Dat staat in een woensdag verschenen rapport van onderzoeker H. ter Braak. Deze bestudeerde Jorritsma’s integriteit op verzoek van de Almeerse gemeenteraad.Ter Braak doet in zijn rapport geen uitspraken over de vraag of de burgemeester verkeerd heeft gehandeld. Die conclusie is naar zijn mening een taak van de gemeenteraad.

De Almeerse politiek vergadert vanavond over de kwestie. Jorritsma heeft al toegegeven dat ze achteraf gezien inderdaad sneller openheid van zaken had moeten geven.

De provincie tikte de burgemeester van Almere vorig jaar mei op de vingers. Ze was volgens Flevoland als privépersoon in overtreding vanwege het illegaal opboren van drinkwater voor de warmte-installatie van haar woning.

De zaak kwam uiteindelijk pas in december in de openbaarheid. Jorritsma vond het in het begin namelijk geen goed tijdstip, omdat er toen net een nieuwe gemeenteraad en een nieuw gemeentebestuur waren aangetreden.

Ter Braak stelt nu in een serie van tien adviezen dat de eerste waarschuwing in principe het beste moment is om informatie te geven. Hij schrijft in zijn rapport echter ook dat niemand Jorritsma ooit heeft aangespoord om de zaak eerder naar buiten te brengen. De burgemeester verkeerde zelf in de veronderstelling dat er wellicht een gedoogregeling mogelijk was. Ze stelde bovendien dat haar man de regie voerde rond het bouwen van hun woning.

Het rapport van Ter Braak maakt verder duidelijk dat Jorritsma ontkent dat de provincie haar heeft gevraagd „passende maatregelen” te nemen tegen het illegale waterpompen. De burgemeester krijgt daarbij steun van haar gemeentesecretaris.

De Flevolandse commissaris van de Koningin, Jager, en milieugedeputeerde Bouwmeester van de provincie beweren het tegendeel. De eerste begreep overigens wel dat Jorritsma later niet alsnog een vergunning heeft aangevraagd, aangezien die toch geen kans van slagen zou hebben gehad.