Heineken wil Engeland zelf veroveren
Heinekens voormalige topman K. Vuursteen stak het nooit onder stoelen of banken: ook in Groot-Brittannië moest Heineken een trots luxemerk worden. Dat het Britse publiek Heineken vooral kende met een ander smaakje (minder alcohol) was hem een doorn in het oog. Vanaf begin 2003 neemt de Nederlandse bierbrouwer de verkoop dan ook eindelijk zelf ter hand.
Heineken wordt nu nog in licentie op de Engelse markt gebracht door de grote Belgische concurrent Interbrew. Het licentiecontract loopt begin volgend jaar af. Het aantal hectoliters Heineken liep al een tijdje terug. „Het heeft het niet best gedaan”, erkende een woordvoerder in Amsterdam vrijdag.
Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat de grootste concurrent, Interbrew, zich met de verkoop bezighield. Maar dat zul je ze nooit horen zeggen bij Heineken.
De woordvoerder legt uit dat Groot-Brittannië twee soorten Heineken kent, het bekende exportbier met 5 procent alcohol en een plaatselijke soort met 3,4 procent alcohol. De laatste is een massaproduct, een gevolg van een strategie uit het verleden. Engelsen waren gewend aan lager en niet aan pilsener. Intussen zijn de Britten meer pils gaan drinken.
Bovendien mag volgens de huidige strategie van het concern een luxebiertje wel wat meer kosten. Heineken zet daarom het bier voor de massa opzij en richt zich op het exportmerk uit Nederland. Het bedrijf verliest daarmee weliswaar direct zijn licentie-inkomsten, maar die waren volgens de woordvoerder beperkt.
In het eerste jaar komen de kosten voor onder meer het opzetten van een eigen verkoopkantoor en het uitbouwen van een netwerk neer op 20 miljoen euro. Over „een aantal jaren” wil de brouwer quitte spelen. Vorig jaar zette Heineken in totaal 2,3 miljoen hectoliter af in het Verenigd Koninkrijk. Daarbij zaten ook de merken Amstel en Murphy’s. Prognoses over de toekomstige verkoop houdt het hoofdkantoor in Amsterdam nog even voor zich.