LTO vreest toekomst milieuvriendelijke boer
Nederlandse telers die de minste bestrijdingsmiddelen gebruiken, worden als eerste weggeconcurreerd door buitenlandse telers die deze middelen wel volop gebruiken.
Dat heeft voorzitter G. Doornbos van land– en tuinbouworganisatie LTO–Nederland gisteren gezegd in de Tweede Kamer. De Kamer hield een hoorzitting over het voornemen van staatssecretaris Faber (Landbouw) om in Nederland snel meer middelen tegen plantenziekten te verbieden. Daartoe wil ze onder meer een Nederlandse heffing op bestrijdingsmiddelen.
LTO vreest dat teelten onmogelijk worden omdat Nederlandse boeren geen middelen meer hebben om plantenziekten te bestrijden. „Ik ben ervoor dat de normen worden verhoogd, maar dan voor iedereen in Europa”, aldus Doornbos. „Nu doet Nederland net alsof er geen Europa is. Zo worden juist de voorlopers in de Nederlandse landbouw van de markt gedrukt.”
Supermarkten erkennen dat ze bijvoorbeeld spruiten gewoon in het buitenland inkopen als de groenten wegens milieuregels niet meer in Nederland geteeld kunnen worden. „Het is aan de consument niet uit te leggen dat we geen spruiten verkopen. Die halen we dan uit België en Frankrijk, zolang ze maar aan de Warenwet voldoen”, aldus een woordvoerster van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) tijdens de hoorzitting. De organisatie heeft grote twijfels over de voornemens van staatssecretaris Faber.
Natuur en Milieu
LTO hekelde de Stichting Natuur en Milieu, die ook gisteren zei dat veel meer bestrijdingsmiddelen in Nederland moeten worden verboden. Doornbos: „Boeren krijgen de waardering van 80 procent van de bevolking. Dat is ons uitgangspunt. Niet van een club die voor 95 procent leeft van subsidies en met voorspelbare reacties altijd zegt dat het nooit genoeg is.”
De Stichting Natuur en Milieu meent dat bestrijdingsmiddelen gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid. De actiegroep is het niet eens met minister Borst (Volksgezondheid), die ontkent dat er gevaar is voor de gezondheid. Tweede–Kamerleden hadden felle kritiek op de stichting omdat ze deze laatste bewering niet kan onderbouwen.