Meer dan vijftig jaar diende Roest de gemeente als ouderling. In het genoemde ”Onder Zijn geleide” werd derhalve al een uitvoerige schets van zijn leven gegeven. Sindsdien zijn echter nog honderden brieven van Roest beschikbaar gekomen. Daardoor kwamen ook veel nieuwe gegevens openbaar. Dat rechtvaardigde deze nieuwe publicatie van Kranendonk. Bovendien kon in deze biografische schets wat meer aandacht geschonken worden aan het werk van Roest binnen het geheel van de Gereformeerde Gemeenten. Zo verscheen dit met veel foto’s vervaardigde boek onder de goed gekozen titel ”Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten”.Trouwdienst
Bartolomeus Roest werd in 1892 in het Betuwse Zetten geboren. Zijn moeder overleed jong bij de bevalling van het twaalfde kind in 1903. Vader kon niet voor al de kinderen zorgen en zo kwam Bart als twaalfjarige jongen te werken bij landbouwer Wouter Bunt in Andelst. Hij zou ruim tien jaar wonen en werken in het gezin van Bunt, waar hij een zeer liefdevolle verzorging kreeg.

In 1910 overleed ook vader Roest en viel het gezin uiteen. Door het verblijf bij de familie Bunt kwam Bart Roest terecht in de gereformeerde gemeente onder het kruis te Opheusden. Daar mocht hij veel geestelijke lessen verkrijgen onder de prediking van ds. G. van Reenen. In 1913 deed hij in Opheusden belijdenis.

Na een voor hem moeilijke periode in militaire dienst ontmoette hij de Godvrezende Liesje van Rooijen uit Vianen, met wie hij in 1920 in het huwelijk trad. Het huwelijk werd bevestigd door ds. H. Roelofsen, aan wie Bart Roest zich zeer verbonden wist: „De preek raakte het hart van Roest zo, dat hij geheel vergat dat hij in de kerk was voor zijn eigen huwelijk. Pas bij het voorlezen van het formulier realiseerde hij zich dat het om zijn trouwdienst ging.”

Na zijn huwelijk vestigde Roest zich in Neerlangbroek, waar hij na het overlijden van ds. J. van Leeuwen voor de helft van zijn tijd ging werken op de boerderij van boer Legemaat. De andere helft zou hij wijden aan het werk in de vrije gemeente aldaar: hij las er preken, gaf catechisatie en legde pastorale bezoeken af. Overigens was hij formeel lid van de gereformeerde gemeente van Zeist.

Innemend
Lang is hij niet in Neerlangbroek geweest, want nog in 1920 kreeg hij het verzoek om ouderling G. van den Bosch, die de kudde te Scherpenzeel onder zijn hoede had, te gaan helpen. Zijn hart werd ertoe overgebogen en in november werd hij door de predikant van Veenendaal, ds. H. Kievit, als ouderling van de gemeente te Scherpenzeel bevestigd. En zo begon de zorg voor Scherpenzeel. Ook Scherpenzeel heeft gezorgd voor Roest: „Leden die iets voor het levensonderhoud van Roest wilden afzonderen, konden hun gave deponeren in twee busjes die bij de uitgang werden opgehangen. Dat is tot de dood van Roest zo gebleven.”

Zeer veel werk heeft Roest in Scherpenzeel verricht. Zo bevestigde hij er alle huwelijken en leidde hij begrafenissen. Meer dan een halve eeuw heeft hij een stempel op de gemeente gedrukt: „Hij had groot gezag, vooral door zijn innemende manier van omgaan met mensen.” Ook elders heeft hij bijzonder veel werk gedaan. In het bijzonder als catechiseermeester. Kennelijk is er ook zegen geweest op die arbeid, zoals in het leven van Maas van Beek, die later predikant werd in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

Diverse keren heeft Roest toelating gevraagd tot de studie voor predikant. Steeds strandden die pogingen. Totdat hij in 1930 toegelaten werd. En toch ging het niet door. Roest werd verplicht te verhuizen naar Rotterdam en daartoe kon hij niet komen. Hij bleef in Scherpenzeel.

Kleine kerkgeschiedenis
In dit fraai ogende boekwerk heeft de schrijver veel citaten opgenomen uit correspondentie van Roest met kinderen des Heeren, zoals Mientje Vrijdag, Floor de Kruijf, Rika Kofman. Al met al levert de schrijver met dit werk een waardige bijdrage aan de kleine kerkgeschiedenis. En niet alleen wat de feiten betreft, want de inhoud sticht telkenmale.

Bart Roest -overleden in 1974- zou niet anders gewenst hebben. Grote belangstelling was er op zijn begrafenis, waar ds. H. Ligtenberg afsloot met de woorden: „Er is een grote in Israël gevallen, maar Israëls Wachter sluimert niet.” We bevelen dit boek niet alleen ouderen, maar ook veel jongeren aan. Hierin kunnen ze immers lezen over de rijkdom van het genadewerk Gods in het leven van arme zondaren.

N.a.v. ”Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten. Leven en werk van Bart Roest”, door W. B. Kranendonk; uitg. Den Hertog, Houten, 2006; ISBN 90 331 2017 8; 245 blz.; € 17,90.