Boerderij met 65 koeien en 90 peuters
BERGSCHENHOEK - Camping en boerengolf zijn passé. De vernieuwende agrariër opent een peuterspeelzaal. „Ik heb me nooit boerin gevoeld.”
Aan het einde van de Hoeksekade in het Zuid-Hollandse Bergschenhoek staat een boerderij van bijna honderd jaar oud. Met hoeveel koeien in de stal?Annigje Gille (28) opent met een brede glimlach de houten deur van de keuken naar de stal. Blankhouten stoeltjes staan in het gelid. Een kast met boeken. Frisse kleuren. Speelgoed. Koeienposters aan de muur.
Dochter Hanna van 3 jaar wijst de bezoeker haar eigen stoeltje aan en vermaakt zich even later met de poppen. Welkom in peuterspeelzaal De Boerderij.
Alleen aan de houten draagbalken en de typische ramen is de oude koeienstal nog te herkennen. Dertig jaar geleden werd er een nieuw melkveebedrijf gebouwd, 350 meter verderop. De koeien en de boer verhuisden, de schuren werden afgebroken en de stal bleef staan.
Als Annigje en Peter (33) Gille na hun huwelijk intrek nemen in de monumentale hoeve willen ze graag iets doen met de leegstaande stal. „Een dierenwinkel was een optie.” Gille, afgestudeerd als sociaalpedagogisch werker aan een reformatorische school in Rotterdam, houdt haar opleiding in het achterhoofd.
Toen ze hoorden van een peuterspeelzaal op het erf van een boer in Roermond gingen ze kijken en waren verkocht. „Dat was het. Je staat overigens nergens meer van te kijken wat boeren erbij doen.”
Na moeizame onderhandelingen met de bank kon in februari 2004 de beuk erin. „We hebben voor de prijs van een huis aan de stal verbouwd.” In augustus van hetzelfde jaar ging de peuterspeelzaal open. Meteen liep het storm.
Kinderen zijn vanaf hun tweede verjaardag welkom. Er is op De Boerderij plaats voor negentig peuters. „Het is net een klein schooltje.” Gille werkt met een wachtlijst. „De mensen komen vanzelf. We maken geen reclame.”
Volgens haar vallen de randstedelijke jonge ouders voor het buitenleven. „We gaan iedere dag naar buiten, even luchten. Een paar keer per jaar bezoeken we met de peuters de koeien. Stro in het haar, prachtig. En kinderen leren er ook van. Soms weten ouders niet eens waarom een koe melk geeft. Dat is ongelooflijk.”
Hoewel De Boerderij geen christelijke peuterspeelzaal is, „relateren de leidsters hun handelen aan de christelijke waarden en normen.” Zo is er vorige maand Kerst gevierd, waarbij Gille met „een mooi gedicht” kwam. „We lezen net zo vaak voor uit Jip en Janneke als uit de Bijbel.”
Een peuter voor twee dagdelen per week onderbrengen op De Boerderij kost 72,50 euro per maand. Annigje Gille heeft twee leidsters in dienst. Verder draait De Boerderij op tal van vrijwilligers.
Het is een compleet bedrijfje dat ze runt. Naast de zorg voor man en twee kinderen. Werk en privé probeert ze te scheiden. Glimlachend: „Er zijn best momenten dat het me even te veel wordt. Tegen de vakanties wordt het lontje meestal wel wat korter. Maar ach, op een melkveebedrijf zijn we niet anders gewend dan dat iedereen aan de keukentafel zit.”
De inkomsten uit De Boerderij zijn in huize Gille meer dan welkom. „Van 65 koeien kunnen twee gezinnen, de ouders van Peter en wijzelf, niet leven”, stelt Gille. „Dat aantal zou moeten verdubbelen. Het doet overigens wel zeer als je merkt dat een boer het hoofd niet boven water kan houden. Veel collega’s leven onder het bestaansminimum. Ik moet ook werken, anders redden we het niet.”
Meewerken op het bedrijf van haar man doet ze niet. „Ik heb me nooit boerin gevoeld. Daar heb ik de tijd niet voor genomen. Kalfjes voeren gaat nog net.”
Peuterspeelzaal De Boerderij is zo succesvol dat het project als voorbeeld dient voor collega-boeren. Het is een casus in de cursus plattelandstoerisme voor agrariërs in de gemeente Midden-Delfland, die eind van deze maand start aan Hogeschool Inholland in Delft. De school helpt boeren met het bedenken van nevenactiviteiten, de promotie ervan en de aanvraag van benodigde vergunningen.
Camping, kanovaren en boerengolf is meer van hetzelfde. Het doel van Inholland is een activiteit te vinden die innovatief is en past bij het gebied Midden-Delfland.
De droom van Annigje Gille is nog niet voorbij. Ze wil toe naar een kinderdagverblijf. „We hebben de tijd mee. De overheid stimuleert het. We zitten hier midden in de Randstad. Ik hik wel aan tegen de tijdsinvestering. Nu hebben we kinderen van halfnegen tot vier uur over de vloer. Dan komen ze van zeven tot zeven.”