Olie en gas als wapen
Al enkele dagen ontvangen Midden- en Oost-Europa geen druppel Russische olie. Moskou heeft de kraan van de pijplijn die door Wit-Rusland loopt, dichtgedraaid. Aanleiding is een conflict met Wit-Rusland over de verhoging van de gasprijs. In een reactie op de stevige prijsverhoging vroeg Minsk meer geld voor de transportkosten.
In Duitsland is bij monde van bondskanselier Merkel scherpe kritiek geuit op de Russische stap. „Het is onbegrijpelijk als dergelijke maatregelen zonder overleg worden genomen”, aldus Merkel. De reactie valt te begrijpen. Onze oosterburen zijn wat de invoer van ruwe olie betreft voor een vijfde afhankelijk van Rusland. In Slovenië en Tsjechië is die afhankelijkheid overigens nog veel groter.Gelukkig is er nog geen sprake van paniek aan de pomp. Er zijn voldoende reserves en mede dankzij de milde winter ligt het brandstofverbruik een stuk lager dan anders. Intussen geven de gebeurtenissen wel aan hoe onbetrouwbaar Rusland als leverancier van olie en gas is. De Russische president Poetin gebruikt de brandstoffen zo nodig als politiek wapen. Dat bleek een jaar geleden, toen hij een conflict had met Oekraïne, en dat blijkt nu opnieuw.
De pijpleiding waardoor de olie via Wit-Rusland naar Polen en Duitsland stroomt heet Droezjba, oftewel vriendschap. Met die vriendschap kan het snel gedaan zijn.
Europa weet zich dus gewaarschuwd, maar staat vrij machteloos tegenover de Russische beer. Voorzitter van de Europese Commissie Barroso en bondskanselier Merkel stelden gisteren dat het dichtdraaien van de kraan zonder overleg „steeds weer het vertrouwen verstoort en daarop kan geen vertrouwensvolle samenwerking worden opgebouwd.”
Het optreden van Poetin moet voor de Europese Unie een extra aansporing zijn om de energieafhankelijkheid te verkleinen. Duitsland heeft als halfjaarlijkse voorzitter van de EU energie hoog op de agenda geplaatst. In maart zullen de regeringsleiders van de EU zich samen buigen over de eindigheid van fossiele brandstoffen, energiebesparing en de energieafhankelijkheid.
De cijfers spreken wat het laatste betreft boekdelen. Op dit moment is de Europese Unie voor de energievoorziening voor 50 procent afhankelijk van andere landen. Neemt men geen maatregelen, dan loopt dit percentage op tot niet minder dan 65 procent in 2030.
De Europese Commissie heeft vanmiddag in een rapport nadere voorstellen gepresenteerd waarin gepleit wordt voor diversificatie en voor meer spreiding van de invoer.
Bij spreiding van de invoer komt men al snel uit bij het Midden-Oosten. Hoe betrouwbaar is Iran als leverancier? En Irak? Bij de diversificatie wordt automatisch aan kernenergie gedacht. In Duitsland is de discussie rond deze brandstof alweer losgebarsten. Onder de vorige regering is kernenergie in de ban gedaan. Merkel vraagt zich hardop af of dat verstandig is, maar de sociaaldemocraten in haar regering blijven tegen deze vorm van energie.
Toch zullen Duitsland en ook Europa iets moeten doen, willen ze niet afhankelijk blijven van onbetrouwbare leveranciers als Rusland. Door schade en schande wordt men wijs. Hopelijk geldt dit ook voor de EU.