Japanse banken contra tweekoppig monster
Het gaat al zo lang slecht met Japanse banken dat berichten over een ”crisis in de Japanse banksector” bij velen een geeuw oproept. Maar in de volgende acht maanden zal een toenemend aantal banken in Japan letterlijk moeten vechten voor het leven. Het monster dat zij nu al jarenlang bevechten heeft er een kop bij gekregen: een mogelijk gigantische vlucht van deposito’s.
De oude kop van het monster bestaat uit de nimmer slinkende oninbare leningen, volgens veel analisten het grootste probleem waarmee Japan worstelt. Japanse banken zijn niet in staat hun dubieuze vorderingen sneller af te schrijven dan dat ze weer groeien. Eerder dit jaar maakte het Japanse Financial Services Agency (FSA) bekend dat 136 Japanse banken 36,8 biljoen yen (312 miljard euro) aan oninbare leningen in hun boeken hadden staan. Volgens sommige schattingen zal het totaal van deze vorderingen uiteindelijk tussen de 690 miljard en 1,1 biljoen euro komen te liggen.
Het eindeloze gevecht tegen de oninbare leningen lijkt elke maand hopelozer te worden. Die indruk werd deze maand versterkt. Meer dan 1800 bedrijven gingen over de kop. Het grootste aantal voor deze maand sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.
De meeste slachtoffers vielen in de constructiesector (565) en verwerkende industrieën (347), traditioneel de grootste werkgevers van Japan. Meer dan driekwart van de bedrijven die bankroet gingen, gaf de sputterende Japanse economie als reden. Achttien maanden achtereen zijn nu maandelijks meer dan 1400 bedrijven bankroet gegaan. Het gerespecteerde Teikoku Databank verwacht dat deze trend in faillissementen zich dit jaar ongehinderd zal voortzetten.
Een groot aantal organisaties worstelt net zo hopeloos met de zwakke Japanse economie, maar is nog niet opgenomen op de lijsten voor bedrijven met oninbare leningen. Japanse banken kunnen de zakkende markt van aandelen en onroerend goed en het grote aantal faillissementen niet eindeloos blijven incasseren. Er komt een punt waar in ieder geval de zwakkere financiële instellingen zullen bezwijken onder het verpletterende gewicht van oninbare leningen. Het is geen kwestie meer van óf, maar wannéér.
Dit is waar de tweede kop van het monster zijn gezicht laat zien. In april hield de Japanse overheid op met het garanderen van deposito’s op langetermijnrekeningen bij banken. Deposito’s zijn nu slechts verzekerd tot 10 miljoen yen (bijna 85.000 euro). Vanzelfsprekend had er een enorme vlucht plaats van deposito’s naar rekeningen die nog wel ongelimiteerd worden gegarandeerd.
Analisten schatten dat zo’n 24 biljoen yen (211,7 miljard euro) in langetermijnrekeningen is opgenomen sinds maart van dit jaar. Deze fondsen bleven weliswaar binnen het banksysteem, maar er was een duidelijke vlucht weg van kleinere banken. Meer dan vier kredietbonden en ten minste één regionale bank overleefden de vlucht niet.
Ditmaal konden de fondsen verhuizen naar gewone rekeningen die nog wel ongelimiteerd worden gegarandeerd door de Japanse overheid. Maar volgens de hervormingsplannen van Japanse premier Koizumi loopt deze verzekering af in april 2003. Deposito’s over 10 miljoen yen zijn dan nergens meer risicoloos te beleggen.
Volgens het Tokio-bureau van ING Financial Markets is over de afgelopen negen maanden 40 procent van de fondsen opgenomen uit niet langer verzekerde rekeningen. Als dit zich zou herhalen voor april 2003 zou over de volgende acht maanden ongeveer 50 biljoen yen (423,5 miljard euro) op zoek gaan naar een veilige haven. Dat is 10 procent van het Japanse BNP. Volgens een van de berekeningen van ING raakt 192 biljoen yen (1,6 biljoen euro) onverzekerd na april volgend jaar. Een angstaanjagende 38 procent van het Japanse BNP.
In tegenstelling tot afgelopen april, zouden er geen veilige uitwegen meer zijn voor deze deposito’s. Het valt niet te voorspellen waar de fondsen naartoe zullen stromen. Nu al klagen Japanse regionale bankiers dat ze onvoldoende fondsen hebben voor langetermijnleningen. Het gros van de deposito’s staat immers op gewone rekeningen waar ze elk moment kunnen worden opgenomen.
Er is een kans dat Koizumi, bang voor een ineenstorting van het Japanse financiële systeem, zich alsnog bedenkt over de limiet op de depositogarantie. Mogelijk stelt hij renteloze rekeningen (toza yokin) vrij van de beperking, of verdubbelt hij het naar 20 miljoen yen.
Maar vooralsnog lijkt het zwaard van veel Japanse banken lang niet scherp genoeg om beide koppen van het monster te slechten.