Cultuur & boeken

Naar school of bedelen langs de straatweg

Titel: ”De school met de bijbel. Christelijk onderwijs in de negentiende eeuw”
Auteur: George Harinck en Gerrit Schutte (red.), uitg. Meinema, Zoetermeer, 2006
ISBN 9021141388
Pagina’s: 153 blz., € 18,50.

L. Vogelaar
21 February 2007 12:56Gewijzigd op 14 November 2020 04:32

De meeste kinderen in Nijkerkerveen gingen niet naar school. „De verwaarloosde zoo zedelijke als godsdienstige toestand der bewoners” was in de omgeving spreekwoordelijk. Er was geen school dichtbij, de ouders konden het schoolgeld niet betalen en ze konden ook niet missen wat hun kinderen verdienden, al was het maar met bedelen langs de straatweg. Het Réveilschooltje van meester Van Noort bracht verbetering. Het is een van de initiatieven die beschreven worden in het recent verschenen Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme na 1800 met de titel ”De school met de bijbel. Christelijk onderwijs in de negentiende eeuw”.

Onder redactie van prof. dr. G. Harinck en prof. dr. G. J. Schutte verscheen een bundel waarin een beeld wordt gegeven van het schoolleven en de onderwijsopvattingen in de negentiende eeuw, de periode van Réveil, Afscheiding en Doleantie.

Schutte schetst de hoofdlijnen van de schoolstrijd, een tachtigjarige oorlog rond het kind die de laatste jaren weer actueel werd. De schoolstrijd doet velen denken aan de verzuiling en daarmee aan een -gelukkig achter ons gelaten- tijdperk waarin een griezelig soort bekrompen christenheid de norm was. Schutte wil laten zien dat er bij de oprichting van christelijke scholen veel meer aan de hand was dan politiek-sociale groepsvorming. Het ging over de inhoud van het onderwijs, de inrichting van de samenleving en het inkleuren van de nationale identiteit.

Wat wás eigenlijk de identiteit van het Koninkrijk der Nederlanden na de Belgische afscheiding? Het was een nog altijd erg pluriform land, waarin de elite elk afscheidings- of emancipatiestreven met argusogen beschouwde, concludeert Schutte. „Men kan zich geen onhandiger of onschuldiger revolutionairen voorstellen dan de dichter Isaac da Costa of dominee De Cock. Toch werd de eerste dag en nacht bespied door de geheime politie na de verschijning van zijn pamflet tegen de geest van de eeuw en de plattelandse opwekkingsprediker uit Ulrum werd herhaaldelijk opgesloten, beboet en geïntimideerd. Het openbaar onderwijs in de gewenste christelijke en maatschappelijke deugden werd door de elite beschouwd als het laatste redmiddel voor het project Nederland.”

Glansrijk weerlegd
Afzonderlijke christelijke scholen waren dus uiterst ongewenst. Ze kwamen er toch, ondanks alle tegenwerking. „De geschiedenis heeft intussen alle bezwaren, vrezen en angsten die mettertijd tegen het confessionele onderwijs zijn aangevoerd, glansrijk weerlegd.”

Dr. O. W. Dubois haalt enkele van die schooltjes, ontstaan vanuit het Réveil, voor het voetlicht: Den Haag, Nijmegen, Nijkerkerveen, Amsterdam. De aandacht richtte zich er minder op het deugdzame leven, meer op de ziel van het kind.

De bundel bevat verder hoofdstukken over de zondagsschool, de onderwijzersopleiding, de gewetensbezwaren tegen de koepokvaccinatie en de politieke bewustwording van de christelijke leerkrachten. De ”Wegwijzer tot waar geluk” van onderwijzer H. J. Hagedoorn krijgt aandacht, evenals de praktische pedagogiek van H. J. van Lummel.

De keuze van de schoolboeken, de richtlijnen voor de onderwijzers en opgetekende jeugdherinneringen geven er een indruk van hoe het onderwijs in de protestants-christelijke scholen vorm kreeg.

De zondagsschooltjes vormen een verhaal apart. Ook zij werden opgericht als reactie op de neutralisering van de openbare school. In dr. A. Kuyper vond de zondagsschoolbeweging -overgewaaid uit Engeland- een warm pleitbezorger, al was hij met de naam niet gelukkig. Hoewel de zondagsschool uit evangelisatorische overwegingen ontstond, zag Kuyper hem als onderdeel van de religieuze opvoeding van het christelijke kind. Zo hebben de zondagsscholen zich in de praktijk ook ontwikkeld.

Vaccinatie
De schoolgang van een deel van de christelijke jeugd werd meer dan een eeuw lang belemmerd door de vaccinatieverplichting, die op gewetensbezwaren stuitte. Volgens voorstanders was het weliswaar niet de taak van de overheid de burger tot geluk te dwingen, maar had zij wel de verplichting de maatschappij te beschermen tegen de ’domheid’ van een minderheid, en dat gold zeker in openbare ruimten, zoals de scholen.

De laatste pokkenepidemie (1870-1873) leidde tot aanscherping van de vaccinatiedwang, met als gevolg dat een steeds groter percentage van de kinderen werd ingeënt, ook in orthodox-protestantse kring. Degenen die niet aan de overheidseis wilden voldoen, hadden het moeilijk.

Na enkele gevallen van inenting met dodelijke afloop werden de bepalingen geleidelijk buiten werking gesteld. De beschrijving van deze ontwikkeling is een van de waardevolle bijdragen in deze bundel over het christelijk onderwijs in de negentiende eeuw.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer