Opinie

Gewone Jood of Palestijn wil rustig leven

Volgens Bert de Bruin raakt de discussie die de afgelopen dagen op deze pagina gevoerd is over Israël en de Palestijnen de kern van het probleem niet. Men gaat voorbij aan de overgrote meerderheid van ’gewone’ Joden en Palestijnen die simpelweg in vrede, rust en veiligheid hun leven willen leiden.

2 March 2007 21:47Gewijzigd op 14 November 2020 04:34
„Supporters van beide partijen in het Palestijns/Arabische Israëlisch/Joodse conflict praten vooral langs elkaar heen, vaak verwoed proberend om hun ei gen gelijk en/of het ongelijk van de ander te bewijzen. Als er in het buitenland al geluisterd wordt na
„Supporters van beide partijen in het Palestijns/Arabische Israëlisch/Joodse conflict praten vooral langs elkaar heen, vaak verwoed proberend om hun ei gen gelijk en/of het ongelijk van de ander te bewijzen. Als er in het buitenland al geluisterd wordt na

In vier artikelen hebben de hoogleraren Hans Jansen en S. W. Couwenberg, en mevrouw G. A. van der Spek-Begemann de afgelopen dagen op deze pagina Israël verdedigd dan wel aangevallen. Alle drie de schrijvers, die schijnbaar erg betrokken zijn bij wat hier gebeurt, dragen argumenten aan die hout snijden. Toch gaan ze allemaal aan de kern van de zaak voorbij.Het begon met een reactie van theoloog en historicus Hans Jansen op een stuk van de jurist S. W. Couwenberg in de Internationale Spectator. Couwenberg vergelijkt daarin Israël met het voormalige apartheidsregime in Zuid-Afrika. Hij maakt trouwens niet echt een duidelijk onderscheid tussen Israël zelf en de bezette gebieden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Jimmy Carter in zijn spraakmakende boek ”Palestine: Peace, Not Apartheid”.

Prof. Couwenberg heeft zeker geen ongelijk als hij de beestjes discriminatie en racisme bij hun naam noemt. Zijn veroordeling van Israëls bezettingspolitiek deel ik, zij het om andere redenen: niet alleen omdat die politiek in beginsel fout, immoreel en onrechtvaardig is, maar ook en vooral omdat ze in mijn ogen Israël mogelijk onherstelbare economische, militaire, sociale en morele schade toebrengt. Volgens mij zijn bijvoorbeeld Israëls corruptieschandalen, het verloop van de laatste Libanonoorlog en de armoede onder honderdduizenden Israëliërs -Joden en Arabieren- direct of indirect tot de bezettingspolitiek terug te leiden.

Dat alles rechtvaardigt echter nog niet het gelijkstellen van Israël met het ”slegs fir blankes-bewind” in Zuid-Afrika. Er wordt op sommige gebieden inderdaad grondig gediscrimineerd, en het leven is voor veel niet-Joden in Israël zeker niet altijd even makkelijk, wat niet wil zeggen dat het dat wel is voor alle Joden hier. Couwenbergs vergelijking gaat echter mank, al was het alleen al vanwege het feit dat Israëls Arabieren net als hun Joodse medeburgers vrij hun mening kunnen uiten, kunnen stemmen en gekozen kunnen worden en aan de universiteiten en hogescholen kunnen studeren, zoals prof. Jansen terecht opmerkt.

Kolonialisme
Ook slaat Couwenberg de plank volledig mis wanneer hij Israël een resultaat van Europees kolonialisme noemt. Of het moet zijn dat de Joden als ongewenste elementen door hun Europese vaderlanden maar wat graag richting Palestina werden ’gestuurd’. Zionisme is wel een rechtstreeks uitvloeisel van het 19e-eeuwse nationalisme, maar dat geldt voor alle hedendaagse nation-states. Dat sommige Joden -bijvoorbeeld Martin Buber en Hanna Arendt, net als niet-Joden als Yasser Arafat- één staat voor Joden en Arabieren voorstonden of voorstaan, betekent nog niet dat iedereen die dat idee niet ziet zitten een racist is. Eerder een realist, zou ik zeggen. Overigens moet ik het eerste werkelijk positieve woord over Israël en/of het Joodse volk nog horen uit de mond van de door Couwenberg aangehaalde deskundigen Tutu, Van Doorn en Chomsky, maar dat terzijde.

Couwenbergs gebruik van de term ”veiligheidssyndroom” is -ik ben het daarin met Van der Spek-Begemann eens- helemaal een gotspe, zeker nu voor het eerst sinds het einde van de Holocaust en de oprichting van de Joodse staat een land (inderdaad, eveneens een nation-state) niet alleen de wil heeft om Israël van de kaart te vegen maar ook de middelen daartoe lijkt te gaan bemachtigen.

Prof. Jansen heeft gelijk, een van de belangrijkste oorzaken van het conflict blijft de weigering van vrijwel alle Israël omringende landen om de Joodse staat in hun midden te accepteren. Ook is het bekend en schokkend dat de hedendaagse islam en de Palestijnse maatschappij grotendeels van haat tegen Israël en het Joodse volk doordrongen zijn.

Overschreeuwd
Toch raakt deze hele non-discussie de kern van het probleem niet. Supporters van beide partijen in het Palestijns/Arabische-Israëlisch/Joodse conflict praten vooral langs elkaar heen, vaak verwoed proberend om hun eigen gelijk en/of het ongelijk van de ander te bewijzen. Daarbij gaan ze meestal voorbij aan de mensen om wie het hier zou moeten gaan: de overgrote meerderheid van ’gewone’ Joden en Palestijnen die simpelweg in vrede, rust en veiligheid hun leven willen leiden. Als er in het buitenland al geluisterd wordt naar de meest direct betrokkenen, dan is dat toch vooral naar de meer extreme stemmen aan beide kanten, en niet of nauwelijks naar de gematigden die niet alleen in Israël en Palestina zelf maar ook daarbuiten door de meer radicalen overschreeuwd worden en ondergesneeuwd raken.

Mensen als Amos Oz en David Grossman aan de Israëlische, en bijvoorbeeld Sarih Nusseibeh aan de Palestijnse kant, zeggen onder andere dat de ene kant de andere kant niet hoeft te bekeren, en dat niet liefde of broederschap maar vrede het tegenovergestelde van oorlog is. De Engelse titel van een klassiek essay van Amos Oz dat iemand me ooit gaf zegt het perfect: ”Help us divorce”. Dat dient de prioriteit van beide partijen, en van hen die het goed met hen menen, te zijn. Zodra Israëliërs ieder voor zich -en, laten we optimistisch zijn, op de een of andere manier samen- hun eigen staat kunnen op- en verherbouwen, is er genoeg tijd voor eenieder van ons om zijn of haar politieke of intellectuele gelijk te halen en een al dan niet bevredigend antwoord op de eeuwige schuldvraag te zoeken.

De auteur is historicus. In 1995 emigreerde hij naar Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer