Opinie

Cursus crisismanagement

Dat Balkenende donderdag aan zijn vierde kabinet begint, valt niet zondermeer zijn verdienste te noemen. Vooral niet als we de beperkte periode in ogenschouw nemen waarin hij zijn kabinetten leidde: amper vier jaar. Zowel Balkenende I als Balkenende II kwam voortijdig ten val. De snelle opeenvolging van kabinetten geeft de CDA-leider het imago van een brokkenpiloot.

22 February 2007 12:05Gewijzigd op 14 November 2020 04:32

Dit roept de vraag op wat de kansen zijn voor de ministersploeg die donderdag op het bordes staat. Zou de coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie wél de eindstreep halen?Daarbij moeten we ons om te beginnen realiseren dat de gebeurtenissen van de achterliggende vier jaar niet zomaar op het conto van de persoon van Balkenende kunnen worden geschreven. Na de moord op Pim Fortuyn is Nederland verzeild geraakt in een politiek buitengewoon hectische periode. De emoties liepen op straat en aan het Binnenhof hoog op. Die onrust had onvermijdelijk zijn weerslag op de door Balkenende geleide kabinetten.

Een en ander werd nog versterkt doordat het CDA vier jaar lang te kampen had met onstabiele coalitiepartners. Dat de LPF dit stempel voluit verdient, behoeft geen betoog. Maar ook VVD en D66 lieten zich de achterliggende jaren niet van hun evenwichtigste kant zien. De VVD kampt al jaren met een leiderschapscrisis en een richtingenstrijd.

En hoe diep de crisis binnen D66 was en is, bleek nog heel recent uit diverse terugblikken van D66-prominenten. Onhandig gehannes en ordinair haantjesgedrag, bijvoorbeeld rond de uitzending van militairen naar Afghanistan, leidden er bijna toe dat de partij zich na een veertigjarig bestaan met het schaamrood op de kaken kon opdoeken.

Wie de zaak zo beziet, kan hoop hebben voor de komende vier jaar. PvdA en ChristenUnie zijn fatsoenlijke, stabiele partijen en de Nederlandse politiek lijkt na een periode van veel turbulentie weer in kalmer vaarwater terechtgekomen.

Dat alles neemt niet weg dat de achterliggende jaren genoegzaam de zwakke plek van Balkenende hebben blootgelegd: hij is, zacht uitgedrukt, geen crisismanager. Op cruciale momenten, als het voortbestaan van zijn kabinetten aan een zijden draadje hing, sloeg de premier niet met de vuist op tafel, trok hij niet het initiatief naar zich toe, praatte hij niet met overwicht en gezag op collega’s in, maar was hij in overdrachtelijke zin onzichtbaar of zelfs in fysieke zin afwezig.

Visionair bevlogen? Ja. Teamspeler die anderen de ruimte laat? Ja. Maar in het de kop in drukken van relletjes is hij geen ster.

Toch is dat een vaardigheid die een premier behoort te beheersen. Een coalitie kan nog zo stabiel zijn, fricties ontstaan er in de politieke praktijk altijd. Daarom doet Balkenende er verstandig aan nog eens goed na te denken over de vraag hoe hij zijn crisismanagement kan verbeteren.

Misschien moet hij een cursusje volgen. Of in gesprek gaan met zijn voorgangers Kok en Lubbers. Dat hij het in aanleg kan, bewijst de relatief soepele wijze waarop hij omging met het rapport Van Vollenhoven over de Schipholbrand. Maar die potentie kan, nee, móét hij -om zijn eigen bestwil- verder uitbouwen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer