Opinie

Meerderheid van moslims is gematigd

Een kleine maar bijzonder gevaarlijke groep islamitische extremisten heeft als doel de wereldbeschaving te vernietigen en een dictatuur op te leggen, waarschuwt dr. David Aikman. De meerderheid van de moslims is echter gematigd.

8 January 2007 09:05Gewijzigd op 14 November 2020 04:25
„Een aantal Amerikanen gelooft dat we in een totale oorlog met de hele islam verwikkeld zijn. Dat is niet het geval. Het suggereren van zo’n conflict speelt de gewelddadige extremisten juist in de kaart.” Foto EPA
„Een aantal Amerikanen gelooft dat we in een totale oorlog met de hele islam verwikkeld zijn. Dat is niet het geval. Het suggereren van zo’n conflict speelt de gewelddadige extremisten juist in de kaart.” Foto EPA

De Verenigde Staten krijgen -als leidende beschaving van de wereld- te maken met aanvallen van machten die een einde willen maken aan de wereldwijde beschaving. Het gaat dan om aanvallen van een wereldwijd ideologisch fenomeen dat president Bush het ”islamitisch fascisme” noemt, ook wel ”islamofascisme”. Voorbeelden zijn het regime van Iran, de Hezbollahbeweging in Libanon en door al-Qaida gesteunde terroristische groeperingen in Irak, Afghanistan en elders.Een aantal Amerikanen gelooft dat we in een totale oorlog met de hele islam verwikkeld zijn. Dat is niet het geval. Het suggereren van zo’n conflict speelt de gewelddadige extremisten juist in de kaart. De overgrote meerderheid van de moslimwereld wil geen hersteld fundamentalistisch kalifaat terug. De meerderheid haat de Joden niet of wenst niet dat de VS verdwijnen.

Uitdagingen
Deze gematigde islamieten worden echter geconfronteerd met een aantal uitdagingen. Eén is financieel van aard. Met Saudisch oliegeld (70 miljard dollar, volgens een schatting) zijn overal ter wereld fundamentalistische islamitische centra gefinancierd, ook in de Verenigde Staten. Dat geld verspreidt het gif van het wahabisme, dat potentieel gewelddadig fanatisme voedt.

Een andere uitdaging is de bekrompen gedachtewereld waarin de islamitische filosofie zich sinds de twaalfde eeuw beweegt. Historici spreken van een ”gouden eeuw” van islamitische cultuur van de achtste tot de twaalfde eeuw, toen de Arabische beschaving het christendom voor was op het gebied van geneeskunde, wetenschap en filosofie. Tijdens die periode waren moslimleiders en -wetenschappers tolerant ten opzichte van andere culturen en levensovertuigingen, ook ten opzichte van het christendom.

Maar tegen het einde van de twaalfde eeuw overvleugelde een dogmatische interpretatie van de islamitische theologie de islamitische filosofie. Simpel gezegd, de zegevierende gedachte was dat Allah zo willekeurig en almachtig is, dat hij niet redelijk of begrijpelijk hoefde zijn. Speculatieve wetenschap en filosofie kwamen in een kwaad daglicht te staan. In 1192 zetten islamitische leiders dit concept in Cordova (Spanje) om in daden door in het openbaar boeken te verbranden uit een enorme bibliotheek met wetenschappelijke, astronomische en medische werken.

Deze verwerping van wetenschappelijke speculatie heeft geduurd tot in de moderne tijd. Stanley Jaki, een bekende natuurkundige en rooms-katholiek priester, heeft geschreven: „Wat vandaag de dag in de moslimwereld gebeurt is een confrontatie tussen enerzijds een heel specifieke Allah die niet redelijk hoeft te zijn en anderzijds de wetenschap: een heel specifieke tegenhanger van die God waarin de wil het intellect volledig domineert.” Met andere woorden: hoe redelijk moslims willen zijn is afhankelijk van hun beeld van hoe redelijk Allah is.

Zoete geur
Paus Benedictus XVI is misschien weinig tactvol geweest in zijn omstreden toespraak in Regensburg, waar hij de kritische uitspraak van een Byzantijnse heerser citeerde dat de islam „alleen maar kwaad en onmenselijke dingen” heeft gebracht. Toch was de gedachte van deze heerser correct: je kunt geen vredige dialoog aangaan met een andere geloofstraditie als die geloofstraditie de universele en inherente geldigheid van de rede niet erkent.

„Geweld gaat niet samen met de natuur van God en de natuur van de ziel”, zei Benedictus. „Iedereen die een ander tot het geloof leidt, moet goed kunnen spreken en correct kunnen redeneren, zonder geweld en bedreigingen.”

Evangelicale christenen zullen dat zeker onderschrijven. Zij hebben de roeping om het Evangelie te verkondigen aan de hele wereld, ook aan de moslims. Daarbij moeten ze zich echter steeds herinneren dat een kleine maar bijzonder gevaarlijke groep islamitische extremisten de wereldbeschaving wil vernietigen en een dictatuur wil opleggen. De eerste doelen van deze groepen zijn de christenen, Joden en gematigde moslims. Al-Qaida en z’n aanhangers hebben een afkeer van het Evangelie van Jezus Christus. Maar het Evangelie moet een zoete geur van zegening, hoop en -inderdaad- ook de rede zijn voor dat deel van de islamitische wereld -de meerderheid- dat het recht heeft om met trots achterom te kijken naar z’n vroege verleden.

De auteur, een vooraanstaande christelijke Amerikaanse journalist, werkte jarenlang voor het tijdschrift TIME Magazine en voor The New York Times.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer