Bij jongens is deze daling sterker geweest dan bij meisjes. Desondanks verdrinken nog circa tweemaal zoveel jongens als meisjes. Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandagmorgen publiceerde.In de afgelopen 25 jaar zijn in Nederland ruim 2700 mensen door verdrinking om het leven gekomen. Een derde van hen betrof kinderen jonger dan 10 jaar. Deze doodsoorzaak komt vooral bij peuters (2-4 jaar) relatief vaak voor. Bijna een op de tien sterfgevallen bij peuters is het gevolg van verdrinking. In negen op de tien gevallen is sprake van zogeheten accidentele verdrinking. In de andere gevallen spelen verkeersongevallen en moord een rol.

De kans op verdrinking is het grootst bij kinderen van 2 jaar. Het gaat om circa drie sterfgevallen per 100.000 kinderen per jaar. Na aangeboren afwijkingen en meningitis (nekkramp) is verdrinking de derde belangrijke oorzaak van overlijden onder kinderen van 1 jaar. Bij jongetjes van 2 tot 5 jaar is verdrinking zelfs de voornaamste doodsoorzaak. In de afgelopen 25 jaar verdronken 669 kinderen jonger dan 5 jaar en 216 kinderen van 5 tot 10 jaar.

Ongeveer twee derde van alle verdrinkingsgevallen bij kinderen heeft in of rondom het ouderlijk huis plaats. In de meeste gevallen gaat het om peuters die in een vijvertje in de tuin of water bij de woning zijn gevallen. Veel minder vaak zijn het oudere kinderen van 5 tot 10 jaar die niet of onvoldoende konden zwemmen en in open zwemwater of het zwembad verdronken.