Cultuur & boeken

Koeriers in hartje Europa

Titel: ”Kleinhandel en stedelijke ontwikkeling. Het kramersambacht te Maastricht in de vroegmoderne tijd”
Auteur: Erwin Steegen; Maaslandse Monografieën 69
Uitgeverij: Verloren, Hilversum, 2006
ISBN 90 6550 929 1
Pagina’s: 360
Prijs: € 29,-.

Arjan Nobel
17 January 2007 07:23Gewijzigd op 14 November 2020 04:26

„Koffie en thee: voor twaalf uur besteld in Maastricht, voor zes uur geleverd in Aken.” Wie denkt dat een dergelijke reclameslogan alleen past bij een koeriersbedrijf in de 21e eeuw, heeft het mis. Wanneer in het jaar 1750 een klant uit Aken in de ochtend een bestelling plaatste bij een Maastrichtse winkelier, kon zijn pakketje koffie of thee al in de late namiddag bezorgd worden. Maastrichtse winkeliers in de achttiende eeuw zochten strategische plaatsen voor hun winkels en leverden echt niet alleen aan klanten in de straat. Sommigen kregen zelfs bestellingen uit Zwitserland, zo blijkt uit het proefschrift van Erwin Steegen over het kramersambacht in Maastricht.

Maastricht mocht dan in een uithoek van Nederland liggen, verkeersgeografisch gezien hadden de inwoners het slechter kunnen treffen. In de achttiende eeuw was er geen stad in de Republiek beter aangesloten op de Zuidelijke Nederlanden en de Duitse gebieden dan Maastricht. Vooral de plaatselijke winkeliers profiteerden van de centrale ligging. Hun afzetgebied werd hierdoor aanmerkelijk vergroot.

De winkeliers of kleinhandelaren van Maastricht, verenigd in het zogenaamde kramersambacht, staan centraal in het proefschrift ”Kleinhandel en stedelijke ontwikkeling” van historicus en archivaris Erwin Steegen. Het boek, waarin grofweg de periode 1500-1800 wordt behandeld, is opgebouwd uit vier delen. Na een uiteenzetting over de communicatielijnen en de goederenstromen van en naar Maastricht, geeft de auteur in het tweede deel een beschrijving van de stedelijke economie en de positie van het kramersambacht binnen deze economie.

De leden van dit ambacht produceerden in principe niets. Ze richtten zich voornamelijk op de verkoop van textiel, huisraad, gebruiksvoorwerpen, gereedschap, luxeartikelen, genotmiddelen en kruidenierswaren. De verkoop gebeurde altijd vanuit een vast verkooppunt, de winkel.

Meesterkoper
Tussen de leden of meesters van het kramersambacht konden grote sociale verschillen bestaan. Dat blijkt uit het derde deel van het boek, waarin de onderlinge verhoudingen binnen het ambacht centraal staan. De verschillen ontstonden al wanneer men lid werd. Het was voor een buitenstaanders mogelijk zich in te kopen in het ambacht. Zij werden aangeduid met de term ”meesterkoper”. Wanneer kinderen van kramers toetraden tot het ambacht werden zij ”meesterkind” genoemd. Deze laatste groep wist, zeker wanneer al meerdere generaties van de familie lid waren, gemakkelijker tot het bestuur van het kramersambacht door te dringen.

In het vierde en laatste deel van het boek wordt onder andere een inkijkje gegeven in de geografische spreiding van de winkels over de stad en de verkoopstrategieën van de winkeliers. Op een kaart van Maastricht heeft de auteur aangegeven waar in de stad zich de meeste bevonden. Daaruit blijkt overduidelijk dat de zij een voorkeur hadden voor het stadscentrum en de uitvalswegen van de stad. Ook wat dat betreft is er nog weinig veranderd tussen de achttiende eeuw en 2007. Vooral aan de straten in de richting van de Duitse Poort waren veel winkels gevestigd. De reden hiervoor was eenvoudig. Het meeste verkeer op weg uit of naar Maastricht, passeerde deze stadspoort.

Doorbraak
De winkeliers zochten niet alleen een strategische plaats voor hun winkels, ook voor de verkoop van hun goederen hanteerden ze verschillende strategieën. Aan de hand van leveranties van koffie, thee en tabak toont Steegen aan dat de winkeliers hun klantenkring trachtten uit te breiden. Aanvankelijk probeerden ze dit vooral te verwezenlijken in de stad zelf, maar vanaf ongeveer 1730 werd meer en meer koffie en thee geleverd aan klanten buiten de Maastricht. De echte doorbraak kwam halverwege de achttiende eeuw. Sommige winkeliers leverden zelfs, door contacten met in Maastricht gelegerde soldaten, aan klanten ver in Duitsland en Zwitserland.

Het proefschrift van Steegen bevat werkelijk een stortvloed aan gegevens over de kleinhandel in Maastricht. Talloze tabellen en kaartjes ondersteunen de tekst. De waarde van het boek is vooral gelegen in het feit dat de auteur zich niet heeft beperkt tot een beschrijving van het kramersambacht in de stad zelf. In het boek wordt het wel en wee van de winkeliers gekoppeld aan belastingpolitiek, transportsystemen, communicatielijnen en de plaatselijke, regionale en landelijke economie. De titel van het boek, ”Kleinhandel en stedelijke ontwikkeling”, is dan ook treffend gekozen.

Helaas lijkt de auteur in zijn aandacht voor het macroniveau nogal door te slaan. Aan het einde van het boek weet de lezer alles over bijvoorbeeld vervoersnetwerken, de herkomst van winkeliers, de hoeveelheid vrouwen in het ambacht, verkoopstrategieën en aantallen bedienden, al dan niet gevat in cijfertjes en tabellen. Daardoor is het weliswaar een degelijk proefschrift geworden over koffie, thee en andere genotsmiddelen, maar niet direct een boek om te gaan lezen bij de open haard onder het genot van een kopje koffie.

Het menselijke aspect ontbreekt grotendeels en het is jammer dat de auteur niet wat uitgebreider aandacht heeft geschonken aan enkele individuele kramers. Bijvoorbeeld aan de door Steegen genoemde kruidenier Carel Creusen. Uit een opgave van zijn winkelwaren blijkt dat hij beschikte over een uitgebreid aanbod van meer dan 600 producten. Dit lijkt een prachtige bron om eens een inkijkje te geven in een vroegmoderne kruidenierswinkel. Daardoor was het verhaal in ieder geval levendiger geworden.

Nauwelijks ontgonnen
Dit alles neemt niet weg dat Steegen een gedegen proefschrift heeft geschreven over een onderwerp dat in Nederland nog nauwelijks ontgonnen is. Hopelijk spoort deze studie aan tot meer onderzoek naar de kleinhandel en de ontwikkeling van de consumptiemaatschappij in de vroegmoderne tijd. Eén ding is zeker. De historicus die besluit tot een dergelijke studie kan niet heen om het kramersambacht in Maastricht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer