Dat blijkt uit een onderzoek van een speciaal regionaal fraudebestrijdingsteam waarvan de resultaten woensdag zijn bekendgemaakt.Bij 203 van de 217 onderzochte belwinkels in de regio Rijnmond en Zuid-Holland-Zuid zijn vorig jaar misstanden geconstateerd. Het ging onder meer om het niet voldoen aan de administratie- en bewaarplicht, 145 gevallen van belastingfraude en de aanwezigheid van 36 illegale werknemers.

Ruim vijftig zaken moesten na de controle de deuren sluiten. Ruim 2,5 miljoen euro aan naheffingen, terugvorderingen en boetes werden opgelegd.

Belwinkels waren ingericht als illegale woonruimte, als gebedsruimte en als clubhuis. In een van de belhuizen trof het team een hennepkwekerij aan.

Het onderzoek naar de belwinkels is ingesteld na klachten van omwonenden over onder meer geluidsoverlast en mogelijke criminele activiteiten. De winkels kennen geen sluitingstijden.

Rotterdam zegt met de resultaten de onevenredige groei en de ondoorzichtigheid van de branche te willen aanpakken.

De winkels gaan vaak razendsnel over van de ene eigenaar op de ander. Rotterdam ziet ze dikwijls van branche veranderen, omdat ze maar moeilijk het hoofd boven water kunnen houden. „In sommige zaken worden volledige maaltijden geserveerd”, aldus wethouder Schrijer.

Behalve naar de belwinkels deed de gemeente ook onderzoek naar fraude bij de middenstand op de Dordtselaan en omgeving. Bij de helft van de ondernemingen bleek de boel niet op orde. Zo werd er gefraudeerd met uitkeringen. Eén zaak bleek een illegaal bordeel te huisvesten.

De stad kent veel ”papegaaienwinkels”. Van een vriend of familielid horen mensen dat het loont een bepaalde zaak te openen. Via een ander wordt bekend dat in een bepaalde buurt goed geld is te verdienen, waardoor een concentratie van dezelfde ondernemers ontstaat. „De goede groenteboer, bakker, visboer legt het loodje”, zei Schrijer, die werkt aan een plan om dit tegen te gaan.

Hij denkt aan het herinvoeren van het middenstands- en vakdiploma, het uit de markt halen van winkels op zwakke locaties en het reguleren van de markt. Hij wil branchering in kwetsbare winkelgebieden. „Ik wil in bepaalde gebieden maar één kwalitatieve goede bakker, groenteman of visboer.”

Hij heeft opdracht gegeven starters in kwetsbare gebieden te bezoeken om ze welkom te heten, maar ook om ze op de rechten en plichten te wijzen.