„Je houdt je gedachten mooi vrij”
In het grote tafelblad liggen vier knoppen verzonken. Twee pijlen wijzen omhoog, twee omlaag. Het groen van de randen eromheen is uitgesleten. Enkele meters voor het portiersgebouwtje geven de slagbomen geluidloos gehoor aan de wens van Wim van Vugt.
Al 28 jaar weten ze bij Hak niet beter of Van Vugt is een vaste factor bij het bewaken van de poort. Bij de conservenfabriek in het Noord-Brabantse dorpje Giessen veranderde veel. Maar aan de ingang bleef het meeste bij het oude. Behalve dan de twee slagbomen. Die kwamen er pas twintig jaar geleden. „Op den duur raakte ik het overzicht een beetje kwijt. Voor ik het wist, zaten ze op het terrein. Dat kon zo niet langer.”
Vanuit het gebouwtje kijkt Van Vugt uit op een rustig straatje, huizen uit de jaren vijftig met keurig verzorgde tuintjes aan weerszijden. „Ik woon hier om de hoek, lekker dichtbij.” Op het blad in zijn werkruimte staan de gebruikelijke attributen van een doorsnee kantoor. Een telefoon, een pc, een klokje en bakjes voor de post.
Een grote Scania van Termont & Thomaes stopt grommend voor de slagboom. Van Vugt laat de vrachtwagen met aanhanger doorrijden naar de weegbrug naast zijn kantoortje. „Die brengt een vracht witte bonen uit Zeeuws-Vlaanderen. Het gaat om Great Northern, die komen uit Canada, via de haven van Antwerpen.” De meter geeft aan dat er 54.680 kilo op de weegbrug staat.
De chauffeur stapt binnen en leunt over de halve deur die het kantoortje in tweeën deelt. „En? Waar mag ik lossen?” Van Vugt grijpt de telefoon. „Gerbert, met de portier. De witte bonen, waar moeten die naartoe? Bij de ingangscontrole?” De man van Termont & Thomaes weet waar hij moet zijn. Na het lossen gaat hij terug naar Zeeuws-Vlaanderen, om later op de dag nog eens zo’n zestig kisten bonen af te leveren.
„Vroeger moest ik naar buiten, handmatig allemaal draaiknoppen instellen. Nu gebeurt het wegen automatisch. Ik heb altijd op eenvoudige wijze de kost willen verdienen”, zegt Van Vugt. „Deze baan is niet mijn roeping. Op een gemiddelde dag handel ik allemaal terloopse dingen af. Eigenlijk ben je als portier een soort doorgeefluik. Je kunt je gedachten mooi vrijhouden. Je neemt niets mee naar huis. Best wel prettig.”
Slechts gedurende één rommelig jaar, inmiddels lang geleden, had hij het minder naar zijn zin. Dat was toen de directie een beveiligingsdienst had ingehuurd om portierswerk te verrichten. „Die mensen waren alleen op beveiliging gericht. Had ik er in een paar weken eindelijk eentje opgeleid, stond er de volgende week een nieuwe voor de deur.”
Voor de slagboom houdt een bestelbusje halt. „Goedemorgen, mijn naam is Ruud Schop. Ik kom iets afgeven voor de heer Maarskamp.”
„Eens kijken of die er is”, zegt Van Vugt. „Dat moet wel, want ik had hem net nog aan de telefoon.”
„In de werkplaats?” wil Schop weten.
„Nee, op kantoor.”
„Dat weet ik niet.”
„Ik zal u even de weg wijzen.” Beide mannen bekijken de grote kaart die tegen de wand hangt. De afstanden zijn groot, maar het terrein is overzichtelijk.
Over straat loopt joelend een schoolklas voorbij. „Vroeger liepen daar mijn kinderen. Nu mijn kleinkinderen”, lacht de portier. „Ik voel me nooit eenzaam. Met twee collega’s draai ik afwisselend een dag-, een avond- en een nachtdienst. Met de laatste heb ik tegenwoordig minder moeite dan zo’n dertien jaar geleden.” Binnenkort komen alle diensten te vervallen. Want dan gaat Van Vugt met de VUT.
Het is alsof ze dat moment bij Hak hebben afgewacht. Binnenkort schuift de ingang een paar honderd meter op. Het is te druk geworden, daar midden in Giessen. Voor de werkwijze van de portier zal ook veel veranderen, beseft Van Vugt. „Nu kun je nog een beetje marchanderen, maar straks krijgt iedere bezoeker een pasje.”
Voor het portiersgebouwtje staan de viooltjes, blauwe druifjes en heidebosjes er fleurig bij. De chauffeur die uit de grote truck springt, heeft er geen oog voor. Negenduizend liter slagroom komt hij brengen. „We gaan volgende week roomprei draaien”, verduidelijkt Van Vugt. Een nieuw product.”
Dit is het laatste artikel in een korte serie over het werk aan de bedrijfspoort.