Dat hebben de Colombiaanse media dinsdag gemeld. De gevechten in Valparaíso, op ongeveer 600 kilometer ten zuiden van hoofdstad Bogotà, braken vrijdag uit en waren volgens inwoners van het gebied dinsdagmorgen nog steeds niet afgelopen.

Een Colombiaanse regeringsfunctionaris zei tegen de radiozender Caracol dat alleen al in de nacht van maandag op dinsdag vijftien lijken zijn geborgen. De meeste doden zijn volgens hem vermoedelijk paramilitairen.

Rechtse paramiltairen en linkse rebellen van de FARC bestrijden elkaar in tal van regio’s in het Zuid-Amerikaanse land. In een aantal gevallen is de controle over de drugshandel inzet van de strijd.

De onlangs aangetreden president Alvaro Uribe Velez riep vorige week de noodtoestand uit, nadat het geweld in zijn land in enkele dagen zeker 115 levens had geëist. De Colombiaanse krant El Tiempo meldde dinsdag dat buurlanden Brazilië en Panama afwijzend hebben gereageerd op het verzoek van Uribe om samen te werken in „de strijd tegen het terrorisme”. De Colombiaanse president had om steun gevraagd, omdat rebellen van de FARC vaak hun heil over de grens zoeken als het leger hen in eigen land op de hielen zit.

Vanuit Ecuador, Peru en Venezuela is nog geen duidelijke reactie op het verzoek van Uribe gekomen.