Ophef over schooladvies is misplaatst
Amsterdamse kinderen van allochtone afkomst krijgen vaker een schooladvies dat niet overeenkomt met de uitkomsten van hun Cito-toets dan kinderen van autochtone afkomst, zo bleek deze week uit het rapport ”Basisschooladviezen en etniciteit”, dat de gemeente Amsterdam naar buiten bracht. Liesbeth Verheggen vindt de ophef die ontstaan is misplaatst.
„De Cito-toets is een foto waar je lelijk of mooi op kunt staan, maar het gaat om de hele film.” Mijn dochter sloeg de spijker op de kop met deze beeldspraak toen ik haar alle ophef over de advisering over schoolkeuze van kinderen van groep 8 probeerde uit te leggen. Allochtone kinderen krijgen een lager schooladvies dan hun even slimme klasgenootjes. Ja zeg, zo lust ik er nog wel één!Eén wankel feitje uit een plaatselijk onderzoek over de schooladviezen en de Cito-toets, en de deskundigen buitelen over elkaar heen om verontwaardiging te spuien. Het multicultureel instituut Forum, politieke partijen en zelfs de onderwijsinspectie in opdracht van het ministerie van Onderwijs pleiten nu voor een onderzoek naar deze misstanden.
Deze verontwaardiging is misplaatst en een dergelijk onderzoek is overbodig. Ten eerste omdat er al genoeg onderzoeken bestaan en uitgevoerd worden naar de correlatie tussen schooladvies, Cito-toets en uiteindelijke schoolloopbaan van kinderen. Telkens blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen wat de leraar inschat voor een leerling en wat de leerling uiteindelijk bereikt. Docenten zijn ook verplicht om een goed afgewogen advies te geven aan ieder kind, en dat kunnen ze ook. Leerkrachten bekijken namelijk de hele film van acht jaar basisonderwijs. Zij betrekken naast de score van de Cito-toets vele factoren bij het geven van een advies. Heeft het kind doorzettingsvermogen, kan het kind goed samenwerken, krijgt een kind veel steun van thuis? Deze andere (omgevings)factoren spelen een grote rol bij het vervolgen van een schoolcarrière. Een Cito-toets is een momentopname die vertelt of een kind goed kan rekenen en spellen. In het Amsterdamse onderzoek is in 62 procent de Cito-score anders dan het schooladvies.
Daar zit een tweede ergernis. De echte deskundigen staan voor de klas, zij hebben daadwerkelijk dagelijks te maken met de kinderen. Maar wordt deze professional iets gevraagd in deze kwestie? In plaats daarvan is er misplaatste ophef over de zoveelste misstand in het onderwijs.
Genuanceerd
Iedereen die nu hoog van de toren blaast dat allochtonen een minder advies krijgen omdat het allochtonen zijn, moet eerst de bestaande onderzoeken eens goed lezen. De feiten wijzen op een veel genuanceerder verhaal. Ik zal een voorzetje geven: 60 procent van de kinderen gaat naar het vmbo en meer kinderen van allochtone afkomst worden hier hoger geadviseerd dan autochtone kinderen.
Ik ben niet tegen onderzoek. Maar leg de kinderen niet langs de lijn van hun kleur. Beter is om de sociaaleconomische situatie waarin kinderen verkeren in kaart te brengen, of het nu autochtonen of allochtonen zijn.
De auteur is bestuurslid van de Algemene Onderwijsbond (AOb).