Wereldkundig
In de Duitse en de Franse pers deze week vooral aandacht voor eigen politici. Scoort in de Duitse pers de wankele positie van de Beierse premier Stoiber hoog, in Frankrijk is de belangstelling voor presidentskandidaat Sarkozy groot.
Le Figaro De Franse krant Le Figaro trekt in zijn hoofdredactioneel commentaar een vergelijking tussen de twee grootste kanshebbers op het Franse presidentschap, Ségolène Royal, kandidaat namens de socialisten, en de centrumrechtse Nicolas Sarkozy, die gisteren door zijn partij werd aangewezen.
„Beiden zijn nu dus de onbetwiste leider in hun eigen kamp. Maar dat is niet hun enige overeenkomst: beiden presenteren zich voor de eerste keer voor het hoogste ambt. Beiden staan symbool voor een generatiewisseling en een grondige vernieuwing.
Voor het overige verschillen ze in alles: hun ervaring, hun dossierkennis, de duur van hun ambitie en de aard van hun ontwikkeling. Wat hen ook scheidt is de reikwijdte van hun netwerken; gevarieerd en geduldig opgebouwd door Nicolas Sarkozy, bijzonder gesloten en tamelijk recent voor Ségolène Royal.
Verschillend zijn ze ook in hun beheer van de erfenis. Terwijl Nicolas Sarkozy allang heeft begrepen dat hij nooit de erfgenaam van Jacques Chirac zou zijn, beroept Ségolène Royal zich steeds meer op François Mitterrand. ”Sarko” vecht nog tegen enkele brompotten die niet met de tijd lijken mee te kunnen gaan, terwijl ”Ségo” -meer dan tien jaar na de dood van haar mentor- de legende herstelt om aan haar inspiratie de diepte te geven die ze zelf niet heeft.
In alles staan ze tegenover elkaar en elke dag zullen ze meer tegenover elkaar komen te staan. (…) De campagne zal lang en moeilijk worden, zij zal hoogte- en dieptepunten kennen, sterke momenten zoals de terugtrekking van Jacques Chirac. Maar over honderd dagen zullen het echt twee verschillende toekomstvisies zijn, die met elkaar botsen.”
Die Zeit
Volgens het Duitse weekblad Die Zeit toont de affaire rond premier Stoiber van Beieren dat de meeste politici niet weten wanneer ze moeten opstappen. De oplossing is eenvoudig.
„Slechts een enkeling krijgt het voor elkaar zoals Henning Scherf: na tien jaar als burgemeester van Bremen te hebben gediend trad de sociaaldemocraat eind 2005 zonder grote vooraankondiging af, voordat anderen de indruk kregen dat het mooi was geweest. Hij ging geëerd en met veel applaus met pensioen.
Veel politieke regenten vergaat het als Edmund Stoiber: ze vinden zichzelf onvervangbaar en klampen zich vast aan hun ambt, ook als ze over hun hoogtepunt zijn. Uiteindelijk verlaten ze als een jammerlijke gestalte het politieke toneel.
Er geldt zoiets als een politieke wetmatigheid: in de tweede (uiterlijk in de derde) ambtsperiode begint voor de meeste regeringsleiders de aftakeling. De fouten stapelen zich op, kiezers, media en de eigen partij wenden zich af, de macht erodeert. Zo was het bij Gerhard Schröder; zo maakt Groot-Brittannië het mee met Tony Blair. En zo was het feitelijk ook met Helmut Kohl.
Zelfs Edmund Stoiber, die bijna veertien jaar in Beieren haast als een zonnekoning regeert, kan zich niet aan het verval onttrekken.
Als oplossing blijft een in andere landen beproefde weg over: de begrenzing van de ambtsperiode op twee periodes, zoals in de VS. Ook bij ons kan de bondspresident slechts één keer worden herkozen zonder dat dit het ambt schade heeft berokkend.”
The Economist
Joden in de diaspora zouden met elkaar in debat moeten gaan over Israël, en niet maar klakkeloos verdedigen wat de Joodse staat doet. Dat vindt althans het Britse weekblad The Economist.
„Waar is een Joodse staat voor bedoeld, en hoe zou hij eruit moeten zien? Joden hebben daar al meer dan 200 jaar over gediscussieerd. Zelfs vandaag de dag, terwijl Israël al 58 jaar bestaat en bij de overgrote meerderheid van de wereld als een gegeven wordt beschouwd, kunnen ze het niet eens worden. (…)
Joden in de diaspora hebben ondertussen een ruimere mix van Joodse cultuur en hun houding ten aanzien van het zionisme ontwikkeld. Dat komt voor een deel doordat de dreiging van genocide of de vernietiging van Israël is afgenomen, waardoor steeds meer Joden in de diaspora het niet gemakkelijk vinden om Israël altijd te verdedigen en Israël ook niet nodig hebben voor het definiëren van hun Joodse identiteit. (…)
Israël helpen zou niet langer alleen maar een kritiekloos verdedigen moeten zijn. Israël is sterk genoeg om met harde woorden van zijn vrienden om te gaan. Diaspora-instituten zouden zich dus vrij moeten voelen om bijvoorbeeld Israëlische politici die racisme en intolerantie prediken, zoals de onlangs aangestelde minister Avigdor Lieberman, te bekritiseren.
Ze zouden een levendig debat over het Israëlische beleid moeten bevorderen. Misschien zullen er meer zijn die zo hun stem voegen bij die van miljoenen Israëliërs die geloven in het verlaten van de bezette gebieden, zodat Palestijnen hun eigen staat kunnen hebben, en Israël in vrede in staat stelt terug te keren naar zijn oorspronkelijke roeping om een veilige vluchthaven aan de Joden van deze wereld te bieden.”
Samenstelling: Buitenlandredactie