Verwonderd, niet opgetogen
Christelijk Nederland mag zich verwonderen over de regering die aantreedt. Wie had gedacht dat dit nog mogelijk zou zijn in Nederland? Christen moeten de nieuwe regering in hun gebeden gedenken, want zij zal het niet gemakkelijk krijgen, stelt ds. L.J. Geluk.
Het heeft er na de verkiezingen voor de Tweede Kamer aanvankelijk niet naar uitgezien dat er spoedig een nieuwe regering zou worden gevormd. Er waren er die, een beetje pessimistisch, veronderstelden dat het nieuwe kabinet er waarschijnlijk vóór de Statenverkiezingen (7 maart aanstaande) niet zou zijn. Maar nu ziet het er helemaal naar uit dat die wat sombere gedachten niet zullen uitkomen. Toch moeten we bedenken dat er pas een nieuwe regering is wanneer de dames en heren rond Hare Majesteit poseren op de trappen van Paleis Huis ten Bosch.Er is na de verkiezingen van 22 november 2006 door een aantal mensen hard gewerkt. Er is ook knap werk geleverd. Dat de heer Wijffels de drie leiders van het CDA, de PvdA en de CU om de tafel kreeg en bereikte dat hun gesprekken niet spoedig vastliepen, maar leidden tot het regeerakkoord ”Samen werken, samen leven” verdient respect.
Er is meer. In de verkiezingsstrijd zijn heftige woorden gevallen. Wat ik daarvan heb opgevangen, vond ik dikwijls onder de maat van fatsoen en billijkheid. Direct al na het optreden van premier Balkenende in het eerste kabinet van die naam, heeft juist hij het moeten ontgelden. Zijn uiterlijk werd herhaaldelijk belachelijk gemaakt. Om zijn geloofsovertuiging meermalen gegniffeld.
Het doet enigszins denken aan de wijze waarop men in de 19e eeuw J. R. Thorbecke, een staatsman van formaat, om zijn stijve kledij en voorkomen bespotte. Tussen die beide hoogleraren zijn verder de nodige verschillen. Thorbecke sprak afgemeten, hij gebruikte niet één woord meer dan hij nodig vond. Balkenende heeft flux de paroles. Maar geen van beiden gaf gemakkelijk zijn persoonlijke gevoelens de vrije loop.
Want, hoe zal premier Balkenende zich hebben gevoeld in de eerste gesprekken met de beide anderen die hem vaak hard, soms over de grens van de redelijkheid, hadden aangevallen? Het was nodig dat hij maar niet te veel omkeek. Hoe zou het met PvdA-leider Bos zijn geweest, die minder kreeg dan hij wilde, namelijk de nieuwe premier zijn? En dan CU-leider Rouvoet, wiens nog betrekkelijk nieuwe partij gelegenheid kreeg tot meeregeren, een kans die GPV en RPF nimmer geboden werd?
Schoen
Aangenomen dat er zich op het laatste moment geen strubbelingen voordoen, luidt de vraag: wat staat Nederland onder het bewind van het nieuwe kabinet-Balkenende te wachten?
De betekenis van een nieuwe regering is in een democratisch bestel maar betrekkelijk. Er is het politieke spel, maar de geest en de ontwikkelingen in een volk worden niet in de eerste plaats bepaald door een regering. Het is eerder omgekeerd: een regering is daarvan een exponent. Een democratisch bestel heeft zijn zwakke kanten. De wil van het volk is bepalend. Kenmerkend voor een democratie is dat de meerderheid het voor het zeggen heeft. De meerderheid is al de helft plus één. Een democratie kan alleen ’gezond’ functioneren wanneer er bij het volk een grote mate van eensgezindheid is. Anders kan die 51 procent de overigen hardhandig zijn wil opleggen.
Voor een christen geldt dat niet de wens van de meerderheid, maar de wil van God in Zijn heilvolle richtlijnen en geboden beslissend is. Hier wringt in West-Europa en in Nederland op een heel pijnlijke wijze de schoen. Die pijn wordt niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, veroorzaakt door de absolute scheiding van kerk en staat, maar door de grote afval die heeft gemaakt dat de gezamenlijke christenen leven als een kleine, nog steeds afnemende minderheid.
Machten
Des te verwonderlijker is het dat nu déze regering aantreedt. Wij moeten enkele dingen hierbij wel bedenken.
Een verbindende draad is de grote nadruk op het sociale element. De PvdA heeft dit in haar ontwikkelingsgang niet helemaal vergeten. In de CU, geestelijk erfgenaam als zij is van welhaast socialistische gedachtegangen in de voormalige ARP, speelt dit steeds een grote rol. Het CDA heeft deze kanten ook aan zich en enigszins afhankelijk van zijn regerende partners kunnen deze al dan niet tot ontplooiing komen.
In de tweede plaats: kan een regering ontwikkelingen van geestelijke aard in een volk veranderen? Financieel-economisch heeft zij vele mogelijkheden. Maar een ’verworvenheid’ als de praktijk inzake de abortus provocatus, hoe gruwelijk ook, is iets waaraan de meerderheid van het volk vast wil houden. En daarom kan dit kwaad door een meerderheid van christenen in de regering niet worden gekeerd. Een christenpoliticus kan veel minder dan hij/zij zou willen vanuit de basis van het christelijk geloof.
In de derde plaats zijn er machten die meeregeren. Daar is de Tweede Kamer, waarin de drie coalitiepartijen een heel geringe meerderheid hebben. Er is de niet te onderschatten macht van de media. Er is de macht van Brussel, als het ware een superoverheid, waardoor de ’kleur’ van de achtereenvolgende Haagse regeringen er minder toe doet dan in vroeger tijden. Ik denk ook aan de wijze waarop Nederland tot immigratieland is geworden. Is tot deze onomkeerbare omwenteling op democratische wijze besloten?
Het is -in de vierde plaats- een democratisch bestel eigen dat het politiek bedrijf bestaat uit geven en nemen. Wanneer de overheid maar bedenkt dat zij er is om een maximale vrijheid-in-verantwoordelijkheid voor het volk te bevorderen en te beschermen. Hierbij doet zich de vraag voor welke waarden en normen voor het volksgeheel (zullen) gelden.
Daarbij komen elementaire rechten van de burger, die moet kunnen rekenen op een inzichtelijke wijze van bestuur, op betrouwbaarheid van ambtenaren, op minder bureaucratie. Die ermee gediend is dat basale voorzieningen onder verantwoordelijkheid van de overheid zijn, in tegenstelling tot de ’vrije markt’ voor nutsbedrijven en dergelijke, die slimme jongens de gelegenheid biedt op ongekende wijze de zakken te vullen. Behoort het niet zo te zijn dat een burger zijn eigen belastingbiljet zonder problemen kan invullen?
Gebed
In de vijfde plaats: de nieuwe regering treedt aan in een samenleving met veel verwildering. Ook een multiculturele samenleving. Deze is ”een drama” genoemd. Zal deze regering in een soft beleid de grenzen van dit volle ’paradijs’ openstellen? Met alle moeiten en gevaren van dien?
Ten slotte: men moet de democratie niet verafgoden. Door ons stelsel van verkiezingen geeft de burger zijn stem aan een partij. Daarna moet hij maar zien wat ervan komt. Een christen mag dankbaar zijn voor de democratie, omdat zij van meerdere mogelijkheden een betere is. Maar politiek, democratie, overheid, staat behoren tot het ”voorlaatste”. In die dingen zijn wij niet onverschillig, maar nuchter. We zien uit naar het ”laatste”, het Rijk waarvan een gelovig christen een burger is.
Daarom mogen we wel verwonderd zijn over de regering die aantreedt. Ook dankbaar voor haar. We hadden niet verwacht dat dit nog mogelijk zou zijn in Nederland. Laat ieder christen haar in de gebeden gedenken, want zij zal het niet gemakkelijk krijgen. Verwonderd. Niet opgetogen. Dat zou betekenen: prachtig, nu zijn we er! Een christen bejubelt geen mensen. Vertrouwt niet zonder meer op mensen. Verwacht niet te veel van mensen. Hij belijdt zijn Koning en heeft hoge verwachtingen van zijn God.
De auteur is redacteur van Ecclesia -orgaan van de stichting Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge- en emeritus predikant van de Hervormde Kerk.