Aspecten van de bekering belicht
Titel: ”Een hele verandering. Als God je bekeert”
Auteur: ds. P. van Ruitenburg
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2006
ISBN 90 331 1970 6
Pagina’s: 71
Prijs: € 9,90.
Bij een boek gaat het om de inhoud, maar de vorm doet er wel degelijk toe. Zo moeten ze bij uitgeverij Den Hertog uit Houten ook gedacht hebben. Wat mij betreft zijn ze daar met ”Een hele verandering. Als God je bekeert” van ds. P. van Ruitenburg bijzonder in geslaagd. Het is een mooi cadeauboekje over de bekering geworden. Ik moest wel even wennen aan die combinatie, maar wat kun je eigenlijk beter aan iemand geven? De inhoud van het boekje overstijgt uiteindelijk ook nog eens de vorm.
Ds. Van Ruitenburg, predikant van de Netherlands Reformed Congregations in Chilliwack (Canada), heeft de gave om op een directe manier tere dingen aan de orde te stellen. Zijn beschrijvingen van het werk van de Heere in de harten van Zijn kinderen zijn kernachtig, maar heel herkenbaar. Bijbels gefundeerd, maar ook toegespitst op de praktijk van het (geloofs)leven.
Het boekje is opgebouwd uit 32 korte impressies van aspecten die met bekering te maken hebben. Op de rechterbladzijde worden deze impressies geflankeerd door enkele toepasselijke Schriftwoorden, of door een uitspraak van een (on)bekende schrijver.
Soms vraag je je af wie ds. Van Ruitenburg op het oog heeft met dit boekje. Ik ga ervan uit dat reformatorische jongeren of jongvolwassenen met vragen over de waarachtige bekering de doelgroep vormen. Het komt dan soms wat uit de lucht vallen wanneer je leest: „Misschien dat je gewend bent te horen dat het goed gaat met je.” Of: „Lijkt het of iedereen vanzelfsprekend naar de hemel gaat? Wat jammer als je de diepgang mist en er geen voedsel is voor je ziel.”
Verzet
Ds. Van Ruitenburg begint met de wedergeboorte, het moment dat iemand van dood levend gemaakt wordt. Eerst worden er wat fundamenten gelegd. We zijn Gods beeld kwijtgeraakt, en de Heere eist dat terug. We zijn niet zomaar geestelijk ziek, maar „dood in zonden en misdaden” (Efeze 2:1). En geestelijk dode zondaren verzetten zich ook nog eens met alle macht tegen God. Vijanden kunnen echter met God verzoend worden. De Heere werkt onwederstandelijk door Zijn Heilige Geest.
Vervolgens worden enkele kenmerken van het begin van de bekering beschreven. Het is een hele verandering. Ook al ontkomt ds. Van Ruitenburg -vanwege de opzet van het boekje- niet aan een fragmentarische aanpak, toch zal eenieder in wie de Heere Zijn genadewerk begonnen is, herkenning vinden. Er komt in enkele rake zinnen veel voorbij.
Het gaat daarbij niet alleen om herkenning, maar ook om onderwijs. Zoals over de plaats van het geloof. Vooral in het begin kunnen veranderde mensen erg op hun gevoel leven. Het Woord raakt het hart echter niet elke dag en niet elke week. Het is een hele les dat de Heere altijd Dezelfde is, ook als je niets voelt. Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven (Hebreeën 10:38a).
In de honger naar troost kan het accent te veel liggen op wat je ervaart en krijgt, en te weinig overdacht worden wat de wil van de Heere is. „Het is goed om stil te volgen en bang te zijn van ongerechtigheid.”
Overwinteren
Ook ’gevoeliger’ kwesties gaat ds. Van Ruitenburg niet uit de weg. Op bladzijde 68 schrijft hij, met een verwijzing naar Petrus: „Als jonge christenen wat van het Evangelie geproefd hebben, worden ze soms ineens overmoedig.” Ze kunnen dan kritisch worden. Misschien op de preek en op de kerk. Ze zeggen dat de dominee niet evangelisch genoeg is of dat hij het veel te moeilijk maakt. En toch kan er liefde in hun hart zijn. „Toch moeten we niet te hard voor hen zijn. Ze zijn nog jong. Ze komen er wel achter dat we niet te vroeg moeten zingen. God ontdekt verder, geeft meer zelfkennis.”
Daar stopt het echter niet. Twee bladzijden eerder schrijft hij over ”Overwinteren”. Gods kinderen kunnen wel eens wat gereserveerd doen tegenover ’jonge plantjes’. „Ze willen je heus geen pijn doen. Ze zijn alleen voorzichtig en willen erop wijzen dat we wedergeboren moeten worden en dat we Christus moeten leren kennen.”