De gemeente Amsterdam, die de sluiting met onmiddellijke ingang had gelast, heeft daar volgens de rechter „geen spoedeisend belang bij.”De gemeente wil de betreffende ramen in de rosse buurt zo snel mogelijk dichttimmeren, nog voordat de bezwaarschriftenprocedure eind mei is afgerond. De gemeente beschuldigt de betrokken bordeelhouders onder meer van witwaspraktijken en betrokkenheid bij drugshandel.

Tijdens een kort geding vrijdag vochten zeven exploitanten de beslissing van de gemeente aan om de vergunning van hun bordelen in te trekken. Zij vroegen de rechter met succes het besluit op te schorten totdat alle bezwaarschriften zijn behandeld die de seksbazen bij de gemeente hebben ingediend.

De gemeente trok eind november 33 vergunningen in op basis van de wet Bibob, na intensieve controles naar criminele activiteiten van ondernemers op de Wallen. Hierdoor zou een derde van de raamprostitutie in de buurt verdwijnen.

De gemeente betoogde bij de rechter dat zolang de betrokken seksbedrijven open zijn zij criminele activiteiten kunnen blijven faciliteren. Het gaat volgens het stadsbestuur bijvoorbeeld om de koop en de verkoop van panden in kleine kring, waarbij telkens een hogere prijs wordt gevraagd. De meeropbrengst is dan witgewassen.

De advocaten van de seksbazen missen de urgentie om snel tot sluiting over te gaan en meenden dat de gemeente de beschuldigingen niet hard kan maken.

Burgemeester Cohen van Amsterdam is teleurgesteld over de uitspraak. „Het is jammer dat het zo is. We zijn het er niet mee eens, maar we vinden het belangrijk dat de rechter geen uitspraak heeft gedaan over de inhoud van ons besluit maar alleen over de procedure.” Zodra de bodemprocedure begint, wil Cohen overgaan tot sluiting van de bordelen. „Ik hoop dat de zaken in juni echt dichtgaan”, zei hij.