Prodi gaat mogelijk door zonder communisten
ROME - Weer laten de communisten de Italiaanse premier Prodi zitten. Maar ditmaal kunnen de consequenties groter zijn voor deze extremistische vleugels dan voor de voormalige voorzitter van de Europese Commissie.
De Italiaanse president Giorgio Napolitano is donderdag begonnen met het inwinnen van advies bij de Kamervoorzitters, partijsecretarissen en de voormalige landspresidenten om te beslissen wat te doen nadat premier Romano Prodi woensdagavond zijn ontslag aanbood. De val van de regering kwam plotseling en de president moest in alle haast een officieel bezoek aan Bologna afbreken.De rol van de president is in het Italiaanse staatsbestel niet onbelangrijk. Hij kan onder meer een regering ontbinden en de premier aanwijzen.
Volgens dagblad La Stampa donderdagochtend zou Napolitano de voorkeur hebben voor een nieuwe, herschikte regering-Prodi, mogelijk zonder deelname van de communisten. Zij worden verantwoordelijk gehouden voor de val van het kabinet.
Het is ook mogelijk dat Napolitano de opdracht geeft aan een formateur om een technische regering te formeren. Het is niet waarschijnlijk dat hij toegeeft aan de wens van de oppositie om nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
De coalitie, die een meerderheid van maar één zetel heeft in de Senaat, kwam woensdag twee stemmen tekort. Die twee stemmen hadden moeten komen van twee senatoren van twee verschillende communistische partijen. Zij onthielden zich echter van stemming omdat zij het niet eens waren met de regering, die de vredesmissie in Afghanistan wil voortzetten en wil instemmen met uitbreiding van de Amerikaanse militaire basis in het Noord-Italiaanse Vicenza.
Tegen deze uitbreiding demonstreerden zaterdag zo’n 70.000 mensen. De demonstratie werd gesteund door communistische leden uit het kabinet-Prodi.
Ook het eerste kabinet-Prodi viel door toedoen van de communistische coalitiepartners. Dat was in 1998. Het verschil is wel dat negen jaar geleden de leiders van de partijen hun steun introkken, terwijl woensdag de partijvoorzitters de regering expliciet steunden.
De twee linkse senatoren, respectievelijk afkomstig van de Heropgerichte Communistische Partij en de nog linksere Italiaanse Communisten, weken af van de partijlijn. Hoewel vertegenwoordigers van beide partijen woensdag hun woede over hun dissidente collega’s niet onder stoelen of banken staken, wijzen zij met de beschuldigende vinger naar anderen. „Het zijn de grote machten die ons hebben laten vallen”, beweerde de vicevoorzitter van de Heropgerichte Communistische Partij.
In deze complottheorie zijn rollen weggelegd voor de Verenigde Staten, die met lede ogen zouden aanzien dat de communisten het Italiaanse buitenlandbeleid beïnvloeden, het Vaticaan, dat boos zou zijn op het wetsvoorstel op het geregistreerd partnerschap, en het grootkapitaal, dat van nature tegenstander zou zijn. Oud-president Cossiga is traditioneel Atlantisch ingesteld, oud-premier Andreotti staat dicht bij het Vaticaan en Paninfarina is de voormalig voorzitter van de Italiaanse werkgevers.
De werkelijke schuld moet echter binnen de coalitie gezocht worden. In de 281 dagen dat de regering-Prodi functioneerde, waren er constant spanningen tussen de gematigde partijen en de linkse vleugels.
Prodi begon al zwak als gevolg van de kieswet, waardoor kleine partijen relatief grote invloed kunnen vergaren, waaronder de Italiaanse Communisten (die ongeveer 1 procent van het electoraat achter zich hebben). De flinterdunne meerderheid in de Senaat was daar een gevolg van.
De eventuele herschikking van de regering zou ertoe kunnen leiden dat beide of een van de communistische partijen buiten de boot vallen.
In theorie is het mogelijk dat de UDC, een rooms-katholieke middenpartij die tot voor kort behoorde tot het kamp van Berlusconi, wordt binnengehaald. Het was opmerkelijk dat de UDC woensdag niet tegenstemde (zoals de rest van de oppositie), maar zich van stemming onthield.
Hoewel dat geen gevolgen had voor de uitkomst, gaf het wel bijzondere positie van de partij weer. UDC-leider Pierferdinando Casini riep woensdag als enige oppositieleider niet op tot nieuwe verkiezingen. „We moeten tot een wapenstilstand komen”, zei hij.