Criminaliteit op en rond spoor daalt
HILVERSUM - Dankzij intensieve politiesurveillances is het aantal aangiftes van diefstal, zakkenrollen, bedreiging en mishandeling op en rond het spoor de afgelopen vijf jaar fors gedaald.
Dat blijkt uit cijfers van de spoorwegpolitie. Volgens de resultaten kwamen er in 2002 nog ruim 8200 aangiftes binnen bij de spoorwegpolitie, tegen 3200 in 2006. Dat is een daling van ongeveer 60 procent.De afgelopen jaren investeerden de Nederlandse Spoorwegen en de spoorwegpolitie in veiligheidsmaatregelen op het spoor. Zo zijn honderden extra controleurs en agenten ingezet en is het cameratoezicht uitgebreid. Ook paste de spoorwegpolitie haar werkwijze aan door zich vooral te laten zien op locaties waar veel incidenten worden gemeld. Door incidenten nauwkeurig te analyseren, kan worden bepaald op welk traject, welke dag en welk tijdstip inzet van de spoorwegpolitie nodig is.
In 2003 kreeg de spoorwegpolitie er vijftig extra politieagenten bij. Met deze politiemensen werd de Unit Probleemgerichte Inzet (UPI) in het leven geroepen. Deze agenten werken niet meer vanuit een vaste standplaats, maar flexibel, op trajecten en stations waar de meeste overlast is.
Uit verdere cijfers die de spoorwegpolitie zondag verstrekte, komt naar voren dat het aantal aangiftes van zakkenrollerij daalde met 84 procent, van diefstal met 50 procent en van beroving met 81 procent.
Het geweld waarbij treinpersoneel gewond raakte, steeg wel met 7 procent. Maar verder nam de agressie tegen het personeel in de vorm van bedreiging of geweld zonder letsel fors af met achtereenvolgens 40 en 61 procent.
De toegenomen veiligheid in de trein is volgens de politie verder te danken aan het boetebeleid van de NS, waardoor zwartreizen afnam. Zwartreizen is de oorzaak van 60 procent van de agressie in de trein. Ook is er een nauwe samenwerking ontstaan tussen politie, vervoerders, gemeenten en justitie om criminaliteit en overlast rondom stations en in de treinen aan te pakken.
Vorig jaar startte de spoorwegpolitie een proef waarbij agenten meer in de trein gingen surveilleren, onder de noemer ”blue train”. Op basis van analyses van incidenten surveilleerden agenten in de trein op trajecten met de meeste overlast. Na drie maanden was het aantal incidenten op de lijn Schiphol-Roosendaal met een derde gedaald. Deze werkwijze is stapsgewijs landelijk ingevoerd. Het aantal aangiftes in 2006 ten opzichte van 2005 daalde hierdoor met 20 procent.