Benzineprijs niet te hoog volgens Shell
Shell heeft woensdag de aanval geopend op de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De oliemaatschappij ageerde in een speciaal georganiseerde persbijeenkomst tegen de argumenten die de NMa gebruikt om aan te tonen dat brandstofprijzen in Nederland kunstmatig hoog worden gehouden.
„Autobrandstof in Nederland is niet duur”, zegt directeur F. Everts van Shells Nederlandse verkoopkantoor. „Het gezeur over benzineprijzen is iets van alle landen en van alle tijden.” De marktleider op de Nederlandse benzinemarkt vreest dat vele honderden van de 3900 benzinestations zullen sluiten als de NMa het zogenaamde steunsysteem (om pomphouders te helpen als brandstof onder de adviesprijs wordt verkocht) afschaft.
Het is Shell een doorn in het oog dat de NMa overweegt het steunsysteem af te schaffen. Everts was duidelijk. „De analyses en rapporten die de NMa gebruikt om aan te tonen dat het systeem moet verdwijnen, staan ver van de realiteit. De werkelijkheid is totaal iets anders. In de NMa-rapportages zijn onjuiste aannames gebruikt met betrekking tot onder meer het percentage pomphouders met recht op steun. Het steunsysteem is legaal en het bestaat al lang. Wij willen het houden.”
Shell heeft woensdag een document ingeleverd bij de toezichthouder over haar zienswijze op de benzinemarkt. Het stuk is een reactie op het NMa-rapport van december 2001, waarin de oliemaatschappijen worden beticht van het kunstmatig hooghouden van de brandstofprijzen.
Volgens de concurrentiewaakhond hanteren alle maatschappijen eenzelfde soort steunsysteem. Pomphouders worden niet geprikkeld om een lagere prijs dan de landelijke adviesprijs te rekenen. Volgens de NMa betekent dit gebrek aan onderlinge concurrentie voor de consument hogere prijzen. Bovendien wordt door het systeem ook de toetreding van nieuwkomers tot de markt bemoeilijkt.
De oliemaatschappij trekt alles uit de kast om te laten zien dat de NMa haar werk niet goed zou hebben gedaan. Punten en komma’s worden tegenover elkaar gezet. Verder vond directeur Everts van Shell tegenstrijdigheden in het rapport. „In een rapportage gaat de NMa uit van een situatie waarin 99 procent van de pomhouders de adviesprijzen hanteert. Maar de toezichthouder zegt ook dat 60 procent van de pomphouders een korting geeft van gemiddeld 4 cent (in guldens).”
Shell zegt dat er is vastgesteld dat de oliemaatschappijen zich aan de wet hebben gehouden en dat er geen prijsafspraken zijn geconstateerd. Verder vindt Shell juist dat de markt wél goed werkt met het steunsysteem. „Als er pomphouders verdwijnen, heeft de consument minder keuze.”
Verder heeft de oliemaatschappij gegevens in Europa over marktaandelen van andere grote bedrijven op een rijtje gezet. „Nederland verschilt niet veel in vergelijking met andere Europese landen”, zegt Everts. Hij zette gegevens over onder meer brutomarge, marktaandelen en prijzen van kale benzine (zonder belastingen) op een rijtje. Daaruit blijkt dat Nederland een gemiddeld land is.
De NMa heeft het document gisterochtend ontvangen. „Ze zijn in de gelegenheid te reageren”, zo zegt een NMa-woordvoerster. „We gaan het document bestuderen. Daarna maken we een afweging. Ze vinden het blijkbaar leuk om dit in de media te brengen.”