Belijdenis van Dordt is in het geding
Ook dr. C. A. van der Sluijs maakt zich zorgen over de koers van de ChristenUnie. „Mij intrigeert de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen.”
Het RD van woensdag meldde dat rooms-katholieken een plaats krijgen op de kandidatenlijst van de ChristenUnie voor de Statenverkiezingen in Limburg. Nu vermelden de statuten van deze partij dat de Drie Formulieren van Enigheid de Bijbel naspreken. Een roomse CU-stemmer gaf echter te kennen: „Die Drie Formulieren van Enigheid zijn bijzaak.” Of het CU-bestuur er ook zo over denkt, weet ik niet.Mij intrigeert de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen. Ik vermoed dat een en ander samenhangt met een dieperliggende crisis ten aanzien van de zogenaamde reformatorischen van vandaag.
Het is bekend dat in genoemde politieke partij reformatorischen en evangelischen broederlijk en zusterlijk samengaan. Als zich, afgezien van de media, ergens de evangelische doorbraak manifesteert, dan hier. Maar ondertussen was die evangelische doorbraak er al lang in kerken van reformatorische snit. En dit stelt ons voor de vraag hoe reformatorisch we in deze kerken vandaag nog zijn.
Nu gaat het mij niet om een nieuwe vorm van antipapisme, maar wel om theologische correctheid. Voor de oecumenisch gezinde en getinte beweging onder ons is deze stelling vandaag zo ongeveer hetzelfde als vloeken in de kerk. Ondertussen onderkent men niet dat de kerk vanaf haar ontstaan te strijden had met de veronderstelde menselijke mogelijkheid om mee te kunnen werken met God inzake de realisering van het heil. Een strijd die geleverd wordt vanaf de apostel Paulus over de kerkvader Augustinus en de Reformatie heen tot op heden, en die gevoerd zal worden tot op de jongste dag. Die veronderstelde medewerking inzake het heil is de rode draad door het hele roomse denken; door de Reformatie en door onze gereformeerde vaderen aan de kaak gesteld als zijnde semipelagianisme, genoemd naar Pelagius, die de keuzevrijheid van de menselijke wil leerde.
Ditzelfde verschijnsel keerde na de Reformatie terug in de vorm van het arminianisme. De Dordtse Synode van 1618-1619 heeft dit krachtig bestreden in de Dordtse Leerregels. Wij geloven dat de kerk op dit kritieke moment in de geschiedenis verkeerde ”in statu confessionis” (in staat van belijden). Een markeringspunt waarachter niet teruggegrepen kan en mag worden!
Fatale vergissing
Nu is het van het hoogste belang te onderkennen dat de evangelische beweging veel van dit arminiaanse denken in zich heeft. En dit manifesteert zich met name in haar niet-aflatende kritiek op Dordt. Het Dordtse predestinatiedenken betreffende Gods eeuwige verkiezing en verwerping inzake uitverkorenen en verworpenen is haar een doorn in het oog, want een doorn in het vlees! Ondertussen meent men het ”alleen door genade” en het ”alleen door het geloof” van de Reformatie mee te kunnen belijden. Een fatale vergissing, want deze kenmerkende woorden van de Reformatie zijn dan wel van kleur en inhoud veranderd. Niets minder dan Gods soevereiniteit en de vrijheid van de genade zijn hier immers in het geding. Wie dit niet verstaat, verstaat niet waar het om ging en nog altijd om gaat in de Reformatie.
Gevreesd moet worden dat dit verstaan onder de huidige reformatorischen ook zo goed als weg is. Getuige de schuivende panelen! Op wetenschappelijk niveau tot uitdrukking gebracht in het tegenover elkaar plaatsen van de belijdenisgeschriften. En met name Dordt moet het dan weer ontgelden. De predestinatieleer van dit belijdenisgeschrift zou niet Bijbels zijn. De verkiezing van eeuwigheid meent men te kunnen belijden terwijl men de verwerping van eeuwigheid afwijst. En men snapt niet dat dan de verkiezing van kleur verschiet en dat daarmee de vrije genade en de eeuwige zaligheid op het spel staan. Evenmin is men ervan te overtuigen dat er dan een verschuiving optreedt in het Godsbeeld. Dordt heeft het weer gedaan, en nu bij vele reformatorischen.
En zo heeft Dordt voor velen afgedaan! Want het predestinatiedenken is zó essentieel voor dit belijdenisgeschrift, dat ontkenning daarvan zijn integriteit aantast. En dan te bedenken dat Calvijn in dezen nog calvinistischer is geweest dan Dordt! Reformatorischen die Dordt niet integraal voor hun rekening willen nemen, moeten zich eens afvragen of ze nog langer reformatorisch moeten willen worden genoemd. Dit is evenzeer een kwestie van integriteit. Anders krijgen we een vage gereformeerde spiritualiteit waarmee niemand is gediend, laat staan God. En reiken het semipelagianisme van de Roomse Kerk en het arminianisme van de reformatorischen elkaar blijkbaar de hand.
De auteur is hervormd emeritus predikant.