en noordoosten van de Atlantische Oceaan, het zuidoosten van de Stille Oceaan en de viswateren in de Indische Oceaan. Hier is tussen de 46 en 66 procent van alle vissoorten overbevist of al vrijwel uitgeput.

Volgens de FAO is het noodzakelijk dat er op regionaal niveau beter toezicht wordt gehouden op de visserij en er een systeem wordt opgebouwd om de visstanden te beheersen en weer op te bouwen.

De FAO constateert een politieke onwil bij de landen die betrokken zijn bij de visvangst om de organisaties die controle op de visserij uitoefenen te hervormen.