De vier evangeliën in romanvorm
Titel: ”De laatste Adam. Ooggetuigen van Jezus”
Auteur: Peter S. J. Mout
Uitgeverij: Barnabas, Heerenveen, 2006
ISBN 90 8520 052 0
Pagina’s: 640
Prijs: € 22,50.
Peter Mout wil de vier evangeliën in romanvorm toegankelijk maken voor gelovigen en ongelovigen. Zijn voornaamste doelstelling -bewijzen dat de evangeliën elkaar niet tegenspreken maar aanvullen- raakt echter in de loop van het boek steeds verder uit beeld. Wie nauwkeurig de teksten van de vier evangeliën uit het Nieuwe Testament naast elkaar legt, zal daarin regelmatig verschillen ontdekken. Soms gaat dat om verschillen in taalgebruik of uitvoerigheid, soms om een verschil in volgorde van de gebeurtenissen, soms gaat het om concrete verschillen, waarbij het lijkt of de ene schrijver andere gebeurtenissen beschrijft dan de andere, of dat de vier evangelisten een verschillende herinnering hebben aan de dingen die gebeurd zijn.
Hoe de lezer met die verschillen omgaat is zeer afhankelijk van de houding die hij heeft naar de Bijbel. De ongelovige zal het als een reden noemen om niet te geloven. Op zijn minst kan hij er anderen op wijzen dat ze geloven in verhalen die niet kloppen.
Wie daarentegen wel gelooft dat het Nieuwe Testament waarheid en werkelijkheid is, kan daar nog steeds zeer verschillend mee omgaan. Hij kan benadrukken dat het om de boodschap gaat en niet om het letterlijke verhaal, maar hij kan ook tot het uiterste zoeken naar de oorzaak van de schijnbare verschillen en deze pogen op te lossen door de vier teksten ’kloppend’ te maken.
Evangeliënharmonie
Peter Mout, docent bedrijfseconomie aan de hogeschool Windesheim in Zwolle, werd geconfronteerd met mensen die de verschillen tussen de vier evangeliën benadrukten en wilde daarom een boek schrijven dat aantoonde dat ze tot één harmonisch verhaal kunnen worden vervlochten. Zijn boek ”De laatste Adam” beschrijft de laatste week van het leven van Jezus op aarde tot aan Zijn kruisdood en ook de opstanding en verschijningen van Jezus tot aan de hemelvaart. Hij heeft de tekst van de vier evangeliën woord voor woord vergeleken en daaruit een lopend verhaal gemaakt.
Hij heeft voor dit boek de romanvorm gekozen. Vanuit het perspectief van veel verschillende personen (Jezus zelf, discipelen, vrouwen, Pilatus, Kajafas, de vrouw van Pilatus) heeft hij de gebeurtenissen beschreven, zodat steeds een andere persoon vertelt welke gebeurtenissen op elkaar volgden. Hun woorden en gedachten vullen de tekst van de evangeliën aan tot een roman van 480 bladzijden. Het meest bijzonder is het perspectief van satan, dat meestal dient om de betekenis aan te geven van Jezus’ daden en van alles wat in die korte tijd gebeurt: de satan wordt op die manier een onbedoelde uitlegger, die zijn mond ’voorbijpraat’.
Na de tekst volgen bijna 200 pagina’s met uitleg, geordend per hoofdstuk. Hierin worden alle keuzes die Mout heeft gemaakt bij het schrijven van zijn boek gedetailleerd weergegeven. Deze vorm is gekozen om te voorkomen dat het verhaal zou worden vertraagd door uitleg en verklaringen. De romanvorm leidde ertoe dat verhaal en uitleg na elkaar werden geplaatst.
Doelstellingen
Dat heeft echter tot gevolg dat de lezer niet weet waar precies de belangrijke verschillen voorkomen die Mout wil verklaren. Hij moet ze gaan zoeken in de bijlagen, maar ook daar zijn ze niet afzonderlijk aangeduid, maar onderdeel van een groter verhaal. Daarmee raakt de voornaamste doelstelling -het bewijzen dat de evangeliën elkaar niet tegenspreken maar aanvullen- uit beeld. De keuzes die Mout maakt, moeten we opzoeken in de bijlagen; in de tekst zelf verwijst hij er niet naar. Het is moeilijk voor te stellen dat een niet-gelovige lezer daardoor overtuigd zal raken, want de schrijver gaat in feite de discussie met hem niet aan.
Daarnaast lijkt Mout deze doelstelling later zelf los te laten: hij geeft aan dat de verschillen eigenlijk niet hoeven te worden verklaard, omdat ze het verhaal juist authentiek maken, levensecht (blz. 17). Als hij er niet in slaagt de verschillende teksten te harmoniëren geeft hij vervolgens aan dat hij in die gevallen de toevlucht neemt tot een oplossing „die het menselijk verstand te boven gaat” (pagina 22). Ook dat zal degene die twijfelt niet onmiddellijk aanspreken of overtuigen.
Mout heeft ook een doelstelling voor de lezers „die al iets met Jezus hebben”, zoals hij het formuleert. Hij wenst dat zij sterker met Hem verbonden raken door de ontmoeting met Hem Die „adembenemend anders is dan alle andere mensen.” Daarin is een andere draad door dit boek weergegeven, namelijk dat het lezen ervan het geloof kan versterken, omdat het de unieke gestalte van Jezus toont en de betekenis van Zijn lijden.
Menselijke emotie
Dat is geen geringe doelstelling. Het ingewikkelde ervan ligt in het feit dat dit boek toch juist de tekst van de evangeliën herhaalt en vervlecht. Wat Mout eraan toevoegt is dat hij in de vorm van een roman de gebeurtenissen door het oog en in de gedachten van tijdgenoten en getuigen beschrijft, met alle emoties die ze daarbij ervaren. Daarmee komt boven op de boodschap die de evangeliën brengen een dikke schil van menselijke emotie.
Soms heeft Mout die subtiel en voorzichtig onder woorden gebracht, in diverse gevallen echter is de toon aanzienlijk minder goed getroffen. Zo spreekt (in de proloog) Kaïn na de moord op Abel: „Prachtig. Net als zijn moeder. Die zéi dat ze de boom niet mocht aanraken en ondertussen vrat ze er lustig op los.” En de satan: „Wat een vernedering! En dat allemaal door een Mens, een timmersmanszoon uit een onbetekenend Galilees gat! Onverteerbaar!” De vraag rijst of de betekenis van de evangeliën door deze vormgeving duidelijker belicht wordt of juist moeilijker zichtbaar is. Het lijkt me dat de menselijke kant door deze woordkeuze en stijl zozeer benadrukt wordt dat het ten koste gaat van de boodschap die erin ligt.
Het mag gezegd worden: de doelstelling van de schrijver is goed en waardevol en het voorbereidend werk aan het boek moet immens zijn geweest. Wat Mout echter met dit boek beoogt, is wellicht te ambitieus. De twijfelaars en critici aantonen dat de evangelieteksten elkaar niet tegenspreken en tegelijk het geloof van de gelovigen versterken is geen geringe opgave. De romanvorm leent zich niet goed voor het bewijzen dat de vier evangelieteksten op elkaar aansluiten.
Daarnaast moet de auteur zelf ook toegeven dat hij niet alles kloppend heeft kunnen maken, wat geen verbazing wekt na eeuwen van theologisch debat. Mout wil bewijzen, maar ook het geloof van de lezer versterken. Ook in dat opzicht lijkt de romanvorm niet ideaal, omdat het menselijk perspectief en de menselijke emotie een veel grotere plaats krijgen dan in het evangelieverhaal zelf. Dat de boodschap ervan daardoor dichterbij komt, is twijfelachtig.