AOW-spaarfonds is kiezersbedrog
Het in 1998 ingestelde AOW-spaarfonds is niet anders dan een administratief trucje om de bevolking het gevoel te geven dat de overheid aan het sparen is om na 2020 de vergrijzingkosten te kunnen dragen. Dat geeft Den Haag nu zelf toe, stelt dr. Mathijs Bouman.
Wie denkt dat de toekomstige financiering van de AOW dankzij het in 1998 ingestelde AOW-spaarfonds veilig is gesteld, vergist zich. Het spaarfonds is ongegeneerd kiezersbedrog. Een aantal economen wist dat al, maar nu geeft Den Haag het eindelijk toe.Het is niet meer dan een klein kadertje in een eind vorig jaar verschenen rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte van het ministerie van Financiën. Maar onder het onschuldige kopje ”Misverstanden rond het AOW spaarfonds” verklaren de topambtenaren van de studiegroep op pagina 20 van het rapport het failliet van het spaarfonds. „In de huidige situatie kan ten onrechte het beeld ontstaan dat het vergrijzingsprobleem is opgelost, als er maar voldoende wordt afgedragen aan het AOW-spaarfonds”, schrijven de ambtenaren. „Dit is echter niet het geval. Zonder extra bezuinigingen betekent een hogere afdracht aan het AOW-spaarfonds simpelweg een hoger tekort op de rijksbegroting. Op de totale houdbaarheid heeft deze storting geen effect.”
Dit is revolutionair. Nog niet eerder gaf Den Haag zo onomwonden toe dat het spaarfonds niet anders is dan een administratief trucje om de bevolking het gevoel te geven dat de overheid aan het sparen is om na 2020 de vergrijzingkosten te kunnen dragen. De stortingen in het fonds hebben op de houdbaarheid van de staatsfinanciën geen effect, schrijven de ambtenaren. Duidelijker kun je het je niet wensen.
De afgelopen jaren beweerden Haagse politici juist het tegendeel. „Via het AOW-spaarfonds hebben we de zaak beter in de knip dan wie dan ook”, zei toenmalig minister van Sociale Zaken De Vries eind jaren negentig. En de latere staatssecretaris van dat ministerie, Rutte, stelde in 2002: „In het AOW-fonds wordt geld gespaard om de uitbetaling van de AOW in de toekomst zeker te stellen.”
Zijn opvolger Van Hoof herhaalde dat dit jaar nog: „We hebben al jaren het Spaarfonds AOW, waardoor ouderen van straks nu al geld sparen voor hun toekomstige AOW.”
Halve waarheden
Allemaal halve waarheden, dus hele leugens. Er is helemaal geen spaarfonds. Het enige dat de regering doet is fictief geld overmaken naar een fictief fonds, en dat in dezelfde seconde weer teruglenen van dat fictieve fonds. „We beleggen het geld van het spaarfonds in staatsobligaties”, noemen de bewindslieden dat, maar feitelijk is het niets anders dan geld lenen van jezelf. Daar is nog nooit iemand rijk van geworden. Als de AOW’ers in 2020 hoopvol het AOW-spaarvarkentje kapotslaan, zullen ze dan ook niets anders vinden dan een stapel schuldbewijzen. „De minister van Financiën belooft in 2006 dat zijn opvolger in 2020 geld zal vrijmaken op de begroting om de AOW te betalen”, staat daarop. Daar zullen die ouderen dan blij mee zijn…
Onder economen is al langer bekend dat het AOW-spaarfonds een farce is. Flip de Kam bijvoorbeeld roept dat al jaren. Een heldere geest bij de Rabobank zag het bedrog al in 2000. Maar in Den Haag duurde het sprookje voort. Tot voor kort dus.
In het rapport van de topambtenaren kan heel Den Haag het lezen: we hebben geen cent in het AOW-spaarfonds gestort, we kunnen er niets uithalen om in de toekomst de AOW mee te betalen, en het fonds helpt dus helemaal niets om de vergrijzing betaalbaar te maken.
De auteur is journalist en econoom.