Den Haag komt niet tot leven
Titel: ”Het boek van Opa Politiek. Het Nederlands bestel voor kinderen verklaard”
Auteur: H. Daalder
Uitgeverij: Bert Bakker, Amsterdam, 2006
ISBN 90 351 3099 5
Pagina’s: 184
Prijs: € 9,95.
Kinderen zitten vol met vragen, ook over politiek. Wie is de baas in Nederland? De koningin? De premier? Of heel iemand anders? Een recent verschenen boekje beoogt die en meer vragen van bevredigende antwoorden te voorzien. Kinderen in de politiek zijn dun gezaaid. Op een paar enthousiastelingen in een jongerenparlement na, is en blijft politiek een zaak van volwassenen. Dat is ook logisch, omdat alleen volwassenen politieke functies mogen vervullen.
Kinderboeken over politiek zijn eveneens dun gezaaid. Wie er via Google naar zoekt, komt er niet veel tegen. Op het eerste gezicht lijkt dat niet logisch. Onder de kinderen van nu zitten immers de ministers en Kamerleden van morgen en het zou toch aardig zijn als politiek geïnteresseerde jongeren in boeken op hun eigen niveau zouden kunnen lezen hoe politiek werkt.
Lezing van het pas verschenen ”Boek van Opa Politiek - Het Nederlands bestel voor kinderen verklaard”, maakt duidelijk dat het wel logisch is dat er zo weinig kinderboeken zijn over politiek. Het blijkt een lastige opgave te zijn om het ingewikkelde politieke bestel op een eenvoudige manier uit te leggen.
De auteur, emeritus hoogleraar politicologie H. Daalder van de Universiteit Leiden, probeert in veertien hoofdstukken uit te leggen wat een parlement is, wat politieke partijen zijn, wat ambtenaren doen, waarom iedereen altijd praat over Europa en hoe er een nieuwe regering tot stand komt.
Hij doet dat in vraag- en antwoordvorm, waarbij zijn vier kleinkinderen in de leeftijd van 9 tot 14 jaar hem, Opa Politiek, de vragen stellen. Als een van hen wil weten hoe de kabinetsformatie verloopt, schrijft Daalder onder meer: „Meestal vraagt de koningin iemand om te gaan spreken met de fracties in de Tweede Kamer om te zien wat de beste kans zou zijn voor een regering, zonder dat hij of zij zelf minister hoeft te worden. Zo iemand heet dan ’informateur’. Dat is iemand die inlichtingen verzamelt en de koningin laat weten wat wenselijk en mogelijk zou zijn, en wat niet.”
De informateur spreekt met de onderhandelende partijen af wat er in het regeerakkoord moet komen te staan. Hij regelt vervolgens de zetelverdeling tussen de partijen (hoeveel ministers welke partij mag leveren) en de portefeuilleverdeling (wie welk ministerie krijgt) en benadert mensen die minister worden. „Dan wijst de koningin voor het laatst iemand aan, die als formateur van het kabinet zal optreden en definitief de mensen vraagt om minister te worden. Dat is dan meestal de nieuwe minister-president.”
Simpel
De durf van Daalder om een boek over politiek te schrijven voor kinderen, is prijzenswaardig. Dat is de inhoud van zijn boek echter niet op alle punten. Hoe simpel de emeritus hoogleraar het ook probeert uit te leggen, zijn tekst blijft moeilijk voor kinderen. Dat komt enerzijds door het gebruik van lastige begrippen als ”publieke beslissingen”, anderzijds door de soms wel heel lange zinnen.
Daarnaast wordt niet alles even goed uitgelegd. „Naast de lijstaanvoerder zijn er ook andere mensen die bij groepen kiezers in het land een bepaalde aanhang hebben”, schrijft Daalder bijvoorbeeld. Wie dat dan zijn, laat hij vervolgens achterwege.
Het achtste hoofdstuk, over de grondwet, grondrechten en onafhankelijke rechters, is geschreven door zijn zoon E. Daalder, plaatsvervangend landsadvocaat. Die schrijft een stuk begrijpelijker dan zijn vader. Een willekeurige alinea uit hoofdstuk 8: „Mag ik dus alles zeggen wat ik wil? vraagt David. Nee, zegt Opa Politiek, je moet een beetje netjes blijven. Je mag niet beledigen of dingen zeggen waarvan je weet dat die echt niet waar zijn. Verder mag je alles zeggen of schrijven.”
Ter vergelijking een stuk van (o)pa Daalder: „Soms lijken de drie politieke stromingen erg te groeien, en dan gaan zij weer duidelijk naar beneden. Hoe komt dat nou? Je kunt heel goed zien hoe groot de invloed van Fortuyn was in het op een na laatste verkiezingsjaar van 2002, zegt Opa Politiek. Want toen maakten zowel de PvdA als de VVD een grote smak naar beneden, en werd, zoals ik al vertelde, Fortuyns partij, de LPF, zelfs groter dan elk van deze beide partijen.”
Grijs
Behalve dat het taalgebruik moeilijk is, ziet het boek er van binnen wel heel grijs uit. Er staan getekende illustraties in, maar het is onwaarschijnlijk dat kinderen die in een beeldcultuur opgroeien genoegen nemen met dat soort plaatjes. Bovendien zijn veel tekeningen grappig bedoeld. Zo zijn op een ervan alle ministers afgebeeld, waarbij de minister van Defensie in uniform is en de minister van Landbouw op klompen loopt. Het is maar de vraag of kinderen de grap doorzien en begrijpen dat de toch al ingewikkelde werkelijkheid anders is.
Een klein minpuntje is ten slotte nog dat de kleinkinderen van Daalder hun opa in het boek met „je” aanspreken.
De kritiek maakt zijn boek echter niet waardeloos. Integendeel. Het boek mag dan wat saai zijn voor kinderen van 9 tot 14 jaar, hun leerkrachten kunnen er dankbaar gebruik van maken bij de voorbereiding van lessen staatsinrichting. Bovendien bevat het boek veel waardevolle links naar internetsites waar geïnteresseerde kinderen zelf op zoek kunnen naar meer informatie. Jammer is wel dat een site als www.politiek4kids.nl niet expliciet wordt genoemd. Tevens kloppen de aanwijzingen voor de site van de Tweede Kamer niet meer, omdat die is vernieuwd.
Leven
Een tweede, aangepaste druk zou de leemte in kinderboeken over politiek nog beter kunnen opvullen. En, wat belangrijker is: Den Haag echt tot leven wekken voor de jeugd. Want politiek mag dan, ook in dit boek, saai lijken, het tegendeel is waar.