Zelfstandig verder
De Amsterdamse krant Het Parool heeft aangekondigd dat zij uit het verband van de Perscombinatie wil treden en zelfstandig verdergaan. Helemaal onverwacht komt dat niet, maar het is wel een merkwaardige zaak. Het Parool behoorde immers in de jaren zestig tot de oprichters van de Perscombinatie. De Stichting Het Parool heeft altijd nog de meerderheid van de aandelen in dit concern.Binnen de Perscombinatie is Het Parool duidelijk een zorgenkindje. Het aantal abonnees is gezakt tot zo’n 85.000. Al jarenlang moet er geld bij. Dat was in het verleden geen probleem. Met de Volkskrant maakte de Perscombinatie zoveel winst dat de verliezen van Het Parool daar gemakkelijk door gedragen konden worden.
Inmiddels is het tij in de dagbladwereld gekeerd. Van bijna alle kranten lopen de abonneeaantallen terug. Nog erger is dat de advertentiemarkt is ingestort. Door de onzekere economische ontwikkeling zijn er aanzienlijk minder personeelsadvertenties dan vroeger. In die sector wordt internet in toenemende mate een concurrent voor de kranten. Ook op andere gebieden dreigen de dagbladen een deel van hun adverteerders te verliezen aan andere media.
Dat betekent dat de dagbladondernemingen moeten bezuinigen. Kranten met een oplage van minder dan 100.000 worden samengevoegd. De bezorging wordt gecombineerd met de concurrenten, omdat krantenbezorgers haast niet meer te vinden zijn.
Ook Het Parool is met nieuwe bezuinigingsrondes geconfronteerd. In de ogen van de redactie moest er echter veel te veel gesneden worden. Vandaar het plan om als zelfstandige krant door te gaan. Dan hoeft men niet meer op te draaien voor de hoge overheadkosten van het PCM-concern.
Is dit meer dan een dreigement? Is de directie van de Perscombinatie (die met de verzelfstandiging akkoord moet gaan) Het Parool liever kwijt dan rijk? In de regio Amsterdam is de positie van Het Parool niet gemakkelijk. Zeker daar slaat de ontlezing toe. Allochtonen hebben zelden een krant.
Begonnen als verzetskrant, nam Het Parool al in de jaren vijftig en zestig een vooraanstaande plaats in. Het Parool was de krant van de progressieve bovenlaag. Het Vrije Volk was voor de socialistische arbeiders, de Volkskrant voor de rooms-katholieke arbeiders, Trouw voor de gereformeerden en de NRC en het Algemeen Handelsblad voor de liberale elite.
Inmiddels is dat patroon volstrekt veranderd. Sommige kranten hebben daarbij gewonnen, andere, waaronder Het Parool, verloren. Het is daarom een wonder dat een betrekkelijk kleine krant als het RD zich nu al meer dan dertig jaar weet te handhaven.
Voor een zelfstandige Amsterdamse krant lijkt de toekomst erg onzeker, zeker als men de redactie in haar huidige omvang wil handhaven. Overigens is het merkwaardig dat men als argument tegen de Perscombinatie aanvoert dat het aandeel in de hoge concernkosten Het Parool de das omdoet.
Fusies van bedrijven, ook van krantenbedrijven, tot grotere gehelen worden vaak verdedigd met het argument dat daarbij veel synergievoordelen te behalen zijn. Door schaalvergroting kunnen allerlei zaken efficiënter gebeuren. Maar in de ogen van Het Parool is het veeleer zo dat de concernkosten de krant als een molensteen om de nek hangen.
Het zou niet voor het eerst zijn dat de voordelen van een fusie tegenvallen. De beoogde besparingen worden niet gehaald en de kosten blijken, niet alleen in de aanloopfase maar ook structureel, veel hoger te zijn dan gedacht. En bij bezuinigingsrondes komen degenen die het dichtst bij de top zitten er vaak het beste vanaf.
In ieder geval is deze klacht van Het Parool voor de directie van de Perscombinatie een reden om eens kritisch naar de overheadkosten te kijken.